10.— 12.— 16.— J 18 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijldQC de toepassing van de verordening in de plaats treedt van de gemengde hoofdsom. Art. 5. Voor hen, die op het tijdstip, bedoeld in art. 4, gehuwd waren en bij den aanvang van het heflings- tijdvak van het schoolgeld niet meer gehuwd zijn, wordt het schoolgeld geheven naar de gemengde hoofdsom, welke vermoedelijk in aanmerking geno men zou zijn, indien het huwelijk reeds op eerstbe doeld tijdstip ontbonden zou zijn geweest. Art. 6. Waar in deze verordening gesproken wordt over leerjaar, wordt daaronder verstaan het tijdvak van 16 September tot 1 «Juni. Art. 7. Het schoolgeld bedraagt: Verschuldigd bedrag Gemengde hoofdsom per leerling en per jaar beneden 2. 2.— 4.— 6.— 8.-j 14.- 18.- 20.— 22.- 24.— 26. 28. 30.— 32.— 34.- 36. 38.—I 40.- 42.— 44.- 46. 48— 50— 54. 56— 58— 60— 62— 64. 66. 68— 70— 74— 76. 78— 80. 82— 84. 86. 88— !)0— 92— 94— 96—I vrij 2.40 O 99 99 O. 3.60 99 4.20 99 4.80 99 5.40 99 6— 99 6.80 99 7.60 99 8.40 99 9.20 99 10— 99 10.80 99 11.60 99 12.40 99 13.20 99 14— 99 14.80 15.60 99 16.40 99 17.20 99 18— 99 18.80 99 19.60 99 20.40 99 21.20 99 22— 99 23— 99 24— 99 25— 99 26— 99 27— 99 28— 99 29— 99 30— 99 31— DO 99 99 OZ. 33— 99 34— 99 öD. 36— 99 37— 99 38— 99 39— 99 40— 99 41— 99 42— 9* 43— 19 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijldQC 110» 110» Verschuldigd bedrag Gemengde hoofdsom per leerling en per jaar: 44— 45— 102— 46— 47— 48— 49— 50— 51— 114— 52 OU. 53— 54— 55— 122— 56— 57— 126— 58— 59— J-HO. 130.en daarboven Art. 8. 1. Indien meer dan één leerling uit hetzelfde gezin gelijktijdig een gemeentelijke inrichting van onderwijs bezoekt, wordt het schoolgeld voor den tweeden leerling met twintig, den derden met veer tig, den vierden met zestig en den vijfden met tachtig ten honderd verminderd en is voor de volgende leer lingen geen schoolgeld verschuldigd. 2. De volgorde der vermindering, in het eerste lid bedoeld, geschiedt volgens den leeftijd der leerlingen, met dien verstande, dat de oudste leerling als de eerste wordt beschouwd. 3. Is het schoolgeld niet voor alle leerlingen ge lijk, dan wordt de leerling, voor wien het hoogste schoolgeld verschuldigd is, als de eerste beschouwd en heelt de vermindering plaats in volgorde van de hoegrootheid van het schoolgeld. 4. Overeenkomstige Rijks- en bijzondere inrichtin gen worden te dezen met gemeentelijke gelijkgesteld, indien de beheerders of besturen van die inrichtin gen ten genoegen van Burgemeester en Wethouders do verplichting hebben aanvaard om naar denzelfden maatstaf als in dit artikel is vermeld, vermindering toe te staan en bij die vermindering rekening te houden met leerlingen in de gemeente schoolgaande op andere Rijks-, gemeentelijke, ol bijzondere inrich tingen als bovenbedoeld. Art. 9. Het schoolgeld wordt met de helft verhoogd, in dien het wordt berekend naar de omstandigheden van slechts één ouder, zoo deze hetzij van den anderen ouder, hetzij ingevolge artikel 344a van het Burgerlijk Wetboek een bijdrage ontvangt in de kosten van onderhoud en opvoeding van den leer ling, niet dien verstande evenwel, dat het schoolgeld niet stijgt boven het maximum, verschuldigd met toepassing van het bepaalde in artikel 8. Art. 10. De schoolgeldplichtigen zijn gehouden op aanvraag van den Controleur der gemeentebelastingen binnen 20 dagen na dagteekening van het daartoe gedaan verzoek, aan dezen ter inzage over te leggen hun aanslagbiljet (ol duplicaat daarvan) in eene inkom stenbelasting of andere bescheiden, die kunnen dienen voor de berekening van een schoolgeldaanslag. In dien aan de aanvraag binnen dien tijd niet wordt voldaan, kan de aanslag naar het hoogste schoolgeld worden opgelegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 360