Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1959. BIJLAGE NO. 111.
BIJLAGE NO.111.
Aan den Gemeenteraad
In nevensgaand adres,dat tijdig bij Uwen Raad is inge
diend, verzoekt de heer P.F.J.WESTRA, wegens het beëindigen
van zijn functie als wethoudertoekenning van de vergoeding,
genoemd in artikel 1 der verordening,re gelende de toekenning
van vergoeding en pensioen aan afgetreden wethouders der gemeen
te Leeuwarden en aan hunne weduwen en weezen (gemeenteblad
1950 no.18)
Deze verordening is bij Uw besluit van 2l+ September 193&
(gemeenteblad 193° no.37) in overeenstemming gebracht met de
wet van 9 Januari 193^ (Staatsblad no.300), doch krachtens een
overgangsbepaling dezer wet blijven voor hem,die op 13 Juni
1935 wethouderschap bekleedde en voor wien de bekleeding
van dat ambt daarna niet werkelijk is onderbroken,de tot
1 April 193^ bestaande verordeningen van krachte
Op den heer Westra,die van 26 Augustus 1930 tot 5 September
1939 onafgebroken wethouder was,is derhalve de verordening
van 18 November 193^ (gemeenteblad 1930 no.18)zooals deze
voor de wijziging luidde, nog van toepassing.
Aan artikel 1 dezer verordening ontleent adressant aanspraak
op de toekenning van een vergoeding gedurende ten hoogste
drie achtereenvolgende jaren.
Op grond hiervan geven wij U in overweging te besluiten:
aan den heer P.P.J.WESTRA,gerekend met ingang van 5 Septam-
ber 1939>Se<3urende drie achtereenvolgende jaren,een vergoe
ding toe te kennen,bedragende gedurende het eerste jaar
gedurende het tweede jaar 50en gedurende het derde jaar
25% van de bij zijn aftreden als wethouder genoten wedde.
Leeuwarden, 1I4. September 1939*
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M.VAN BEIJMA Burgemeester.
E.SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 20 September 1939*
28
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijlagC 110. 110
Art. 20.
1. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van
vervallen termijnen geschiedt de invordering der
schoolgelden overeenkomstig de voorschriften van de
artikelen 291 tot en met 294 der Gemeentewet.
2. In dat geval zijn Burgemeester en Wethouders,
de commissie van toezicht gehoord, tevens bevoegd de
toelating op de school van den leerling, die het be
treft, in te trekken.
Art. 21.
1. Deze verordening wordt geacht in werking te
zijn getreden op 1 September 1939.
2. Alsdan vervalt de verordening tot heffing van
schoolgeld voor het onderwijs aan de middelbare
avondhandelsschool (gemeenteblad 1939, no. 9), be
halve voorzooveel betreft de aan het leerjaar 1939/
1940 voorafgaande leerjaren.
f