Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,, 1939, BIJLAGE NO. 119»
Het laatstgenoemde bedrag is derhalve lager dan het toe
gelaten tekort, -^aaruit blijkt -meermalen wezen wij daarop-
dat elk dienstjaar zijn ei.jQn behoeften heeft en dat het niet
aangaat zonder meer aan te nemen,dat de resultaten van een
vroegeren dienst als grondslag kunnen dienen voor de raming
in volgende jaren,ook al zal een van bedoelde basis afwijkende
raming dikwijls niet noodig zijn.
Naar aanleiding van het vorenstaande geven wij Uwe Verga
dering in overweging:
ae over te gaan tot vaststelling van de overgelegde wijzigingen
van de begrootingen der Gemeentewerken,der Gasfabriek,
der Gemeentereiniging; van het Grondbedrijf en der Gemeente en
tot goedkeuring van de wijziging van de begrooting der Gemeen
telijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon en van die
van het Stadsziekenhuis, een en ander over het dienstjaar
1939 (gemerkt A en rechtstreeks voortvl oeiende uit de Nota
van Gedeputeerde Staten)5
b. over te gaan tot vaststelling van de overgelegde wijzigin
gen van de begrootingen der Gemeentewerken,der Gasfabriek
en van het Electriciteitbedrijf en der Gemeente (gemerkt B
en niet voortvloeiende uit de Nota van Aanmerkingen)
c. ons College op te dragen den brief van Gedeputeerde Sta
ten van Friesland dd. 30 Augustus 1939»no«111/26 afd.F, te
beantwoorden en de onder a bedoelde begrotingswijzigingen
toe te lichten overeenkomstig de door ons in de bijlage van
dit voorstel gedane mededeelingen,dan wel aan de hand van
hetgeen Uw Raad dienaangaande nader of anders zal hebben
bepaald
Het rapport van de Financieele Commissiewelker advies
wij hebben verzocht, zal,zoo spoedig als ons mogelijk is,
bij «Je te Uwer inzage gelegde stukken worden gevoegd.
Leeuwarden, 10 October 1959»
Burgemeester ev. Wethouders van Leeuwarden,
J.M.VAN BEIJMA Burgemeester.
E.SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 12 October 1939°
BIJLAGE BIJ BIJLAGE NO^llS van 1939
Beantwoording van de Nota
van Aanmerkingen ten aan
zien van de Gemeente- en
Bedrijfsbegrootingen,
dienstjaar 1959»
Inkomsten,
VolgnOc
52.Heffing gebruik openbare gronden.
Antw. Over 1958 bedroegen de ontvangen rechten f. 2315»87» In dit be
drag was begrepen f1ip28.>8lp voor tijdelijke hulpwinkels aan de
Nieuwestad.
Gedurende 1939 (t/m 8 September) is ontvangen f. 777*09* In
verband daarmede i.s een verhooging van de raming (f. 1590.-)
niet gemotiveerd.
Straatbelasting
AntW. Op dezen post is geraamd f. 22S875-- De kohieren zijn opge
maakt tot een bedrag van f. 234.0I4.33 88
Rekening moet worden gehouden met de buitengewone tijdsom
standigheden, waardoor het aantal oninbare posten (over 1938
een bedrag van ruim f. I^OO.- uitmakende) zeer zeker zal toe
nemen. Een nadere raming van rond f. 231.000,- achten wij
echter mogelijk (zie begrootingswijziging)
58. Precariorechten,
Antw. Over de totale opbrengst van deze rechten in 1939 valt thans
nog niets met zekerheid te zeggen. Gezien echter de ontvang
sten over het eerste halfjaar en de opbrengst over 1938,
komt het ons voor, dat een nadere raming van f. 7500.- moge
lijk is (zie begrootingswijziging)
62Pacht '--arrousels o
Gemiddelde opbrengst 193^4- t/ra 1937 I"lij.»000.-.
Bekeningoljfer 1958 f16.000,-.
Antw. Gelet op de resultaten van den dienst 1939 tot heden, kan de
raming worden verhoogd tot f. 17.000.- (zie begrootings
wi jziging
1 03Teruggaaf schoolbesturen- te veel genoten onderwi.jsvergoedingen.
Nu de gemeenterekening 1935 tn September 1938 is vastgesteld,
is spoedige afdoening van de drie jaarlijksche afrekening over
1933 t/m 1935 gewenscht.
Gelet op de zeer belangrijke terugstortingen over de drie-
jaarlijksche tijdvakken 1927 t/m 1929» 1928 t/m 1930»,1930
t/m 1932 -en'1931 t/m 1933» welke in 1938 nader tcfc 22.687,02
zijn geraamd, zal het door de schoolbesturen te veel genote-
ne over het tijdvak 1933 t/m 1935 allicht f. ij..000.- op
leveren.
Antw, Inderdaad is een spoedige afdoening van de driejaarlijksche
afrekening 1933 t/m-1935 gewenscht. Daaraan wordt dan ook
gewerkt. Of daaruit een bate van f. ij.,000.- zal voortvloeien,
meenen wij te mogen betwijfelen. Met name geven de afrekenin
gen over vorige jaren weinig houvast, omdat intusschen het
kostenbedrag per leerling van het openbaar onderwijs aanmer
kelijk is gedaald en de bijzondere schoolbesturen hiervan den
neerslag reeds hebben ondervonden.
Een bedrag uit dezen .hoofde mag daarom niet worden geraamd.
"105Ï
