Bijlage tct het; verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1959» BIJLAGE NO. 130.
BIJLAGE! NO» ÏJO o
Aan den Gemeenteraad9
Ingevolge artikel 101 bis der Lager-onderwijswet
1920 moet deze gemeente,die ten behoeve van een of meer open
bare scholen vakonderwijzers heeft aangesteldjaarlijks voor
1 April vaststellen, hoe groot het gemiddelde bedrag is ge-'
weestp dat in het voorafgaande kalenderjaar per leerling van
die school of scholen aan belooning van vakonderwijzers is uit
gegeven, zulks afzonderlijk voor de scholen voor g? woon en voor
uitgebreid Lager onderwijs» Het bestuur van elke bijzondere
school voor gewoon of voor uitgebreid lager onderwijs in de ge
meente, als bedoeld in art.97*le lid,kan voor het loopende jaar
aan de gemeente ten hoogste een gelijk bedrag per leerling
.voor belooning van vakonderwijzers in rekening brengen.
Bij Uw besluit dd» 28 Maart 1938,no.8CR/53 Is het gemiddelde
bedrag,dat in het voorafgaande jaar,dus in 1937> Per leerling
is uitgegeven aan belooning van vakonderwijzers der openbare
scholen,vastgesteld op f.1^,05 voor het gewoon lager onderwijs
en op fo llj..Ê>3" voor het uitgebreid lager onderwijs.
Ingevolge het derde lid van art.101 bis der wet hebben de
hier gevestigde bijzondere schoolbesturen voor 1 April 1939
de aanvragen om vergoeding ingecU .5,onder opgave van het
gemiddelde aantal leerlingen der scholen in het afgeloopen
jaar en van het voor belooning van vakonderwijzers uitgegeven
bedrag,onder overlegging van de bewijzen,dat dit bedrag is
betaald» In verband hiermede moet thans de vergoeding voor
vakonderwijs over 1938 voor de schoolbesturen door den Gemeen
teraad worden vastgesteld.
Naast de aanvragen der schoolbesturen hebben wij volledig
heidshalve bij de stukken overgelegd een staat,waar uit blijkt,
op welke wijze ons College is gekomen tot de bedragen,welke het U
voorstelt als vergoeding voor vakonderwijs over 193& aan de
bijzondere schoolbesturen toe te kennen, In dezen staat zijn
tevens opgenomen de voorschotten op deze vergoeding,welke inge
volge art«101 bis, 7G lid, der wet bij Uw besluit dd. 28 Maart
1938,no8OR/53 aan deze schoolbesturen zijn toegekend,alsmede
de bedragen,welke thans moeten worden teruggestort of nog moe
ten worden uitgekeerd»
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te
bésluiten:
A. de vergoeding ex artikel 101 bis,derde lid, der Lager-
onderwijswet 1920 over het jaar 193° vast te stellen als volgt:
'I. voor het bestuur der R,K, Schoolvereeniging,alhier
a. ten behoeve van de scholen voor gewoon lager onderwijs op
f,1810,35;
b« ten behoeve van de school voor uitgebreid lager onderwijs
op f ol2iIj.e291
II. voor het bestuur van het Sint Lucia Gesticht te Rotter
dam:
a, ten'behoevevan de scholen voor gewoon lager onderwijs op
f.1765,80;
b. ten behoeve van do school voor uitgebreid lager onderwijs
op f.1001.29;
III. voor het bestuur der Vereeniging voor Christelijk School-
onderwij salhier
a« ten behoeve van de scholen voor gewoon lager onderwijs op
f.5713o66;
bo ten behoeve van de scholen voor uitgebreid lager onderwijs op
f. 532I4..59;
"IV."