Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 1939» BIJLAGE N0« 159
BIJLAGE NO.159.
Aan den Gemeenteraad»
Hiernevens bieden wij U de ontwerp-gemeentebegroo-
ting voor 19^0,zoomede de ontwerp-bedrijfsbegrootingen voor dat
jaar aan,onder bijvoeging van de daarop betrekking hebbende
adviezen der commissien,welke in dezen zijn gehoord»
Het is onder wel zeer bijzondere omstandigheden,dat wij ons
met de vaststelling daarvan hebben moeten bezig houden. Gaven
de internationale verhoudingen in de laatste jaren ook voor
ons land een weerslag te zien,welke indirect tevens op de
gemeentebegrootingen over die jaren zijn invloed had,toch kon
worden gezegd,dat in den laatsten tijd de budgetaire positie
der gemeente op een min of meer stabiel en rustiger vlak was
beland,omdat de begrooting, zij het na vele wederwaardigheden
was aangepast aan de veranderde omstandigheden en de gemeente
aan de meeste der van hoogerhand gestelde eischen had voldaan.
Hoezeer de opzet der begrooting daardoor bleef beneden hetgeen
van gemeentewege wenschelijk en in het belang van de stad werd
geacht, uit een begrootingstechnisch oogpunt gezien kon zulks
een vooruitgang worden genoemdvermits er meer zekerheid door
ontstond en wij de mogelijkheid mochten verwachten,dat het
onderzoek van de begrooting voortaan tot weinig aanmerking en
vertraging zou leiden.
In zoovorre liet het zich aanzien,dat#de samenstelling van de
ontwerp-begrootingen voor 19^0 geen bijzondere moeilijkheden
zou opleveren,zij het dan ook,dat een terugkeer naar hooger
plan nog niet mogelijk zou blijken»
Er hebben zich evenwel gebeurtenissen voorgedaan,die hierin
grondige verandering hebben gebracht» De sedert dien ingetreden
buitengewone omstandigheden kunnen immers feiten v n zulk een
verre en onberekenbare strekking met zich brengen,dat het
onmogelijk is zich^op dit oogenblik een volledig beeld te vor
men van de financiëele gevolgen,welke deze toestand voor de
overheidsbudgetten, en dus ook ten opzichte van dat onzer
gemeente, zal hebben. Van de moeilijkheden,welke daardoor rezen,
noemen wij slechts enkele vragen,die zich reeds dadelijk voor
deden en op beantwoording wachtten, n.l.,hoe het gaan zal met
de werkloosheid,nu algemeene mobilisatie is afgekondigd en aan
den anderen kant het economische leven door verschillende oor
zaken wordt verlamd in hoeverre zich prijsstijging van grond
stoffen en materialen zal voordoen en welken invloed deze zal
hebben op de exploitatie-uitkomsten der bedrijven en op de
kosten van onderhouds- en andere werken; welk verloop de
geldmarkt zal hebben,een vraag van belang voor de rente van
lang en kort geld; welke maatregelen nog noodig zullen zijn,om
de bevolking zooveel mogelijk te beschermen tegen aanvallen
uit de lucht; hoever zich de taak de.r gemeente zal uitstrekken
ten aanzien van de distributie van goederen.
Het is duidelijk,dat onder de geschetste omstandigheden een
deugdelijke raming van tal van posten uiterst moeilijk was.
Wij hebben^ons toen beraden welke weg voor de samenstelling van
de begrootingen moest worden bewandeld»
Twee mogelijkheden stonden ons daarbij voor oogen.
Er van uitgaandedat het einde van de bijzondere omstandigheden,
waarin wij thans verkeeren, niet is te voorzien, ligt het voor
de hand,dat het gemeentelijke budget wordt ingesteld op de eischen,
welke die omstandigheden medebrengen» Die eischen zijn echter
niet bekend,omdat de nieuwe toestand nog niet zoodanig is gestabi
liseerd,dat aan de hand daarvan een deugdelijke opzet van cijfers
kan worden gegeven. Bovendien waren de bedrijfsbegrootingen in