2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 1959» BIJLAGE N0.159«*
eerste ontwerp reeds vóór het intreden van den oorlogstoestand
samengesteld en hij ons College ingediende Een algeheele om
werking van die b egroo tinge"waarvan geenszins mag worden aan
genomen,dat zij dan ramingen zouden-hebben gegeven,die elke
wisseling in de omstandigheden konden opvangen)moest tot
gevolg hebben,dat de behandeling in (Jwe Vergadering tot een -
te ver verschoven tijdstip zou worden uitgesteld0 Het verkre
gen nut zou dan Ooi. niet opwegen tegen het belang van een
tijdiger behandeling van de begrooting.
Het een en ander is aanleiding geweest,dat wij van het vol
gen van deze methode hebben afgezien.
Na het vorenstaande kunnen wij met betrekking tot de tweede
mogelijkheid kort zijn. Zij bestaat hierin,dat in het algemeen
met de abnormale omstandigheden voorloopig geen rekening wordt
gehouden in zooverredat de posten van den gewonen dienst zijn
geraamd naar de gegevens,ontleend aan den voór-oorlógschen
toe stand
Deze methode van raming is in de hierbij aangeboden begroo
tingen gevo?gd. Zij zou het gevaar van het ontbreken van dek
kingsmiddelen bij verhoogde uitgaven of verminderde inkomsten
met zich brengen, ware het niet,dat wij -zooals U kan blijken
door een verhoogde raming van den post "onvoorziene uitgaven"
op de gemeentebegrooting hebben gezorgd voor -naar wij hopen-
voldoende reserve. Op deze wijze kunnen de gevolgen van de
buitengewone tijdsomstandigheden wat de begrooting betreft
rusti'ger worden afgewacht en -met een zuiverder beeld voor
oogen-. het financieele plan naar behoefte worden gewijzigd.
GEMEENTEBEGROOTING.
INKOMSTEN.
Na vorenstaandemeer algemeene, beschouwingen zullen wij nader
ingaan op de in de gemeentebegrooting geraamde cijfers.
Het behoeft wel geen betoog,dat wij daarbij weinig nieuwe
gezichtspunten kunnen openen. In den loop der jaren toch is in
die mate op de uitgaven moeten worden bezuinigd en zijn da
inkomsten (belastingen) tot een zoodanige hoogte moeten
worden opgevoerddat vele nuttige en wenschelijke zaken achter
wege moesten worden ge aten en daarentegen minder wenschelijke
maatregelen,tegen den zin van het Gemeentebestuurgenomen zijn
moeten worden. Het gebied van het eigen initiatief en de eigen
beoordeeling is daardoor ten zeerste beperkt. Wij hebben er
vroeger al op gewezen,dat ook naar ons oordeel daarin slechts
een wijziging ten goede kan komen,indien principieel ;wordt er
kend,dat de verzorging van de werkloozen niet (meer) behoort
tot de taak van de plaatselijke gemeenschap, doch -daar dit
belang ver uitgaat boven draagkracht en bemoeiïngssfeer van
de gemeenten afzonderlijk- die verzorging moet worden gerekend
te zijn.een onderdeel van de bemoeiingen,ook voor de.geldelijke
gevolgen, van het Rijk. Administratief is het in wezen reeds
zoo; wij wijzen in dit verband op de centrale reglementeering tot
in het minutieuss van werkverschaffing en steunv9rleening. Doch
voor de financieele gevolgen staan de gemeenten ,zij het, dat
het Werkloosheidssubsidie fonds is ingeschakeld; hierbij moet
echter onmiddellijk worden opgemerkt,dat dit "ends voor'een be
langrijk gedeelte wordt gevoed door middel van een belasting
heffing, voor de invoering waarvan de heffingsbevoegdheid der
gemeenten in niet geringe mate is beperkt.
Een andere,niet te onderschatten, factor in het bestel der
gemeente-financiën vormt de regeling van de financieele
verhouding tusschen rijk en gemeenten. Afgezien van het onbevre
digende in het wisselvallige element,n»l0dat de uitkeeringen
afhankelijk zijn gemaakt van de hoegrootheid der voeding van
het Gemeentefondswelke voor oen zeer groot gedeelte bestaat
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 1939° BIJLAGE NO.' 159
uit-de opbrengst van belastingen,willen wij er hier op wijzen,
dat -blijft de thans geldende regeling gehandhaafd- nog
gedurende vier jaren dekking moet worden gezocht voor de te
derven baten wegens garantie-uitkeering ad+f3^.000.- per jaar.
Of dit mogelijk zal blijken te zijn, moet 3e tijd leeren.
Wat betreft de uitkeeringen uit het WerkloOsheidssubsidie-
fonds, is het de bedoeling van de Regeering, te breken met
het stelsel,volgens hetwelk naast de gewone bijdrage in de
werkloosheidsuitgaven uit dat fonds bijdragen worden gegeven
in de begrootings-tekorten van de gemeenten: de z.g.n. extra-,
en belastingbijdragen. Of daardoor voor de financien onzer
gemeente een gunstiger perspectief zal worden geopend,valt thans
niet te zeggen, want wij moeten er de aandacht op vestigen,dat
'nóg'niet bekend is gemaakt,waaraan de gemeentebesturen zich
voor het komende dienstjaar hebben te houden. Wel is gebleken,
dat de Regeering zich genoodzaakt heeft gezien de extra-bijdra-
gen,welke voorheen a fonds perdu werden verleend, over 1937
en 1938 voor een groot gedeelte' (afhankelijk van de belasting
capaciteit der betrokken gemeente) om te zetten in rentelooze
voorschotten,waarvan het de bedoeling is,dat. zij -zoodra de
gemeente daartce in staat is- worden terugbetaald.
Hoe het zij, voor de dekking van het op den dienst I9I4-O
geraamde tekort hebben wij -de thans nog geldende regeling
in acht nemende- een extra-bijdrage geraamd op het maximum
bedrag van ruim f.20Ó.000.-. Het uittrekken van een belasting-
bijdrage is niet noodig gebleken.
Omdat ook thans de ontwerp-gemeentefcegroqting vergezeld gaat
van een afzonderlijke memorie van toelichting,waar in de ramin
gen op de verschillende posten zooveel mogelijk zijn verduide
lijkt,kunnen. onze beschouwingen voor het overige kort zijn.
Onder de inkomsten komt op onderscheidene hoofdstukken een
post voor,door middel waarvan wordt beschikt ever een bijdrage
van afdeeling I van de begrooting van het volgende dienstjaar.
Onder de uitgaven zijn n.1. bedragen geraamd voor de uitvoering
van werken,waarvan weliswaar mag.worden aangenomen,dat het nut
zich over een aantal jaren zal uitstrekken,maar welker kosten
voor een gemeente als de onze toch niet op den kapitaaldienst
thuis behooren,in verband waarmede voorheen de goede gewoonte
bestond deze kosten terstond uit den gewonen dienst te vol
doen. In de laatste jaren echter is gebleken,dat de Commissie
van Overleg inzake de Gemeentebegrootingen en Gedeputeerde
Staten ten aanzien van soortgelijke uitgaven het standpunt
hebben ingenomen, dat verdeeling over een bepaald aantal jaren
wel moet plaats vinden,als gevolg waarvan de betrekkelijke
bedragen naar den kapitaaldienst zijn overgebracht om door
middel van bijdragen uit den gewonen dienst te worden gedekt.
Hoewel wij principieel blijven bij onze meening,dat deze wijze
van financiering voor een gemeente als Leeuwarden minder juist
moet worden geacht, hebben wij toch gemeend -zulks mede ter
voorkoming van terzake betrekkelijke eischen- een verdeeling
van dergelijke kosten over een aantal jaren te moeten bevorde
ren. Wij hebben daarbij den kapitaaldienst uitgeschakeld en,
omdat het -zooals gezegd- in wezen uitgaven zijn,die op den
gewonen dienst behooren te worden geraamd,de verdeeling via
laatstgenoemden dienst bewerkstelligd.
Ten bate van den dienst 19M-0 moet weder op de opbrengst
van 75 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting
worden gerekend.
Het percentage voor de heffing van de straatbelasting dient
ook voer I9I4.O nog op 6g- bepaald te blij ven, aange zien de gemeen
tekas de daaruit voortvloeiende bate niet kan missen0
Evenals vorige jaren moet de winst,welke de Gasfabriek in
I9I+O eventueel zal maken,aan de gemeentekas ten goede komen.
Hieronder doen wij U voorstellen om in een en onder te voorzien.