5 II. 6—10. INKOMSTEN. HOOFDSTUK II. Algemeen beheer. 6 Uitkeering uit het Gemeentefonds ingevolge art. 3, onder b der wet van 13 Juli 1929 Staats blad no. 388), zooals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 4 Maart 1935 Staats blad no. 74) (voor die wijziging uitkeering ingevolge art. 3 onder a der wet3.000, a. betreffende het in het dienstjaar aanvangende tijdvak van uitkeering, de uitkeeringen op 1 Mei, 1 Augustus en 1 November 2.250, b. betreffende het in het dienstjaar eindigende tijdvak van uitkeering, de uitkeering op 1 Februari750,— 3.000,- Volgens art. 3, b der bovengenoemde wet ontvangt de gemeente jaarlijks 75 der jaar wedden van den burgemeester en den secretaris, echter tot een maximum van 3.000. 7 Uitkeering uit het Gemeentefonds ingevolge art. 3 onder c der wet van 15 Juli 1929 (Staats blad no. 388zooals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 4 Maart 1935 (Staats blad no. 74) (voor die wijziging uitkeering ingevolge artikel 3 onder b der wet466.642,57 a. betreffende het in het dienstjaar aanvangende tijdvak van uitkeering, de uitkeeringen op 1 Mei, 1 Augustus en 1 November 343.713,33 b. betreffende het in het dienstjaar eindigende tijdvak van uitkeering, de uitkeering op 1 Februari- 122.929,24 466.642,57 De voorloopige uitkeering over 1939/40 is ingevolge een schrijven van den Minister van Financiën dd. 21 October 1938, no. 157, Gen. Thes., afdeeling Begrootingszaken, geraamd op 112.35 van de definitieve uitkeering over 1936/37, vastgesteld volgens schrijven van denzelfden Minister dd. 19 Maart 1938, no. 1 (Staatscourant 21 Maart 1938, no. 56) op ƒ256.721,15 is288.426,24 De garantie-uitkeering bedraagt 5/9 van ƒ305.744,76, zijnde de definitieve garantie- uitkeering, vastgesteld bij evengenoemde beschikking, is - 169.858,20 458.284,44 Waarvan s/4 is343.713,33 De voorloopige uitkeering over 1938/39 is ingevolge een schrijven van den Minister van Financiën dd. 11 April 1938, no. 173, Gen. Thes., afdeeling Begrootingszaken, geraamd op 112.14 van bovengenoemde definitieve uitkeering over 1936/37, is287.887,12 de garantie-uitkeering bedraagt ®/9 van bovengenoemde definitieve garantie-uitkeering, is - 203.829,84 491.716,96 Waarvan l/4 is122.929,24 Secretarie-leges en rechten van den burgerlijken stand 13.000, De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 Augustus 1899, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit d.d. 25 October 1899, no. 29, gewijzigd bij raadsbesluiten van 25 April 1905, 22 October 1907, 6 December 1910, 25 Maart/13 Mei 1919, 14 Juni 1921, 27 Juni 1922, 24 April 1923, 24 Juli 1923, 12 Februari 1924, 9 December 1924, 26 Maart 1929, 24 November 1931, 7 April 1936 en 3 Februari 1937, laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit d.d. 13 Maart 1937, no. 40. (Voor onbepaalden tijd goedgekeurd). In verband met de ontvangsten over 1937 en tot en met het 3e kwartaal van 1938 geraamd op 13.000, 10 Archiefleges 50,- De heffing geschiedt krachtens hiervoor vermelde besluiten. In verband met de ont vangsten over 1937 geraamd op50, II. 11—17. INKOMSTEN. 11 Rechten ingevolge het Vuurwapenreglement120, Op dezen post worden verantwoord de krachtens het Vuurwapenreglement te ontvangen gelden voor verleende machtigingen tot het vervoeren of voorhanden hebben van een vuurwapen. In verband met de ontvangsten over 1937 geraamd op120, Verhaal van premien ingevolge de Ziektewet 5,63 Op dezen post wordt verantwoord de helft van de verhaalde premies ingevolge de Ziektewet. Zie volgno. 237. 13 Verhaal van bijdragen voor eigen en weduwen- en wee zenpensioen ingevolge art. 36 der Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 24012.014,62 Krachtens het vierde lid van artikel 36 der Pensioenwet 1922 worden de volgens het eerste lid van dat artikel verschuldigde bijdragen (zie volgno. 242), die onder a bedoeld, tot 3 van den pensioens-grondslag vermeerderd met U/2 van de naar boven in guldens afgeronde wedde, die onder b bedoeld, tot 51/2 van dien grondslag, beperkt tot 3.000,op de betrokken ambtenaren verhaald. Dit verhaal omvat ook de ambte naren waarvoor geen bijdragen wegens het eigen pensioen zijn verschuldigd. Geraamd wordt, dat in totaal op grond van deze bepaling zal worden verhaald 93.145,07, te verdeelen over verschillende hoofdstukken. In dit bedrag zijn begrepen de pensioensbijdragen voor onderwijzers, bedoeld bij volgno. 242 der uitgaven. Verhaal van bijdragen voor inkoop van pensioen ingevolge deartt. 42 en 137 der Pensioen wet 1922 (Staatsblad no. 24056,34 Van de bijdragen wegens inkoop van diensttijd (zie volgno. 243) wordt krachtens de verordening inzake de pensionneering van gemeente-ambtenaren enz. (Gemeenteblad 1925, no. 46, 1928 no. 2 en 1934 no. 3) het bij de wet toegestane gedeelte, te weten de helft, verhaald op de betrokkenen. Van de te betalen bijdragen geraamd onder volgno. 243 wordt, naar raming in 1939, 903,20 terugontvangen, verdeeld over verschillende hoofdstukken. Hetgeen ten behoeve van de bedrijven wordt verhaald, komt gedeeltelijk weder ten goede aan die bedrijven, waarvoor onder volgno. 252 een uitgaafpost is aangebracht. Vergoeding van de bedrijven in de kosten van verzekering, pensionneering, enz. van ambte naren en beambten (zie Hoofdstuk II der uitgaven, volgnos. 236, 239, 240, 242 en 243) f De voor de bedrijven te betalen kosten van verzekering en pensionneering van ambte naren en beambten worden van die diensten terugontvangen. In totaal wordt geraamd 146.645,21, verdeeld over verschillende hoofdstukken. Renten en aflossing van voorschotten, verleend in het belang van de verbetering der volks huisvesting Zie volgno. 248 der uitgaven. 17 Vergoeding van instellingen in de kosten van verzekering, pensionneering, enz. van ambte naren en beambten 19.260,80 Ontvangen zal worden van de N.V. Intercommunale Waterleiding 18.466,49 en van het Nieuwe Stads Weeshuis 794,31. Samen ƒ19.260,80. Voor een verdeeling van de verschillende verz imelposten wegens terugontvangst van premiën en pensioens bijdragen over de verschillende hoofdstukken wordt verwezen naar den hierachter als bijlage II afgedrukten staat.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 72