VIII, 4, 5. 83—90. INKOMSTEN. 4. Openbaar uitgebreid lager onderwijs. 83 Schoolgelden8.000, De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit d.d. 16 November 1938, waarop Koninklijke goedkeuring is gevraagd, ter vervanging van het raadsbesluit d.d. 17 Maart 1937, goed gekeurd bij Koninklijk besluit van 13 April 1937, no. 42. Schoolgeld openbaar uitgebreid lager onderwijs: opbrengst 1937 7.860,06 raming 1938- 7.500,— kohieren 1937/38- 8.064,74 raming 1939- 8.000, 84 Vergoeding van het Rijk52.910, a. krachtens art. 56 der Lager-onderwijswet 1920 52.910, b. krachtens art..196, zevende lid, der Lager-onderwijswet 1920 c. krachtens art. 201, derde lid, der Lager-onderwijswet 1920 Samen 52.910, Zie de toelichting bij volgnummers 77 en 80. Onder volgnummer 365 der uitgaven is 52.910,wegens jaarwedden van vast onder wijzend personeel, uitgetrokken, welke voor Rijksvergoeding in aanmerking komen. 85 Bijdragen van andere gemeenten inzake het openbaar uitgebreid lager onderwijs2.800, Ingevolge een gemeenschappelijke regeling, welke met naburige gemeenten is getroffen, kunnen bijdragen als hierbedoeld worden ontvangen. In verband met de over 1937 ge declareerde bedragen wordt op dezen post 2.800,geraamd. 86 Opbrengst van verkochte werkstukken, gemaakt bij het handwerk-onderwijs 25, Voor 1939 geraamd op 25, 88 Restitutie door het Rijk wegens over een vorigen dienst te veel ingehouden of in rekening ge brachte pensioensbijdragen der onderwijzersmemorie Niet bekend is of restitutie zal plaats hebben. 89 Ontvangst wegens over een vorigen dienst te weinig genoten vergoeding van het Rijk krach tens art. 56 der L.O.-wet ig20 190, Zie de toelichting bij volgno. 77 en 80. In 1937 werd op dezen post 190,ontvangen, waarop de ontvangst voor 1939 voor- loopig wordt geraamd. 5. Openbaar buitengewoon lager onderwijs. 90 Schoolgelden350, De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit d.d. 16 November 1938, waarop Konin klijke goedkeuring is gevraagd, ter vervanging van het raadsbesluit d.d. 17 Maart 1937, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 13 April 1937, no. 42. Schoolgeld openbaar buitengewoon lager onderwijs: opbrengst 1937 354,86 raming 1938 - 350, kohieren 1937/38- 359,83 raming 1939- 350, 20 VIII, 5, 6, 7. 91—98. INKOMSTEN 91 Vergoeding van het Rijk ingevolge art. 71 der Lager-onderwijswet ig2022.179, Zie de toelichting bij volgnummer 77. De raming van deze vergoeding geschiedt thans op dezelfde wijze. Onder volgnummer 383 der uitgaven is ƒ22.179,uitgetrokken wegens jaarwedden voor vast onderwijzend personeel, welke voor Rijksvergoeding in aanmerking komen. 92 Ontvangst van over een vorigen dienst te weinig genoten vergoeding van het Rijk krachtens art. 71 der L.-O.-wet ig20 440, Zie de toelichting bij volgnummer 77 en 80. In 1937 werd op dezen post pl.m. 440,ontvangen, waarop de ontvangst voor 1939 voorloopig wordt geraamd. Bijdragen van andere gemeenten inzake het openbaar buitengewoon lager onderwijs275, In verband met de over 1937 gedeclareerde bedragen wordt op dezen post 275.- geraamd. 6. Openbaar voorbereidend lager onderwijs. Schoolgelden2.000,- De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit d.d. 16 November 1938, waarop Ko ninklijke goedkeuring is gevraagd, ter vervanging van het raadsbesluit d.d. 14 October 1936, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 13 April 1937, no. 42. Schoolgeld openbaar voorbereidend lager onderwijs: opbrengst 1937 2.350,18 raming 19382.200, kohieren 1937/38- 2.074,41 raming 19392.000, 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. Schoolgelden f 30.500, De heffing geschiedt naar dezelfde grondslagen als voor het openbaar gewoon lager onderwijs. Zie volgno. 76. Schoolgeld bijzonder gewoon lager onderwijs: opbrengst 1937 32.689,74 raming 193829.000, kohieren 1937/3830.793,07 raming 193930.500, 98 Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 der Lager-onderwijswet ig2o 2.724,33 Ingevolge het bepaalde in artikel 86 der Lager-onderwijswet 1920 kunnen voor de leerlingen uit andere gemeenten, die alhier gevestigde scholen bezoeken, waarvoor inge volge artikel 72 dier wet gelden beschikbaar zijn gesteld, bijdragen van die gemeenten worden gevorderd. De uitkeeting wordt berekend naar 5 van het totale bedrag der voor iedere school beschikbaar gestelde gelden en in verhouding van het aantal buiten leerlingen tot het totaal aantal leerlingen der school over het voorafgaande jaar. Geraamd wordt, dat voor 1939 de volgende bedragen kunnen worden ontvangen: 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 80