VIII, 13. 117—121. INKOMSTEN. 117 Subsidie van het Rijk en corporaties in de kosten der gemeentelijke hoogere burgerscholen f 19.059, Geraamd wordt voor de eerste drie klassen der H.B.S.-A. een subsidie voor 1939 van 6 X/900,ƒ5.400,Voor de beide hoogste klassen der H.B.S.-A wordt gerekend op een subsidie van 50 der netto-kosten. Blijkens een den Minister aangeboden begrooting worden de netto-kosten over 1939 geraamd op 15.518,zoodat over 1939 aanspraak kan worden gemaakt op 7.759,terwijl van de Kamer van Koophandel op een subsidie van ƒ500,wordt gerekend. Voor de geheele school alzoo tezamen 13.659,Voor de middelbare meisjesschool is een rijkssubsidie geraamd van 6Xƒ900,5.400, De post kan derhalve in totaal op 19.059,geraamd worden. Ingevolge de gewijzigde bepalingen der Middelbaar-onderwijswet en de daarbij ge maakte overgangsbepalingen blijft het subsidie voor de H.B.S.-A op denzelfden voet ge handhaafd als voor de voormalige H.B.S. met 3-jarigen cursus en daaraan verbonden hoogere handelsschool. 118 Bijdragen van andere gemeenten in de kosten der van Rijkswege gesubsidieerde gemeentelijke hoogere burgerscholen als bedoeld in art. 3 6 qua ter, sub 1, der Middelbaar-onderwijswet18.627,50 Ingevolge artikel 36quater der M.O.-wet, zooals deze nader is gewijzigd, kunnen bij dragen van andere gemeenten worden gevorderd voor leerlingen uit die gemeenten af komstig, die de eerste drie klassen der Gem. H.B.S.-A en de door het Rijk gesubsidieerde afdeeling der Middelbare school en H.B.S. voor meisjes alhier bezoeken. Deze bijdrage be draagt per leerling de helft van het verschil tusschen het jaarlijksch schoolgeld voor dien leerling verschuldigd en een door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen telkens voor 5 jaar vast te stellen bedrag. Dit bedrag is door den Minister be paald op 430, De opbrengst van het schoolgeld voor de Gem. H.B.S. A is voor 1939 geraamd op 12.000,Bij den aanvang van den cursus 1938/39 zal het totaal aantal leerlingen van deze inrichting van onderwijs vermoedelijk 224 bedragen en het aantal buitenleerlingen van de eerste drie klassen 62, zoodat dus het door de buitenleerlingen van deze klassen te betalen gemiddeld schoolgeld moet worden geraamd op 62/224 X 12.000,3.320. De bijdragen van buitengemeenten zullen dus naar schatting voor deze school moeten opbrengen: (62 X ƒ430,3.320,2 11.670, De opbrengst van het schoolgeld voor de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes is voor 1939 geraamd op 15.000,Bij den aanvang van den cursus 1938/'39 zal het totaal aantal leerlingen van deze inrichting van onderwijs vermoedelijk 152 bedragen en het aantal buitenleerlingen van de door het Rijk gesubsidieerde afdeeling 42, zoodat dus het door de buitenleerlingen voor deze afdeeling te betalen gemiddeld schoolgeld moet worden geraamd op 42/152 X 15.000,±f 4.145,—. De bijdragen van de buiten gemeenten voor deze afdeeling zullen dus naar schatting moeten opbrengen (42 X 430, ƒ4.145,—) 2 ƒ6.957,50. In totaal zal dus op deze post moeten worden verantwoord ƒ11.670,j- 6.957,50 18.627,50. De krachtens afzonderlijke regeling te vorderen bijdragen voor leerlingen der niet van Rijkswege gesubsidieerde afdeeling van de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes en voor de beide hoogste klassen der H.B.S. A zullen op volgno. 121 worden verantwoord. 120 Bijdrage van het Rijk en corporaties in de kosten van de middelbare avondhandelsschool 2.300,50 Door het Rijk wordt een bijdrage verleend ten bedrage van 50 der netto kosten. De netto kosten zullen ongeveer bedragen ƒ4.401,50 hiervan is ƒ2.200,50. Door de Kamer van Koophandel wordt een subsidie verleend van 100,per jaar. In totaal alzoo 2.300,50. 121 Bijdragen van gemeenten en anderen in de kosten van gemeentelijke hoogere burgerscholen f 5.717, Ingevolge de getroffen gemeenschappelijke regeling kunnen van andere gemeenten en van particulieren bijdragen worden gevorderd voor het bezoeken van leerlingen uit die gemeenten van de beide hoogste klassen der H.B.S.-A, de middelbare avond-handels- school en de niet van Rijkswege gesubsidieerde afdeeling der Meisjes-H.B.S. Voor het bezoeken der andere inrichtingen van middelbaar onderwijs door leerlingen uit andere VIII, 13, 14. 121—126. INKOMSTEN. gemeenten worden bijdragen krachtens de wet gevorderd, welke verantwoord worden onder volgno. 118. Geraamd wordt dat in 1939 zal kunnen worden ontvangen voor: de beide hoogste klassen der H.B.S.-A3.150, de Middelbare Avondhandelsschool - 567, de afdeeling der M.H.B.S- 2.000, Tezamen5.717, 122 Ontvangst wegens over een vorigen dienst te weinig genoten subsidie van het Rijk voor het middelbaar onderwijsmemorie Het valt thans niet te zeggen of op dezen post iets kan worden ontvangen. 123 Ontvangsten inzake verkochte programma's en lesroosters van de gemeentelijke H.B.S. A. en de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes90, In verband met de ontvangsten over 1937 en 1938 geraamd op 90, 124 Vergoeding van de Vereeniging voor Christelijk Nijverheids-onderwijs te Leeuwarden voor het gebruik van lokalen in het gebouw der G.H.B.S.-A ten behoeve der Christelijke Industrie- en Huishoudschool150, Ingaande 14 November 1938 zijn aan genoemde vereeniging eenige lokalen in het gebouw der G.H.B.S.-A in gebruik gegeven tegen een vergoeding van 1.000,— per jaar. Voorloopig geldt deze ingebruikgeving voor ten hoogste 1 jaar; één termijn (V4) verschijnt nog in 1938, zoodat voor 1939 750,— wordt geraamd. 14. Hooger onderwijs. 125 Schoolgelden23.000, De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit d.d. 16 November 1938, waarop Koninklijke goedkeuring is gevraagd, ter vervanging van het raadsbesluit d.d. 17 Maart 1937, goed gekeurd bij Koninklijk besluit van 13 April 1937, no. 42. Schoolgelden gymnasium: opbrengst 1937 22.100,32 raming 193821.500, kohieren 1937/38- 23.560, raming 193923.000, 126 Subsidie van het Rijk in de kosten der gymnasia7.200,— Bij art. 8bis der Hooger-onderwijswet, zooals deze thans luidt, is bepaald, dat het subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per klasse bij algemeenen maatregel van bestuur te regelen. Dit subsidie is bepaald op 900,— per klasse. Het gymnasium telt 6 klassen en 2 parallel klassen, zoodat gerekend kan worden op een vast subsidie van ƒ7.200,—Bij artikel 2 van het Koninklijk besluit van 8 Februari 1934 (Staatsblad no. 47) is bovendien bepaald, dat, indien het subsidie berekend wordt naar 900,— per klasse, vermeerderd met het bedrag dat ingevolge artikel 8quater, le lid, der Hooger-onderwijswet, van andere gemeenten wordt ontvangen, blijft beneden 90 van het bedrag dat aan subsidie van het Rijk ten behoeve van het gymnasium over 1921 is ontvangen, het Rijkssubsidie zoodanig wordt aangevuld, dat het totaal bedrag der subsidie gelijk wordt aan 90 van het Rijks subsidie over 1921, met dien verstande, dat het totaal bedrag der subsidiën evenredig wordt verminderd, indien de kosten van het gymnasium afnemen. De kosten van het gymnasium bedroegen over 1921 ƒ46.519,78, terwijl over 1921 aan Rijkssubsidie is genoten 23.259,89 waarvan 90% is 20.933,90. De voor subsidie in aanmerking komende uitgaven van het gymnasium zullen over 1938 naar schatting 42.999.33 bedragen, zoodat dus ten hoogste een bedrag van 49 099 33 4óllV8 X/20-933'90 f 19-349,70 aan Rijkssubsidie kan worden genoten. 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 84