8 Bijlage tot het ver-slag der handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 19I4-O0 BIJLAGE NO.8, klaard,terwijl tevens tot afbraak van 2I4. gemeentewoningen ter plaatse werd besloten. Een plan tot het nemen van verdere ■maatregelen is in voorbereiding. Ao Het aanhouden van een statistiek als hierbedoeld lijkt inder daad wenschelijko Wij zijn dan ook bereid te onderzoeken, hoe deze materie in andere gemeenten is ingericht en aldaar werkt,doch meenen er op te moeten wijzen,dat het verzamelen van de noodige gegevens vermoedelijk niet onb langrijke kosten zal medebrengen. Indien ons onderzoek daartoe leidt,zullen wij de noodige gelden bij' den Raad hiervoor aanvragen. A. ¥olgens de aangehaalde circulaire is uit een van Rijkswege ingesteld onderzoek gebleken,dat het gesignaleerde euvel niet van zoodanigen omvang was,dat ten aanzien van de tegenwoordige huurders reeds dadelijk maatregelen moesten worden getroffen. Op verzoek van den Minister van Binnenlandsche Zaken hebben wij den Administrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf en de Besturen van de in deze gemeente werkende woningvereenigingea op den inhoud van de circulaire gewezen en hun verzocht daarmede in voorkomende gevallen rekening te houden. Naar ons bekend is, word't de circulaire alhier zoo nauwkeurig mogelijk toegepast en worden in de betreffende woningen geen huurders toegelaten of daarin duurzaam gehouden,die op grond van hun inkomen een wo ning net een hoogeren huurprijs kunnen .betrekken.Of van Regeeringp- wege ook in deze gemeente een onderzoek is ingesteld, is ons niet bekend. Een gemeentelijk onderzoek achten wij vooralsnog- onnoodig. A, A^Tot nu toe zijn in het geheel slechts 5 verzoeken om toeken ning van een premie ingekomen. Al deze aanvragen zijn afge wezen moeten worden,aangezien het woningen betrof,voor de ver betering waarvan geen geldelijke steun,als in de circulaire bedoeld,in uitzicht wordt gesteld. Bo Ten aanzien van deze circulairewelke ons eenige dagen ge- iLlen bereikte, hebben wij ons nog niet kunnen beraden. V. b„ Uitbreidingsplan. Meerdere leden stelden aan Burgemeester en Wet- houdex's de vraag,in welk stadium het groote uitbreidingsplan verkeert. Ao De sedert Augustus jl» ingetreden bijzondere omstandigheden hebben de uitwerking van het uitbreidingsplan eenigermate opgehouden; het plan,dat uiteraard veel voorbereiding en studie eischt, vordert echter gestadig. 10. Straatbelasting. Vo Een lid betoogde,dat de opgelegde verhooging van de opcenten- heffing op de hoofdsom der personeele belasting onbillijk moet worden genoemd. De gemeente heeft er zich echter bij neer moeten leggen,hetgeen niet beteekent,dat de ihwoners van Leeuwarden niet te zwaar worden belast. Daarom ware langs anderen weg te trachten eenige verlichting te'vinden; dit zou zijn te bereiken door de straatbelasting te verlagen met eenzelfde bedrag/als de opcentenheffing personeele belasting meer opbrengt dan voor de aangebrachte verhooging,hetgeen het aan het woord zijnde lid in overweging gaf. Een ander lid zou,afge scheiden van hetgeen het vorige lid heeft betoogd,in elk geval verlaging van de straatbelasting willen doorvoer en,desnoods door dit jaar te beginnen met een verlaging van -g$. Nog een ander lid zou de geheele 'straatbelasting zonder meer willen afschaffen. Ten slotte vond een vierde lid het eigenaardig,dat men eener- zijds een beperking van het begrootingstekort tot f.110.000.- verdedigt en aan den anderen kant een verlaging van Inkomsten bepleit. Dit lid kon daarin niet een juist begrootingsbeleid zien. Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van I.eeuwarden, 19I+O. BIJLAGE* NO. 8. Ao Het is duidelijk,dat verlaging van eenige belasting niet kan worden verkregen zonder verhooging van het bedrag,dat ter dekking van het geraamde tekort uitgetrokken is wegens bij- zonderen steun. óm te ontkomen aan den eisch van de verhoogde opcentenheffing op de hoofdsom der personeele belasting, hebben wij den Minis ter van Binnenlandsche Zaken er het vorige jaar o.a. op_ gewe zen,dat in deze gemeente een straatbelasting ad wordt geheven, Het is den Raad bekend,dat onze herhaalde pogingen in dezen niet hebben mogen baten. Wij- zien in de gegeven om standigheden geen reden,waarom thans wel verlaging zou worden toegestaan,in verband waarmede wij van een hernieuwde poging geen heil verwachten. Straten,wegen en pleinen. 1/ ao Groningerstraatwe g. Meerdere leden stelden aan het College vah Burgemeester en Wethouders de vraag,in .welk stadium zich do onderhandelingen tert aanzien van den Groninger straatweg bevinden. Een dezer leden wees er op,dat in het belang van het verkeer verbetering van genoemden- weg ten spoedigste dient plaats te. hebben. b. Stratenfonds Een lid vroeg,hoe het staat met het indertijd ingestelde stratenfonds en tevens,wat wordt gedaan met de sommen,welke belanghebbenden moeten be talen,indien straten of gedeelten daarvan door de gemeente in eigendom,beheer en onderhoud wor den overgenomen. Een ander lid drong aan op herleving van het stratenfonds, zij het in meer beperkten vorm, en verzocht Burgemeester en Wethouders mede te deelen,hoe zij daarover denken. e. Wilhelminaplein. Meerdere leden hadden met genoegen geconstateerd,dat Burge meester en We.thouders het thans mogelijk hebben gemaakt met de uitvoering van de verbetering van het Wilhelminaplein aan te vangen. Andere leden -hoewel' zich verheugende over de totstandkoming van de verbetering- betreurden de wijze,waarop zulks mogelijk is gemaakt,omdat zal blijken,dat voor het onderhoud van de straten en wegen te weinig is ovérgebleven, A. a. Het plan en een uitgewerkte begrooting zijn ter beoordeeling aan den dienst van den Rijkswaterstaat toegezonden. Omtrent de meening van deze instantie en ten aanzien van het ontwerp en de financiering kunnen wij nog geen nadere mededeelingen doen, b. In het z.g. Stratenfonds heeft na 1933 in verband met den minder gunstigen financiëelen toestand der gemeente geen storting meer kunnen plaats vinden. De eindverrekening is aangegeven op bladz. 7 van de gemeente-rekening, dienst 193h-» Het restant van de uitgaven,welke niet uit het fonds kanden worden bestreden, is opgenomen in de leening ad f ,^0,200.-, welke krachtens Raadsbesluit dd. l6 Februari 1937>BO»52R/26, is gesloten. Daar de middelen om een fonds In stand te houden ook thans ontbreken,kan aan wederinstelling -zij het in beperkten vorm- niet worden gedacht. Da bedragen,welke belanghebbenden bij overname door de ge meente van straten moeten storten,worden in voorkomende gevallen belegd (zie b.v. volgnos. 7® 9n 83® begrooting I94O) c. Uit den Aanbiedingsbrief blijkt,dat vrij de voorgestelde financiering slechts gekozen hebben,om eindelijk deze urgente verbetering tot stand te kunnen brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1940 | | pagina 216