Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1940. BIJLAGE NO. 30.
voorbereidend onderwijs in stand kunnen worden gehouden en
zal dit onderwijs op een behoorlijk peil blijven, het nood
zakelijk is, van gemeentewege opnieuw de gelegenheid voor
het volgen van een opleiding tot bewaarschoolonderwijzeres
open te stellen. Wij zijn dan ook voornemens dit te bevorde
ren door met ingang van 1 September a.s. een nieuw 1e leer
jaar te vormen. Be netto-kosten hiervan worden, blijkens de
hierbij overgelegde begrooting, door ons geraamd op f.565.25
per jaar. Voor de laatste vier maanden van 1940 is een uit
gaaf vereischt van naar raming f. 457.67, waarbij geen reke
ning is gehouden met inkomsten wegens schoolgelden en bijdra
gen van buitengemeenten over dat tijdvak, omdat deze eerst
in 1941 zullen worden ontvangen. De belooning van het aan den
cursus verbonden onderwijzend personeel, welke tot dusver
f. 99.- per jaar voor elk wekelijksch lesuur van 60 minuten
bedroeg, hebben wij hierbij gedacht op f. 82.50 per lesuur
van 50 minuten. De daarvoor noodige wijzigingen van de be
trekkelijke verordeningen zullen wij te zijner tijd bij U ter
tafel brengen.
Aangezien de cursus drie leerjaren telt, spreekt het van
zelf, dat met het ontstaan van de tweede en de derde klasse
een stijging van de kosten gepaard gaat.
Het bovenstaande geeft ons aanleiding J in overweging te
geven te besluiten!
a. goed te vinden, dat met ingang van 1 September 1940 wordt
gevormd een nieuw 1e leerjaar van den gemeentelijken cursus
tot opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen;
b. ten behoeve van den onder a bedoelden cursus een bedrag
van f. 457.67 beschikbaar te stellen en daartoe vast te stel
len de hierbij behoorende wijziging van de gemeentebegrootlng
voor den dienst van 1940.
Leeuwarden, 7 Maart 1940.
Burgemeester en Vi/ethouders van Leeuwarden,
Burgemeester.
Verzonden 7 Maart 1940.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1940. BIJLAGE NO. 31.
BIJLAGE NO. 31
Aan den Gemeenteraad.
Blijkens het hierbij overgelegde schrijven van den
notaris mr. W.A. Offerhaus te Groningen heeft wijlen de heor
H. Aalderink, overleden aldaar 20 Juli 1939, bij uitersten
wil aan de gemeente Leeuwarden gelegateerd -niet vrij van
successierechten en onder bezwaar van vruchtgebruik ten be
hoeve van zijne echtgenoote- een geldsom van twee duizend
gulden, zulks onder den last om uit de renten daarvan jaar
lijks ter gelegenheid van het Kerstfeest eene tractatie te
doen aan de verpleegden in het Stadsverzorgingshuis alhier.
Wij hebben van deze mededeeling met erkentelijkheid ken
nis genomen en ongetwijfeld zal ook Uw Raad het op prijs
stellen, dat de heer Aalderink, die van 18 Maart 1872 tot
5 Mei 1884 ambtenaar ter gemeentesecretarie alhier is ge
weest, op deze milde wijze de verpleegden in het Leeuwarder
Stadsverzorgingshuis in zijn testament heeft bedacht.
Het Bestuur van de Gemeentelijke Instelling voor Maat
schappelijk Hulpbetoon heeft zich gaarne bereid verklaard,
te zijner tijd de rente van dit legaat jaarlijks voor de
door den erflater bedoelde tractatie te bestemmen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging, het
door wijlen Henderikus Aalderink, overleden te Groningen
20 Juli 1939, bij uitersten wil, den 10en Maart 1939 voor
den notaris mr. W.A. Offerhaus te Groningen verleden, aan
de gemeente Leeuwarden niet vrij van successierechten ge
maakte legaat, onder bezwaar van vruchtgebruik ten behoeve
van zijne echtgenooteAnna Maria Rozina Sievers, ten bedra
ge van twee duizend gulden, te aanvaarden, zulks onder den
last om uit de renten daarvan jaarlijks ter gelegenheid van
het Kerstfeest eene tractatie te doen aan de verpleegden in
het Stadsarmenhuis (lees: Stadsverssorgingshuis
Leeuwarden, 7 Maart 1940.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 7 Maart 1940.