By:
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 191+0. BIJLAGE NO. 81+.
BIJLAGE NO. 8I(_.
Aan den Gemeenteraad.
Bij besluit van den Secretaris-Generaal, waarnemend
Hoofd van het Departement van Financiën, in werking getreden
op 27 Juli 19I+O, is de wet van 29 December 1935» 3° no 7^0,
tot heffing van een couponbelasting, aangevuld met de bepa
ling, dat onder "effecten" mede zijn begrepen: "alle vorde
ringen ten laste van publiekrechtelijke of privaatrechtelij
ke rechtspersonen, indien deze vorderingen het gevolg zijn
van leeningen, die, bestemd tot voorziening in de kapitaal
behoefte dier rechtspersonen, in wezen dezelfde strekking
hebben als obligatieleeningen. Zoodanige strekking wordt in
elk geval aanwezig geacht, indien de leening niet binnen een
jaar na het aangaan daarvan zoowel opeischbaar als aflosbaar
is o
Het gevolg van deze aanvulling is, dat ook van de rente
der gemeentelijke vaste geldleeningen, welke niet in den
vorm van een obligatieleening zijn aangegaan, 2% belasting
door den schuldenaar (de gemeente) verschuldigd is.
De gemeente heeft de bevoegdheid, evenals zulks het geval
is met de belasting ten aanzien van obligatieleeningen, om
de belasting bij de uitkeering van de rente op de daarop
rechthebbenden te verhalen, tenzij de betrekkelijke leenings-
overeenkomst de z.g. belastingclausule, volgens welke de be
lasting voor rekening van den geldnemer komt, inhoudt.
Een gemaakte berekening heeft doen zien, dat de belasting
bedraagt
a> onderbandsche gewone geldleeningen, ten aanzien waarvan de
contracten geen belastingclausule inhouden:
over 19I+O f. 930.975 over I9I+I f. I.5O2.7O;
b. annuïteitsschulden, ten aanzien waarvan geen belasting
clausule geldt:
over 19I4.O f. 1.361+.26; over 19I+I f. 1.336,3!+;
c. onderhandsche gewone geldleeningen, ten aanzien waarvan
de contracten een belastingclausule inhouden:
over 19I+0 f. 1,860.78; over 191+1 f. l+»36O017
d. annuïteitsschulden, ten aanzien waarvan een belastingclau
sule van toepassing is:
over I9I+O nihil (de annuïteit is per 2 Juli 19^4-0
voldaan); over 1 §1+1 f. 1.51+0.55»
De mogelijkheid van verhaal bestaat dus met betrekking
tot de belasting op de rente van de hiervoor onder a en b ge
noemde schulden.
Evenmin als dat het geval was met de inhouding van de cou
ponbelasting op de rente van obligatieleeningen (zie bijlage
no. 1+ van Raadsagenda 193^4-)» zien wij thans reden, waarom
geen gebruik moet worden gemaakt van de bevoegdheid tot ver-4
haal, neergelegd in artikel 5 der wet op de couponbelasting.
Uw besluit d.d, 23 Januari 193^> n°27R/8, tot regeling
van het verhaal, ware dus te vervangen door een van wijder
s tr ekking
Onder mededeeling, dat de Financieele Commissie zich
blijkens haar hierbij overgelegd rapport daarmede kan veree-
nigen, geven wij IJ in overwaging te besluiten, met intrekking
van het besluit d.d. 23 Januari 193^)-» n°4 27R/8, tot afhouding
van do ccupcnbelasting" op de opbrengst der voor de heffing
in aanmerking komende geldleeningen, tenzij in de betrekkelij
ke overeenkomsten anders is of zal worden bepaald.
Leeuwarden, 15 Augustus 19^4-0
Bu_ gameester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA Burgemeester.
Verzonden 20 Augustus 191+0.
e 7+ E. SCHOTMAN Secretaris.