31+6.11 353.83 223.18 Bijlage tot het vèrslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1940» BIJLAGE NO. 86, Later is echter gebleken, dat het Rijk, niettegenstaande onze pogingen tot het doen innemen van een ander standpunt, bij de berekening van de exploitatiebijdragen niet alleen de (ook de later) verlaagde annuïteitsbedragen volgt, maar tevens den ouden -oorspronkelijker- looptijd in aanmerking neemt. Op wijziging van dit standpunt bestaat thans te min der kans, nu de rente van de niet geconverteerde Rijksvoor schotten inmiddels is teruggebracht tot Tot heden is de aangeduide reserveering evenwel tot stand gdbraoht* doch nu het vast staat, dat het Rijk voor de bedoel de berekening geen andere methode zal toepassen, heeft het geen zin meer de reserveering op den ouden voet te houden en voortgang te doen vinden. De gemeente heeft daaraan geen be hoefte, terwijl bovendien moet worden voorkomen, dat de voor schotnemers meer kasmiddelen beschikbaar moeten hebben dan noodig is. Om duidelijk te kunnen aangeven aan welke financierings wijze voortaan de voorkeur 'ware te geven, laten wij volledig heidshalve eerst volgen de schulddelging: a. zooals die van het annuïteitsjaar 1934/5 door de ge meente wordt toegepast; b. zooals die aan de voorschotnemers is opgelegd; c. zooals die door het Rijk in aanmerking wordt genomen voor de bejskening van de bijdragen in de exploitatietekorten. a. De gemeente betaalt een annuïteit, waarin thans ver disconteerd is een rente van 3s'/i>; de looptijd van het restant der leening wijkt af van de door voorschotnemers en Rijk aan gehouden looptijden (zie conversie 193U-) b. De voorschotnemers betalen een annuïteit, waarin verdisconteerd is een rente van 1+e>$; de looptijd van het res tant der voorschotten is overeenkomstig den oorspronkelijken opzet. c. Voor de berekening van de bijdrage in de exploita-" tietekorten van de voorschotnemers neemt het Rijk een annuï teit in aanmerking, waarin thans verdisconteerd is een rente van als looptijd wordt genomen die volgens den oorspron keli jken opzet. Het behoeft geen betoog, dat in de wijze van annuïteitsbe rekening meer eenheid moet worden gebracht. Het meest ge- wenscht zou zijn, dat elk der betrokkenen eenzelfde berekening volgde, maar omdat de gemeente niet mag afwijken van de lee- ningsvoorwaarden, welke indertijd bedongen zijn, en het Rijk zijn eenmaal opgezette berekening zal blijven volgen, is het slechts mogelijk de voorschotnemers de berekening te doen vol gen, als door de gemeente toegepast, dan wel deze gelijk te doen zijn aan die, door het Rijk in aanmerking genomen, in het eerste geval is geen rcserveoring noodig (immers de leening en de verstrekte voorschotten zullen dan gelijktijdig zijn af gelost) terwijl in het tweede geval reserveering wel moet plaats vinden (de looptijd van de gemeentelijke leening is langer dan de gemiddelde looptijd, welken het Rijk in aanmer king neemt) Wij geven er de voorkeur aan, door de voorschotnemers de laatstbedoeld eberekening te doen toepassen. Het Rijk zal n.l. na verloop van den door hem vastgestelden looptijd der voor schotten geen financieels bemoeiing meer hebben met de ex ploitatie der door de v©orschotten verkregen eigendommen. Het is gewenscht, dat de gemeente op dat tijdstip, waarop ook zij moet ophouden met geven van bijdragen in de exploitatie tekorten, niet uit anderen hoefde geldelijke betrekkingen met de voorschotnemers heeft, Daarenboven zal de voorgestelde be rekening voor de voorschotnemers het gemak opleveren, dat zij hun exploitatierekeningen voortaan kunnen opzetten overeenkom stig" Bijlage tot het verslag der handelingen, van_den -gemeenteraad van Leeuwarden, 19^4-0BIJLAGE NO. 86. stig de methode, welke door het Rijk wordt toegepast. De reserveering kan echter lager zijn dan tot heden heeft plaats gevonden, omdat voortaan slechts het verschil in loop tijd zijn invloed zal doen gelden. Omdat dit laatste reeds van toepassing is van het annuïteits jaar I93I+/5 af, ware de nieuwe berekening met ingang Van dat jaar toe te passen. Onder mededeeling, dat de Financieels Commissie zich daar mede blijkens haar overgelegd advies kan vereenigen, geven wij U, aan de hand van de berekeningen, vermeld in den hier bij overgelegden staat J, in overweging te besluiten tot: a. teruggaaf van het te veel gereserveerde over de annuïteits jaren 193A/3 tot en iJiet 1939/J+O aan: 1. de- Vereeniging voor Volkshuisvesting' tot een bedrag van f. 13.309.53,' 2. de Woningbouwvereniging "Beter Wonen" tot een bedrag van f. 67I+5.3I+; 6 3. de Woningstichting "patrimonium" tot een bedrag van f. 2718.96; ij.. 8e Woningstichting 'fet.Joseph" tot een bedrag van f. 5151.25; 5<> het Gemeentelijl®Woningbedrijf tot een bedrag van 'f. 22l4.53.7i; b. vaststelling van een wijziging van de begrooting der ge meente en die van het Woningbedrijf voor het dienstjaar I9I4-O, waarin het voorgestelde onder a is verwerkt; c. vaststelling van het restant- der voorschotten op 2 Juli 19m-0 (dus na aftrek mede van het aflossingsbestanddeel in de annuïteiten 1939/1+0) -a-, de voortaan met ingang van het annuïteits jaar 191+0/1 aan de gemeente te betalen annuïteiten -b-, een en ander overeenkomstig de door het Rijk toegepaste berekening en waaraan thans een rente van 32/0 en de oorspronkelijke looptijd ten grondslag liggen, zqlks overeenkomstig den navolgenden staat: Voorschotnemer Vereeniging voor Volkshuisvesting Woningbouwver e eni- ging "Beter Wonen" Woningstichting "Patrimonium" Woningstichting "StoJoseph" Gemeentelijk Woningbedrijf Oorspronke lijk bedrag v.n.voorschot i b. 1+82.985.98 Ut.5i6.38 78.6I4D.28 18.653.36 5l+.50j?.8i+ 14+3.89: >77 ,09 79.99 8.135 150.089 19.522.1 121.1+87.0, 10.572.31+ 73.237.66 10.399.67 128.050.1+9 28.37I+ 1+51.1+81+ 12.719.21 207.966.55 +.576.39 I+0I+.327.59 11+.I+89 „60 1+2,67! 68 36 08 8.7I+6.37 17.91+7.50 52.258.96 70.525.02 7.81+0.90 132,322.1+6 18.81I+.59 106.371.29 10.153.83 6l+.568.25 10.022.71 293.51 11I+ 27 395 12 1 83.31+8.76 i+.i+i 0.52 354.059.72 12.71+0.28 20.551.57 1.71+8.1+1 3.669.16 727.01 2.11+0.91 3.637.15 31?-9l+ 6,828.19 758.11 5.578. I+13.61 30329.9I+ 403.85 5,7I4.49 1.101.88 20o732.95 •495.13 9O455.74 - i 18 177.72 .567.42 >57.05 "d."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1940 | | pagina 311