1940. VI. 52—54. INKOMSTEN. HOOFDSTUK VI. Openbare werken. 52 Uitkeering van het bedrijf der gemeentewerken wegens overschot op ontvangen algemeene kosten door dat bedrijfmemorie Zie volgno. 188 b begrooting gemeentewerken. 53 Heffing voor het gebruik van openbare gronden en wateren2.300,- De heffing van rechten wegens tijdelijk gebruik van openbare straten geschiedt krachtens raadsbesluiten d.d. 8 Mei 1900, 11 Mei 1920 en 1 Juli 1924, goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 25 Juli 1900, no. 35, 16 Juli 1920, no. 80 en 3 September 1924, no. 47. Deze inkomsten zijn in hooge mate afhankelijk van de uitvoering van grootere bouw werken, waarbij door plaatsing van hulpgebouwen gebruik wordt gemaakt van openbare gronden en wateren. In verband met de ontvangsten over vorige jaren wordt de post op 2.300,geraamd. 54 Brug-, kaai-, haven-, kraan-, sluis-, dok- en veergelden 38.777,50 De raming op dezen post is als volgt te specificeeren a. bruggelden Bruggen Ontvangsten Harlingervaartsbrug Prins Hendrikbrug Wirdumerpoortsbrug Ie Kanaalsbrug 2e Kanaalsbrug Vrouwenpoortsbrug Noorderbrug Verversbrug Oosterbrug Vlietster- en Boomsbruggen Totaal in 1938 (53 weken) 1939 geduren de 35 weken 3.718,- f 2.431,12 - 3.111,82 - 2.105,75 - 2.072,90 - 1.442,87 - 2.679,70 - 1.788,57 - 2.970,65 - 2.031,60 - 1.054,82 - 656,32 - 1.276,34 - 813,80 10,06 5 658,55 403,32 667,08 - 321,41 18.219,92 f 11.994,76 De opbrengst van alle bruggen tezamen bedroeg in 1938 per week pl.m. ƒ344,en gedurende de eerste 35 weken van 1939 pl.m. ƒ343, Sedert de Hoeksterpoortsbrug in een vaste brug is veranderd, is de vaart door de Verversbrug sterk verminderd. Deze brug wordt dan ook niet meer van gemeentewege bediend, doch zoo noodig gedraaid door iemand, die in de onmiddellijke nabijheid woont en daarvoor de opbrengst van het bruggeld mag behouden. In verband met vermelde ontvangsten wordt voor 1940 geraamd 18.200, De bruggelden worden geheven krachtens raadsbesluit van 13 Mei 1924, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 28 Juli 1924, no. 203, gewijzigd bij raadsbesluiten van 20 November 1928 en 7 Mei 1929 en goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 11 Januari 1929, no. 14 en 29 October 1929, no. 18. b. kadegeld De opbrengst over 1938 bedraagt 4.582,87, terwijl voor 1939 ƒ4470,96 ten kohiere is gebracht. In verband hiermede kan de opbrengst voor 1940 niet hooger dan ƒ4.500,worden geraamd. Kadegeld wordt geheven krachtens raadsbesluit van 9 November 1920, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 7 Januari 1921, no. 31. 12 VI. 54—55. 1940. INKOMSTEN. c. havengeld. De opbrengst over 1938 bedraagt 16.265,83. Aan de hand van de ontvangsten tot en met het 3e kwartaal 1939 mag niet meer worden verwacht dan ƒ16.000, De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 24 Maart 1925, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 7 Mei 1925, no. 33, gewijzigd bij raadsbesluit van 20 November 1928, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 11 Januari 1929, no. 14. d. veergelden. De opbrengst van het pontveer bij het Ziekenhuis is tot 12 Mei 1941 verpacht voor 75,per jaar; die van het veer bij het Schoenmakersperk tot 12 Mei 1941 voor 50, per jaar, welke pachtsom in verband met de geringe opbrengst moest worden verlaagd tot 2,50; tezamen 77,50. De heffing van de veergelden geschiedt krachtens raadsbesluit d.d. 22 November 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 12 Januari 1899, gewijzigd bij raadsbesluiten van 31 Mei 1904, 23 Januari 1906, 12 Januari 1909, 25 Juni 1918 en 14 Februari 1922, goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 22 Juni 1904, no. 28, 26 Februari 1906, no. 30, 10 Februari 1909, no. 22, 8 Augustus 1918, no. 77 en 26 Mei 1922, no. 181. De heffingsverordeningen betreffende brug-, kade-, haven- en veergelden zijn voor onbepaalden tijd goedgekeurd. Verzameling: a. bruggelden18.200, b. kadegeld- 4.500, c. havengeld- 16.000, d. veergelden - 77,50 Totaal38.777,50 Marktgelden, wik-, weeg- en meetgelden84.500, Deze post wordt geraamd als volgt: a. marktgelden veemarkt Tarieven voor de verschillende soorten vee Aantal Bedrag Aantal Bedrag 1938 (52 weken) 1939 (35 weken) 1runderen en paarden a 0,35 2. varkens, kalveren, veulens en ezels a ƒ0,15 3. nuchteren kalveren, schapen en lammeren a ƒ0,10 4. biggen, bokken en geiten a 0,05 5. weegrechten a 0,25 weegrechten a ƒ0,15 76328 45891 79509 10513 3965 21737 26.714,80 - 6.883,65 - 7.950,90 525,65 991,25 - 3.260,55 59404 21714 64184 7035 2854 14021 20.791,40 - 3.257,10 - 6.418,40 351,75 713,50 - 2.103,15 46.326,80 33.635,30 In aanmerking genomen de aanvoer over de laatste 18 weken van 1938 wordt voor 1940 ƒ47.150,geraamd. De heffing van de veemarktgelden geschiedt krachtens raadsbesluiten van 11 Nov. 1919, 14 Februari 1922, 23 September 1924 en 14 Juli 1936, goedgekeurd bij Konink lijke besluiten van 5 Januari 1920, no. 37, 6 Juni 1922, no. 30, 22 November 1924, no. 5 en 28 Augustus 1936, no. 34. (Voor onbepaalden tijd goedgekeurd.) b. marktgelden diverse markten: 1. Kramen en disschen 2. Pachtsom Zaterdagavondmarkt 3. Pachtsom vaste standplaatsen 1938 1939 (52 weken) (35 weken) 5.359,87 3.856,94 600,— 600,— - 1.139, - 1.532,33 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1940 | | pagina 76