I, II. 192—197.
1940.
UITGAVEN
UITGAVEN.
GEWONE DIENST.
HOOFDSTUK I.
Vroegere diensten.
192 Nadeelig slot van den gewonen dienst volgens de laatst vastgestelde rekeningmemorie
De gemeenterekening, dienst 1938, wijst op afdeeling I een nadeelig slot aan van
ƒ55.791,20. In de rekening is echter niet kunnen worden verantwoord de extra-bijdrage
uit het Werkloosheidssubsidiefonds, geraamd op evengenoemd bedrag. De door den
Minister van Binnenlandsche Zaken ten aanzien van de verleening daarvan gestelde
eischen zijn ingewilligd bij raadsbesluit van 18 October 1939.
Verwacht wordt, dat verrekening nog zal kunnen plaats vinden in den dienst 1939,
in verband waarmede bovengenoemde post in deze begrooting pro memorie wordt uit
getrokken.
193 Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren7.000,
Zie de toelichting bij volgno. 1.
194 Bijdrage aan Hoofdstuk IX par. 2 van den gewonen dienst van het vorig dienstjaar wegens
restant-uitkeering der extra-bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds in de kosten van
steunverleening en werkverschaffing aan werkloozen over 1939 30.232,50
Op volgnummer 148 van de begrooting voor 1939 is wegens restant-uitkeering der extra-
bijdrage 30.232,50 geraamd.
Zie volgno. 2.
HOOFDSTUK II.
Algemeen beheer.
196 Jaarwedde van den Burgemeester9.000,
De regeling van de jaarwedden van burgemeesters, secretarissen en ontvangers is vast
gesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland, d.d. 27 Juni 1929, no. 149,
2e afd., goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Augustus 1929, no. 25, gewijzigd bij
besluit van 11 Mei 1932, no. 15, 2e afd., goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 Juni
1932, no. 80, bij besluit van 6 Maart 1935, no. 110, 2e afd., goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 23 Maart 1935, no. 44, bij besluit van 2 December 1936, no. 134, 2e afd.,
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 December 1936, no. 50, en bij besluit van
11 Januari 1939, no. 128, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Februari 1939, no. 23.
197 Jaarwedden van de Wethouders 10.800,
Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland d.d. 10 April 1934,
no. 79, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Mei 1934, no. 10.
45