Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 194-6. BIJLA.GE No.38. BIJLAGE NO.38. Aan den Gemeenteraad. In den bezettingstijd zijn in de verordening tot hef fing van een vermakelijkheidsbelasting enkele bepalingen tot vrijstelling van betaling opgenomen, welke ten doel hadden in stellingen van "de nieuwe orde" ook in dit opzicht te bevoordee- len. Zoo werden de bijeenkomsten van "Vreugde en Arbeid" vrijge steld, terwijl in artikel 4 onderdeel d (zie de bij de stuk ken ter inzage gelegde verordening) werïï ingevoegd met de be doeling de vermakelijkheden, te geven door de voormalige stich ting "Winterhulp Nederland", aan de belastingheffing te ont trekken. De redactie van deze laatste vrijstellingsbepaling is evenwel dusdanig gekozen, dat zij tevens aan de bona-fide in stellingen de gelegenheid gaf hiervan te profiteeren. Met name na de bevrijding is de toepassing van deze bepaling veelvuldig aan de orde geweest. Wij achten echter nu den tijd gekomen, dat ook deze bepaling wordt geschrapt. Evenmin als dat voor den oorlog het geval was, vinden wij thans aanleiding een vrijstelling in dit opzicht te handhaven. Leze door ons noodig geachte wijzigingen hebben mede tot ge volg, dat toepassing moet worden gegeven aan artikel LXVIbis der wet van 22 April 1937, S. 311 (wet tot wijziging van de Ge meentewet), houdende de overgangsbepaling: "De bij het in werking treden dezer wet bestaande in vorderingsverordeningen blijven van kracht gedurende den geldingsduur van de heffingsverordening, waarop zij betrekking hebben, tenzij het bevoegd gezag daar in eerder wijziging brengt." Door de genoemde wijzigingswet n.l. is voor een afzonderlij ke verordening op de invordering geen plaats meer; de daarop betrekking hebbende bepalingen moeten thans worden opgenomen in de heffingsverordening (artikel 290 Gemeentewet). Het ligt voor de hand, dat de bepalingen van heffing en in vordering der bestaande verordeningen niet zonder meer zijn samengevoegd, doch dat de gelegenheid is te baat genomen een algeheele herziening tot stand te brengen, waardoor hier en daar verouderde bepalingen aan de huidige omstandigheden kon den worden aangepast en voorts de geheele verordening met de behoeften van een jarenlange practijk in overeenstemming kon worden gebracht. Bij lezing van de hierbij ter vaststelling aangeboden ont- vrerp-verordening zal blijken, dat de bepalingen voor zich zelf spreken en dat een uitgebreide toelichting overbodig is. In het algemeen zijn de verplichtingen van de ondernemers der ver makelijkheden scherper omlijnd, met als gevolg, dat de straf bepaling meer om den hoek komt kijken. Dat is in den huidigen tijd wel noodig; het is goed, dat een ieder weet wat hem bij ontduiking of poging daartoe te wachten staat. Wij geven Uwe Vergadering in overweging de verordening over eenkomstig het ontwerp vast te stellen. Leeuwarden, 12 Juni 1946. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. VAN DE2 MEULEN, Burgemeester. J. VEENSTRA, 1. -Secretaris. "ONTWERP'.'

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1946 | | pagina 248