Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1946. BIJLAGE NO.50. In de hierbij ter vaststelling aangeboden ontwerp-ver ordening zijn deze tarieven opgenomen. Voor het overige zijn de bepalingen, behoudens enkele wijzigingen van redactionee- len aard, gelijk aan die der oude verordeningen op de heffing en de invordering. Voorts zijn de beide verordeningen ter voldoening aan artikel LXVlbis der wet van 22 April 1937, S. 311 (wet tot wijziging van de/Gemeentewet) tot een verordening samengevoegd. Wij geven Uwe Vergadering in overweging de hierbij m ontwerp afgedrukte verordening vast te stellen. Leeuwarden, 11 Juli 1946. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A .A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester. T. BAKKER, 1-8eere taris ONTWERF. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; Gelet op de artikelen 277, sub h, en 286 der Ge meentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING tot heffing van een belasting op het houden van honden Artikel 1 Er wordt ten behoeve van de gemeente een belasting op het houden van honden in deze gemeente geheven. Art2 De belasting is verschuldigd door ieder, die tijdens het belastingjaar in de gemeente zijn hoofdverblijf heeft en een of meer honden houdt. Als houder wordt aangemerkt hij, die, onder welken titel ook, een of meer honden bezit of onder zijn opzicht heeft, of, wanneer in zijn gezin een hond gehouden wordt, onverschil lig of deze meer bijzonder aan een der leden van het gezin mocht toebehooren,. het hoofd van het gezin. Zoo noodig beoordeelt de Controleur der Gemeentebelastin gen naar de omstandigheden wie als hoofd van het gezin wordt aangemerkt De houder, die bij anderen inwoont zonder te behooren tot een gezin, is persoonlijk belastingschuldig. Art3 Dë belasting bedraagt 's jaars: 1e. voor eiken hond, uitsluitend gehouden ten dienste van den landbouw of eenig bedrijf van nijverheid, f 2,50; 2e. voor eiken hond, uitsluitend gehouden ter bewaking van gebouwen of erven, f 17,50; 3e. voor eiken anderen hond f 20, s-"Als Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1946. BIJLAGE NO.50. Als honden ten dienste van eenig bedrijf van nijverheid worden uitsluitend beschouwd de honden, die in een bedrijf van nijverheid worden gebruikt en niet anders op den open baren weg komen dan vastgehouden aan een ketting, touw of riem of als trekhond ingespannen in een tuig. Als honden ter bewaking van gebouwen of erven worden uit sluitend de honden aangemerkt, welke het gebouw of erf niet - verlaten. Een hond, die op den openbaren weg wordt aangetrof fen, wordt geacht niet uitsluitend tot bewaking van gebou wen of erven te dienen, Art. 4. De belasting is niet verschuldigd: 1e. voor honden, die nog geen twee maanden oud zijn; 2e. voor honden, gehouden op vaartuigen, door daarin wonende schippers, die geen woonplaats aan den vasten wal hebben, mits de honden aan boord van het vaartuig worden gehouden 3e. voor honden boven het getal van twee toebehoorende - aan en gehouden door kooplieden in of fokkers van hon den, bestemd tot koopwaar, mits op den openbaren weg aan een ketting, touw of riem vastgehouden; 4e. voor honden, welke uitsluitend dienen om blinde personen te leiden of om te dienen als trekhond voor vervoermid del van gebrekkige nersonen. Art. 5. De belasting is slechts voor de helft verschuldigd, wan neer de belastingplichtigheid ontstaat in de tweede helft van he t^)e lasting jaar Voor een hond, waarvoor de belasting reeds door een vori- gen houder is betaald, is over de eerste helft van het be lastingjaar niet opnieuw belasting verschuldigd door den nieuwen houder, mits deze van den overgang van dien hond binnen veertien dagen daarna kennis geeft aan den Contro-- leur der Gemeentebelastingen onder overlegging van het ge kwiteerde aanslagbiljet van den vorigen houder en van een door dezen geteekende verklaring be treffende/de n overgang. Deze bepaling is in verband met het bepaalde in artikel 4, 3e, niet van toepassing op honden, overgenomen van koop lieden in of fokkers van honden, zoolang door deze koop lieden of fokkera in dat belastingjaar nog twee honden worden gehouden. Art6 Voor honden, die in den loop van het belastingjaar niet meer vallen onder die, aangeduid onder artikel 3, eerste lid, le of 2e, is de belasting verschuldigd, ver meld in artikel 3, eerste lid, 3e. Art. 7. Aan belastingschuldigen, die zich vóór 1 Juli van het belastingjaar van hun honden hebben ontdaan en in de tweede helft van dat jaar niet weder volgens deze verordening be lastingplichtig worden, alsmede aan houders van honden, die voor 1 Juli van het belastingjaar hun hoofdverblijf naar een andere gemeen/te overbrengen, wordt op hun schriftelijke aanvraag door den Controleur der Gemeentebelastingen terug gave van de helft^an hun aanslag verleend, mits deze aan vraag geschiedt voor of op 5 Juli van het belastingjaar. Art. 8. Wanneer eenig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte geen of te weinig "belasting is geheven, wordt de niet of te weinig geheven belasting van den belas tingplichtige of zijn erfgenamen nagevorderd, zoolang niet"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1946 | | pagina 267