Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1946. BIJLAGE WO. 65.
BIJLAGE WO. 65.
Aan den Gemeenteraad.
Bij adres van 1 Juli 1946 vraagt het Bestuur der Vereeni-
ging tot stichting en instandhouding van Scholen met den Bij
bel te Huizum hem de vergoeding, bedoeld bij artikel 10Ibis
der Lager-onderwijswet 1920, wegens het hebben van vakonder
wijzers, te blijven toekennen tot 1 September 1946, opdat dit
bestuur gelegenheid zal hebben zich aan te passen aan de re
geling, welke geldt voor het openbaar lager onderwijs in deze
gemeente
Te Uwer inlichting nopens de strekking van genoemd adres
deelen wij U mede, dat de gang van zaken met betrekking tot
het toekennen van deze vergoeding is geweest als volgt.
Toen op 1 Januari 1944 een gedeelte der gemeente Leeu-
warderadeel aan het grondgebied van deze gemeente werd toe
gevoegd, ontstond een moeilijkheid ten aanzien van de toe
passing van meergenoemd artikel 101bis, o.m. ten opzichte
van de door adressant beheerde scholen. Artikel 101bis
gaat er n.l. van uit, dat alleen vergoeding kan worden
toegekend, wanneer in het voorafgaande jaar aan de
gelijksoortige openbare scholen vakonderwijs is gegeven.
Nu over 1943 aan de openbare scholen voor gewoon lager onder
wijs in de gemeente Leeuwarden geen vakonderwijs werd gegeven,
zou over 1944 naar den letter van genoemd artikel dan ook
geen vergoeding ex artikel 101bis kunnen worden uitgekeerd.
Het niet toekennen van deze vergoeding werd echter in strijd
geacht met de bedoeling der grenswijzigingsbeschikking. Uit
dien hoofde is dan ook over 1944 een vergoeding beschikbaar
gesteld, welke gebaseerd was op de kosten van het vakonderwijs
bij het openbaar gewoon lager onderwijs over het jaar 1943
in het aan Leeuwarden toegevoegde gebied.
Om dezelfde redenen was het gemeentebestuur van meening,
dat de aan de openbare scholen te Lekkum en Mirdum verbonden
vakonderwijzeressen in de nuttige handwerken dienden te wor
den gehandhaafd en dat deze scholen op grond van verkregen
historische rechten in dit opzicht niet de dupe mochten wor
den van de samenvoeging met Leeuwarden. Hoogere instanties
waren echter van een ander gevoelen, als gevolg waarvan
de betrokken onderwijzeressen overeenkomstig de saneerings-
normen voor steunbehoevende gemeenten, met ingang van 15
Augustus 1944, wegens opheffing van haar betrekking zijn
ontslagen
Aangezien dus in 1944 nog vakonderwijs in de handwerken
werd gegeven aan de scholen te Lekkum en te Wirdum kon ook,
overeenkomstig het bepaalde bij artikel 101bis der wet,
over 1945 aan het adresseerende bestuur nog een vergoeding
voor vakonderwijs worden toegekend. Het verstrekken van een
vergoeding over 1946, of een gedeelte daarvan, zou echter
in strijd zijn met de duidelijke bewoordingen van art.lOlb'is
en bovendien een onbillijkheid scheppen tegenover het open^-"
baar lager onderwijs, waarvan de betrokken leerkrachten reeds
met ingang van 15 Augustus 1944 moesten worden ontslagen.
Aangezien de wet dit niet^ voor schrijft en het derhalve
ook geen gebruik is aan schoo£sturen vooraf van gemeentewege
kennis te geven van het niet toekennen van een vergoeding
over een bepaald jaar, kan het hieromtrent aangevoerde
argument van adressant in dezen niet van invloed zijn. Het
ligt geheel op den weg van het schoolbestuur zich tijdig
op de hoogte te stellen, of aan de voorwaarden, verbonden
aan de toekenning van uit keer ingen ingevolge de Lager-onder
wijswet 1920, wordt voldaan.
- Op -