Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1946. BIJLAGE HO.72 BIJLAGE NO. 72. Aan den Gemeenteraad. Bij het ontwerp voor de thans in uitvoering zijnde 35 woningen aan de Geranium- en Dahliastraat waren, op aan drang vanwege het Ministerie van Openbare Yferken en Weder opbouw, de schuurtjes van 2 woningen gecombineerd, in dier voege, dat de schuurtjes, aansluleende aan het bouwblok, achter elkaar geprojecteerd waren. Aangezien een dergelijke constructie niet voldeed aan het bepaalde in art.17> 5e lid, sub b, der Bouwverordening, ontmoette dit bezwaar van de zijde van den Inspecteur voor de Volkshuisvesting, hetgeen ten gevolge had, dat genoemd Ministerie het bouwplan niet meende te mogen goedkeuren De strekking van het aangehaalde artikel uit de Bouwver ordening is,uitbouwen aan de achtergevels van de woningen in het belang van de volkshuisvesting (volksgezondheid) zooveel mogelijk te beperken en binnen de vastgestelde toe laatbaar geachte grenzen te houden. Hoewel erkend dient te worden, dat het project inderdaad niet aan de eischen der verordening voldeed, houdt dit geens zins in, dat de uitvoering daarvan op zichzelf minder ge- wenscht zou moeten worden geachtHet alternatief toch van de hier voorgestane oplossing is de bouw van een gecombi neerd schuurtje, hetwelk los van de hoofdmassa staat. Gezien het vrij ondiepe achtererf, is hiervan het gevolg, dat tus- schen woningen en schuurtjes stukjes tuin overblijven, waar de zoninval sterk belemmerd wordt, zoodat gevaar voor vochtig heid bestaat. Ook komen de schuurtjes in de volle breedte achter de woningen te staan, waarbij gewezen wordt op de be trekkelijk geringe breedte van deze laatste. Volgens het door ers ontworpen plan zou de breedte van den achteruitbouw per wo ning slechts de halve breedte van het schuurtje bedragen. Een tweede voordeel vormde daarbij tevens de lagere bouwkosten en eenige besparing van bouwmaterialen. Wij achten deze aangelegenheid op zichzelve niet bijzonder belangrijk, aangezien de diepte van de bouwblokken volgens het uitbreidingsnlun over het algemeen ruim is, zoodat een conflict met de Bouwverordening zich dan niet voor kan doen. Bij bouw in de bestaande bebouwde kom, bij saneering van krot woningen en in bijzondere gevallen is zulks echter geenszins uitgesloten Wij zijn dan ook van meening, dat het alleszins aanbevelens waardig moet worden geacht de Bouwverordening in dier voege te wijzigen, dat een bebouwing als thans is ontworpen, waar zulks wenschelijk blijkt, kan worden toegepast. Uiteraard zal er van gemeentewege op dienen te worden toegezien, dat langs dezen weg geen ongewenschte uitbouwen ontstaan, welke thans door de verordening worden geweerd. De Commissie voor Openbare Werken heeft medegedeeld, dat zij zich met het hier voorgestelde geheel kan vereenigen. Op grond van het vorenstaande geven wij U, onder overlegging van de stukken, in overweging over te gaan tot vaststelling van de hierachterin ontwerp afgedrukte verordening. Leeuwarden, 12 September 1946. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M.VAN DER MSULEN Burgemeester. T.BAKKER, Secretaris. ONT-"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1946 | | pagina 291