Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van-Leeuwarden, 1946. BIJLAGE 10.120.
BIJLAGE NO. 120.
Aan den Gemeenteraad.
Hierbij bieden wij U de ontwerp-gemeentebegrooting
voor 1947, alsmede de ontwerp-bedrijfsbegrootingen voor dat
jaar aan.
Verschillende omstandigheden, waarop wij geen invloed konden
uitoefenen, hebben ons genoodzaakt er van af te zien om de ont
werpen tijdig in te dienen. De vertraging vindt haar oorzaak
o.m. in personeelsmutaties en in den achterstand in de werkzaam
heden, die belette, dat beschikt kon. worden over de laatst be
kende cijfers. Tevens dienen in aanmerking te worden genomen de
moeilijkheden, welke werden ondervonden bij de raming van de
uitgaven (stijging van loonen en materiaalprijzen) en de onzeker
heid, welke zelfs thans nog bestaat ten aanzien van onderschei
dene, belangrijke, inkomsten der gemeenten.
Het ontwerp voor de gemeentebegrooting-1947 wijst aan, voor
zooveel den gewonen dienst betreft:
wegens geraamde uitgaven f. 9.030.698,53
wegens geraamde inkomsten 7.034.168,71
zoodat het ongedekte tekort wordt-geraamd op f. 1.996.529,82
In onzen brief ter begeleiding van de ontwerp-begrootingen
1946 hebben wij de oorzaken aangegeven, waaraan moest worden
toegeschreven, dat de gemeentebegrooting niet dan met een geraamd
tekort kon worden opgemaakt. Onge motiveeringen samenvattende,
betoogden wij -ten slotte:
"Met het vorenstaande hebben wij duidelijk willen maken, dat
zoowel de regeling in zake de financieele verhouding tusschen
het Rijk en de gemeenten, als die omtrent- het aan de gemeen
ten toegewezen belastinggebied, binnen niet te langen tijd
aan een herziening behooren te worden onderworpen."
Sedertdien is door de Ministers van Financiën en van Binnen-
landsche Zaken een commissie ingesteld, welker taak als volgt
omlijnd is maatregelen te beramen tot herstel van de financieele
zelfstandigheid van de gemeenten en der provinciën en hierbij in
het bijzonder aandacht te schenken aan de vraag:
a. of bij de bestaande taakverdeeling tusschen het Rijk, de
provinciën en de gemeenten wellicht wijziging wenschelijk en moge
lijk is in de verdeeling van de financieele lasten, dan wel of,
ter wille van een betere financieele- verhouding, wijziging in die
taakverdeeling noodig is;
b. of het gewenscht is te streven naar inkrimping van het ge
meentelijk budget door uitgaven van de.gemeenten naar het Rijk
over te hevelen.
De commissie is op 13 Februari 1946 met haar werk begonnen en
het'is, gelet op haar veelomvattende taak, niet te verwachten,
dat zij een oplossing van het v. or de gemeenten gewichtige vraag
stuk spoedig gevonden zal hebben.
Dit laatste is voor den Minister van Binnenlandsche Zaken aan
leiding geweest zich-bij circulaire van 4 Juli 1946 tot de ge
meentebesturen te wenden met de mededeeling., dat in afwachting
van de resultaten van. het commissoriaal onderzoek enkele nood
voorzieningen zijn getroffen.
Daarvan zijn voor deze gemeente van belang:
aRijksbijdrage in de kosten van de politie
In uitzicht wordt"gesteld" een bijdrage uit 's Rijks kas in de
kosten van de politie van 1943 af.
Bij de afzonderlijke bespreking van onderscheidene volgnummers
komen wij hierop terug.