Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1946. BIJLAGE NO.120. bDekking van de tekorten van 1945 en vroegere jaren. Het ongedekte tekort van den gewonen dienst tot en met 1945 is te stellen op rond f. 1,666,000,- (zie de toelichting bij volgno.589). Werd tot dusver het standpunt ingenomen, dat bij de bepaling van steun uit 's Rijks kas of uit de tweede afdeeling van het Gemeentefonds elk dienstjaar op zichzelf moest worden beschouwd en werd met name niet toegelaten den gewonen dienst te belasten met een uiteaaf ter delging van te korten van vorige jaren, blijkens bovenaangehaalde circulaire wprdt van dit beginsel afgeweken, daar thans is toegestaan, dat een dergelijke ost in de begrooting wordt opgenomen. Te beginnen met 1946 wordt goedgevonden, dat ter gedeeltelijke dekking van de tekorten van vorige jaren een bedrag op den ge wonen dienst wordt geraamd. De gemeente zal te dien einde een dekkingsolan opstellen, waarbij als algemeene norm moet gelden, dat delging 'in 10 jaar plaats vindt. Als gevolg hiervan is onder volgno. 589 een bedrag van f. 166.600;- geraamd als bijdrage aan den kapitaaldienst, naar welken diénst de tekorten zijn overgebracht. Hierbij valt in het oog te houden, dat bij de bepaling van. deze tekorten nog geen rekening kon worden gehouden met den Rijkssteun, omdat deze nog niet is vastgesteld. Het tekort'van den gewonen dienst der 'in ontwerp aangebo den begrooting wordt' in afwachting van na'der ter zake te stel len regeleh gedekt door een bijdrage van den kaoitaaldienst zie volgnos1 86 en 751 Na het vorenstaande algemeene gedeelte gaan wij thans over tot het verstrekken van een nadere toelichting, waar dit naast de gegevens, vermeld in de Memorie van Toelichting, nog noodig of gewenscht 'voorkomt. Hierbij 'maken wij vooraf de algemeene opmerking, dat de ra ming van de posten naar ons beste-weten en volgens de thans be schikbare gegevens is geschied, doch dat onder de huidige on zekere omstandigheden uit den aard der zaak de noodzakelijkheid der indiening van aanvullende ramingen geenszins uitgesloten moet worden geacht. GEMEBNTEBBGROOTING Gewone dienst. Volgno4Uitkeeringen Gemeentefonds. Bij zijn circulaire van 25 November 1946 heeft de Minister 'van Bmnenlandsche Zaken medegedeeld, dat bij gebreke van nadere gegevens de formule-, en garantie.uitkeering uit het Gemeentefonds ware 'te stellen op het bedrag, dat .in 1-943 ontvangen is. In het aangeboden' ontwerp was dit reeds aangenomen. In de bovenaangehaalde circulaire wordt tevens medegedeeld, dat de raming van de -uitkeering per inwonend uit het Gemeente fonds kan worden berekend naar f. 2,80 per 'inwoner, waarmede in het'ontwerp rekening gehouden is. Volgnos. .55 en 252 e.v. Kosten politie. Bij Koninklijk besluit van 4 November 1946 (Staatsblad G 311 is een regeling vastgesteld, volgenswelkede gemeente over de jaren 1943, 1944 en 1945 aansoraak kan maken op een bijdrage uit 's Rijks kas in de kosten der politie,gelijk aan het bedrag, dat in de genoemde jaren -naar het gemiddelde per inwoner gerekend- me°r is uitgegeven dan in het jaar 1939. Dit dien hoofde mag de gemeente rekenen op een ontvangst van naar raming f. 688.000,- (isie de toelichting bij volgno. 589), met welk bedrag het tekort van de diensten tot en met 1945 behoort te worden verminderd. "Een-" Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1 946. -BIJLAGE NO. 120. Eenzelfde regeling geldt voor het jaar 1946; de financiee- le gevolgen ten aanzien van dit jaar zullen te zijner tijd door middel van een wijziging in de begrooting-1946 worden verwerkt. Ook in de begrooting voor het jaar 1947 mag een dergelijke bijdrage worden uitgetrokken. In plaats van de rekeningscij- fers zullen de geraamde bedragen, na goedkeuring, als grond slag dienen voor de vaststelling van de uitkeering. De werkingsduur van het besluit is met het laatstgenoemde jaar geëindigd- Volgnos.75 e.v. Schoolgelden De achterstand bij' de administratie van den Rijksbelasting dienst is van dien aard, dat het dit jaar niet tot een rege ling van de aanslagen in het schoolgeld is kunnen komen, in verband waarmede het besluit is moeten worden genomen, om voorloopige aanslagen op te leggen. Volgno160. Opcenten personeele belasting. Daar de provincie -over het belastingjaar 1 Juni 1947/8 50 opcenten"op de hoofdsom 'der personeele belasting zal gaan heffen, blijven voor de gemeente slechts 1'50 opcenten ter be schikking. De opbrengst daarvan wordt in'overleg met den Rijksbelastingdienst geraamd op f. 340.000,-. De lagere raming is niet alleen het gevolg van het voor de gemeente" beschikbare geringere aantal opcenten, maar moet ook worden geweten aan de al of niet gedwongen samenwoning van gezinnen, waarvan een la gere heffing het gevolg is. Volgno.161Ondernemlngsbe lasting. Als gevolg van den reeds gesignaleerden achterstand kan de Rijksbelastingdienst voor de opbrengst van deze belasting geen raming geven. Gelijk bekend, behoort op het dienstjaar te wor den verantwoord hetgeen van het Rijk over 1 Juli 1947 tot 1 Juli 1.948 wordt ontvangen. Het is duidelijk, dat door den achter stand de ontvangst verschillende belastingjaren kan betreffen en ook betreft, waarom het ramen vap een opbrengst wel zeer moeilijk is. Omdat uiteindelijk toch een bedrag behoort te wor den -uitgetrokken, hebben wij een opbrengst aangenomen, ongeveer gelijk aan het gemiddelde over vorige jaren. Volgno343Vakonderwi js Het is ons gebleken, dat de toezichthoudende organen zich slechts kunnen vereenigen met het geven van vakonderwijs in de lichamelijke oefening aan de leerlingen bij het voortgezet lager onderwijs. Zie yolgno.362, waarop een bedrag voor dit onderwijs is uitgetrokken. Volgnos. 347, 365. 578. Leermiddelen. Bij circulaire van 4 November 1 946 hebben wij de mededeel ing ontvangen, dat dé steunbehoevende gemeenten voor het aanschaf fen van leermiddelen enz.kde bedragen mogen uittrekken als in het ontwerp geraamd. De aangelegde normen komen vrijwel overeen met die, welke wij ons v-oorgesteld hadden aan Uwen Raad ter vast stelling aan te bieden. Het spreekt vanzelf, dat de onderweroelijke kosten ten behoeve van het buitengewoon- en het voorbereidend lager onderwijs ook hooger behooren teworden uitgetrokken (zie volgnos. 396 en 408 Volgnos. 405 en 446. Voorbereidend Laf/y onderwijs Bij de behandeling van de gemeentebegrooting-1946 hebben wij toegezegd, een onderzoek te zullen instellen naar de wijze, waar op verbeteringen in de salarieering van het personeel bij het openbaar onderwijs en in de subsidieering van het bijzonder on derwijs zullen kunnen worden aangebracht, in welk onderzoek te- ve ns

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1946 | | pagina 346