1946.
II. 224—228. UITGAVEN.
a. jaarwedden der ambtenaren:
1 commies-chef (ƒ3.312,(- 180,k.t. 144,t.t.) 3.636,
1 commies (ƒ3.519,(-ƒ153,t.t.)- 3.672,
3 adjunct-commiezen 2e klasse:
7.349,— 180,— k.t. 531,— t.t.) - 8.060
1 eerste klerk (ƒ2.277,(- ƒ180,k.t.
ƒ198,t.t. ƒ1.025,persoonlijke toelage) - 3.680,
1 eerste klerk (ƒ1.863,(-ƒ162,t.t.) - 2.025,
1 derde klerk (ƒ1.760,(-ƒ180,k.t. 153,t.t.) - 2.093,
8 machineschrijvers op arbeidscontract- 9.600,
4 bevolkingsagenten 9.833 180,k.t. ƒ855,t.t.). - 10.868,
43.634,—
b. overige kosten
drukwerken en bureaubehoeften1.612,
kosten van huisnummering- 60,
rijwielvergoeding aan 4 bevolkings-agenten- 144,
1.816,—
Totaal45.450,—
De jaarwedden zijn geregeld bij raadsbesluit van 7 April 1936; tevens is van toe
passing het besluit van burgemeester en wethouders dd. 26 Juni 1945.
Kosten vallende op het houden der loting en het keuren voor den dienstplichtmemorie
225
V.g. volgnos. 20 en 117 begrooting gemeentewerken.
Kosten van aansluiting, enz. aan het registratuurbureau der Vereeniging van Nederland-
226 sche gemeenten400,-
De gemeente is aangesloten bij het bovengenoemde bureau. De abonnementskosten
bedragen ƒ160,per jaar. Wegens kosten van aanschaffing van benoodigdheden wordt
240,geraamd.
Verzekering tegen ongevallen en invaliditeitJ)300,
227
Op dezen post worden geraamd de kosten van verzekering ingevolge de Ongevallenwet
1921 en de uitgaven voor rentezegels ingevolge de Invaliditeitswet voor personen, welke
niet in pensioengerechtigden gemeentedienst werkzaam zijn.
In totaal is geraamd ƒ3.490,welk bedrag over verschillende hoofdstukken wordt
verdeeld.
Premie ingevolge de Ziektewet, het Ziekenfondsenbesluitenhet Besluit Ned. Politie-Ziekenf'onds 1.218,
228 -
De premie ingevolge de Ziektewet wordt geraamd op 3 van het loonbedrag.
Van de premie mag een derde op den verzekerde worden verhaald.
Wegens premie ingevolge het Ziekenfondsenbesluit moet worden gerekend op 4 van
het verloonde bedrag; de helft mag worden verhaald.
Ten slotte moet worden geraamd de verschuldigde premie aan het Politie-Ziekenfonds,
waarvan de helft voor rekening van den verzekerde komt.
Zie volgno. 8.
J) Voor een verdeeling van de verschillende verzamelposten wegens kosten van verzekering, pensionneering enz.
van ambtenaren over onderscheidene hoofdstukken, wordt verwezen naar den hierachter als bijlage I afgedrukten
staat.
44
1946.
II. 229—230. UITGAVEN.
Wachtgelden2.821,
Op dezen post wordt geraamd:
Hoofdstuk II:
wachtgeld van den oud-verslaggever Raadshandelingen (S. Jonker)
wachtgeld van een oud-wethouder (P. Feddema)- 1.188,
idem (IJ. de Walle) - 1.633,—
2.821,—
Hoofdstuk VI:
wachtgeld van een oud-plantsoenarbeider (J. Miedema)- 1.162,
Hoofdstuk VIII, 2.
wachtgeld van een oud-onderwijzer lichamelijke oefening (W. de Vries)948,
idem (R. de Jong)- 650,
wachtgeld van een oud-onderwijzeres nuttige handwerken tot 15 Mei 1946
naar ƒ135,per jaar (D. Bottema)- 50,
1.648,—
Hoofdstuk VIII 7:
wachtgeld van een oud-onderwijzer lichamelijke oefening
(Th. van Beijeren Bergen en Henegouwen)- 1.176,
Deze wachtgelden zijn verleend krachtens het raadsbesluit dd. 28 December 1938,
n< 364R/272, waarbij Burgemeester en Wethouders zijn gemachtigd de wachtgeldverorde-
n ag in voorkomende gevallen toe te passen op de aan bijzondere scholen voor gewoon
la er onderwijs in deze gemeente verbonden vakonderwijzers(essen) in de lichamelijke
oefening.
Hoofdstuk VIII, 16:
w chtgeld van den oud-directeur der Stedelijke Muziekschool (W. Zonderland) 2.055,
wachtgeld van een oud-leeraar idem (S. Sterck) - 1.244,
wachtgeld van een oud-leerares idem (Mej. G. A. Zandleven)- 416,
3.715,—
Hoofdstuk IX, 1
wachtgeld van een oud-1 en klerk bij den gemeentelijken dienst voor Sociale
Zaken (Mevr. G. J. A. W. Bosvan Daalen) - 1.393,
Hoofdstuk XV
wachtgeld van oud-ambtenaren der voormalige gemeente Leeuwarderadeel
directeur gemeentewerken (J. Smits) 3.400,
ambtenaar ter secretarie (J. L. Sas) - 1.500,
hulpkeurmeester vee en vleesch (H. W. de Vries)- 1.875,
6.775,—
Totaal18.690,—
Op dezen post zijn in het algemeen de bruto wachtgeldbedragen geraamd. Buiten be
schouwing zijn dus gebleven de op de wachtgelden toe te passen kortingen tengevolge van
genoten inkomsten wegens werkzaamheden, ter hand genomen na de opwachtgeldstelling.
Deze kortingen zijn, voor het geval de betrokkenen inkomsten uit particuliere bron ge
nieten, uiteraard moeilijk te ramen. Voor zoover mogelijk, vindt tewerkstelling bij de
gemeente plaats.
Terugbetaling aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds van pensioenen, verleend aan in
dienst der gemeente geweest zijnde ambtenaren 14.280,
Deze post strekt ter voldoening aan het bepaalde in artikel 158 der Pensioenwet 1922
(Staatsblad no. 240). Op grond van dit artikel is de gemeente voor de op 1 Mei 1913 in
haren dienst zijnde ambtenaren vrijgesteld van de betaling van de bijdragen voor bet
eigen pensioen dier ambtenaren. De gemeente is echter gehouden van de pensioenen
dezer ambtenaren de gedeelten voor den tijd, in haren dienst doorgebracht, jaarlijks vóór
1 Juli aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds uit te keeren. Deze pensioensgedeelten
45