II. 240.
De op 1 Januari 1946 ten laste der gemeente loopende leeningen zijn de volgende:
I. door Leeuwarden aangegaan:
1946.
UITGAVEN.
No.
Leenings-
jaar
Oorspronkelijk
bedrag
Bedrag op
1 Januari 1946
Rente
per
Rente 1945
Aflossing
1946
Loop
tijd
centage
in jaren
1
1896
75.000,—
27.000,—
4
1.080
1.000,—
75
3
1911
- 645.000,—
-
145.000,—
37*
5.075,—
-
20.000,—
40
4
1921
- 650.000,—
-
260.000,—
41/.,
11.700,—
-
16.000,—
40
5
1935
- 500.000,—
-
233.000,—
37*
8.155,—
29.000,—
17
6
1936
- 200.000,—
-
137.000,—
37*
4.795,—
-
7.000,—
30
7
1936
- 100.000,—
-
69.850,—
37*
2.444,75
3.350,—
30
8
1936
100.000,—
-
69.850,—
37*
2.444,75
3.350,—
30
9
1936
- 250.000,—
-
173.500,-
37*
6.072,50
8.500,—
30
10
1936
- 250.000,—
-
173.500,—
37*
6.072,50
8.500,—
30
11
1936
100.000,—
-
69 850,—
37*
2.444,75
3.350,—
30
12
1936
- 200.000,—
-
118 100,
37*
4.133,50
-
9.100,—
22
13
1936
- 500.000,—
-
279.500,
37*
9.782,50
-
24.500,—
30
14
1936
820.120,—
-
563.620,
37*
19.726,70
-
28.500,—
34
15
1936
100.000,-
-
77.500,—
37*
2.712,50
-
2.500,—
40
16
1936
- 425.000,—
-
329.375,—
37*
11.528,13
-
10.625,—
40
17
1937
- 330.200,—
-
154.200,—
37*
5.012,—
22.000,—
15
18
1937
- 210.000,—
-
90.000,—
37*
2.887,50
-
15.000,—
14
19
1937
- 1.150.000,—
-
750.000,—
3 7*
26.250,—
50.000,—
23
20
1938
- 739.800,—
-
595.950,—
I1!
■J 2
20.498,63
20.550,—
36
21
1938
- 308.700,—
-
248.675,—
D 12
8.553,56
8.575,—
36
22
1938
- 350.000,—
-
269.500,—
31L
1 2
9.231,25
11.500,—
30
23
1938
- 260.000,—
-
187.200,—
37.
5.915,—
10.400,—
25
24
1938
- 640.000,—
-
192.000,—
27*
4.000,—
-
64.000,—
10
25
1938
640.000,—
-
192.000
21/
2
4.000,—
-
64.000,—
10
26
1938
- 2.225.000,—
-
1.819.000,-
3
53.700,—
58.000,—
27
27
1939
- 277.145,57
-
191.145,57
37*
6.445,09
-
14.000,—
21
28
1939
- 500.000,—
-
398.000,—
37*
13.930,—
-
17.000,—
30
29
1940
- 500.000,—
-
437.500,—
37*
15.093,75
-
12.500,—
5
30
1941
- 500.000,—
-
433.600,—
47.
18.075,25
16.600,—
30
31
1943
- 450.000,—
-
420.000,—
37*
14.437,50
15.000,—
40
32
1943
- 450.000,—
-
420.000,—
37*
14.437,50
15.000,—
40
33
1944
- 400.000,—
-
368.000,—
37*
12.880,—
16.000,—
25
34
1944
100.000,—
-
96.000,—
37*
3.360,—
-
4.000,—
25
14.945.965,57
9.989.415,57
336.874,61
609.400,—
1
1 'i
II. ingevolge de Grenswijzigingsbeschikking overgenomen van de gemeente Leeuwarderadeel
A.
B.
C.
D.
E.
F.
G.
H.
I.
J.
K.
L.
M.
N.
O.
P.
Q-
R.
S.
T.
1928
1930
1931
1934
1936
1937
1937
1937
1937
1937
1937
1937
1938
1938
1938
1939
1939
1939
1939
1943
T otaal I
Totaal II
Te ramen
70
115
45
33
52
110
95
152
72
48.
87
77.
10.
64.
60.'
101
26.
168.
147
144.'
.000
.500
.000,—
.000,—
500,-
.000,—
500,—
000,—
000,—
000,—
288,92
000,—
000,—
000,—
000,—
500,—
400,—
000,—
000,—
000,—
66.000,
102.500,
40.000,-
27.000,-
47.500,-
80.000,-
86.500,-
136.000,-
64.000,-
40.000,-
84 000.-
69.000,-
6.000,-
55.000,-
52.000
85.500,-
23.100,-
151.000,-
132.000,-
124.000,—
1.678.688,92 1.471.100,—
14.945.965,57
- 1.678.688,92
9.989.415,57
- 1.471.100,—
16.624.654,49j 11.460.515,57
2
D 2
3V«
37.
2
97/
4 8
721
J 2
V
D 2
37*
31/4
374
a1
J I 2
3
33/8
3»/„
35
J 16
31/
J 2
31
D 2
■23
-> I a
2.170,—
3.473,75
1.400,—
877,50
1.662,50
2.084,38
2.940,—
4.760,—
2.240,—
1.300,
2.730,—
2.345,—
180,—
1.856,25
1.722,50
2.648,75
737,86
5.285,—
4.620,—
4.185,—
49.218,49
336.874,61
49.218,49
386.093,10
4.000,-
6.500,-
2.500,-
3.000,-
2.500,-
15.000,-
5.000,-
8.000,-
4.000,-
4.000,-
7.000,-
4.000,-
2.000,-
4.500,-
4.000,-
8.000,-
1.650,-
9.000,-
8.000,-
10.000,-
112.650,-
609.400,-
- 112.650,-
722.050,—
16
17
18
11
18
7
19
19
18
12
13
19
5
14
15
13
16
16
16
15
50
II. 240.
1946.
UITGAVEN.
7 Obligatieleening, bij akte d.d. 24 Aug. 1921 overgenomen van de Leeuwarder Waterleiding-Maatschappij.
2) Obligatieleening, Rb. 27 Sept. 1904, no. 8, G. S. 13 Oct. 1904, no. 66, 2e afd. F. (Geheel afgelost).
3) Met Pensioenfonds van weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren, te 's-Gravenhage, Rb. 28 Nov. 1911,
no. 457 R/212 en 22 Dec. 1911, no. 519R/247, G.S. 23 Dec. 1911, no. 1.
4) Obligatieleening, Rb. 12 Apr. 1921, no. 145 R/84, G. S. 19 Mei 1921, no. 89. (ten behoeve van de Waterleiding).
5) Met Coöperatieve Zuivelbank, Leeuwarden, Rb. 5 Maart 1935, no. 81R/62, G.S. 20 Maart 1935, no. 88.
6) Met Algem. Friesctie Levensverz.-mij., Leeuwarden, Rb. 30 Juni 1536, no. 217aR'126, G.S. 8 Juli 1936, no. 130.
Met de Spaarbank te Leeuwarden; 17 Maart 1943, no. 1061; g.g.k. 24 Maart 1943, no. 128.
8) Met N.V. Levensverz.-mij. „De Nederlanden", te Amsterdam, Rb. 14 Juli 1936, no. 233è R/147, G.S. 22 Juli
1936, no. 128.
9) Met Alg. Friesche Levensverz.-mij., Leeuwarden, Rb. 14 Juli 1936, no. 233a R 146, G.S. 22 Juli 1936, no. 128.
10) Met Stichting Alg. Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg, Heerlen, Rb. 15 Juli 1936, no.
2481/159, G.S. 22 Juli 1936, no. 128.
1]) Met Onderl. Levensverz.-mij ,,'s-Gravenhage", te 's-Gravenhage, Rb. 15 Juli 1936, no. 2479/158, G.S. 22 Juli
1936, no. 128.
li!) Met de Spaarbank, te Leeuwarden, Rb. 2 Sept. 1936, no. 274 R/172, G.S. 10 Sept. 1936, no. 91.
13) Met de Coöp. Zuivelbank, Leeuwarden, Rb. 23 Sept. 1936, no. 312 R/182, G.S. 2 Oct. 1936, no. 108.
14) Met het Eigen Pensioenfonds voor Eur. Burg. Ambtenaren in N.-I., te 's-Gravenhage, Rb. 14 Oct. 1936, no.
331 R/213 en 25 Nov. 1936, no. 335 R/241, G.S. 21 Oct. 1936, no. 83 en 2 Dec. 1936, no. 25.
15) Met N.V. Pens.-verz.-mij.„Metallicus" Rotterdam, Rb. 25 Nov. 1936, no. 354 R/242, G.S. 27 Nov. 1936, no. 1.
16) Met de Spaarbank, te Groningen, Rb. 25 Nov. 1936, no. 354 R/243, G.S. 27 Nov. 1936, no. 1.
17) Met de Vereeniging tot behartiging van de Belangen der beambten van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken,
teEindhoven, Rb. 16 Febr. 1937, no. 52 R/26, G.S. 17 Febr. 1937, no. 113.
18) Met de Stichting tot behartiging van de belangen van het Personeel der N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken,
te Eindhoven, Rb. 16 Febr. 1937, no. 52 R/25, G.S. 17 Febr. 1937, no. 114.
19) Met de Algemeene Friesche Levensverz.-mij., Leeuwarden, Rb. 9 Juni 1937, no. 163 R/142, G.S. 16 Juni 1937,
no. 129.
20) Met het Eigen Pens-fonds voor de Eur. Burg. Ambt. in N.-I., te 's-Gravenhage, Rb. 9 Maart 1938, no. 56 /R34,
G.S. 16 Maart 1938, no. 108.
21) Met het Weduwen- en Weezenfonds voor Eur. Burg. Landsdienaren in N.-I., te 's-Gravenhage, Rb. 9 Maart
1938, no. 56R/34, G.S. 16 Maart 1938, no. 108.
22) Met de Ver. v. „Levensverz. en Lijfrente „De Groot-Noordhollandsche van 1845", Amsterdam, Rb. 28 Maart
1938, no. 89R/41, G.S. 1 April 1938, no. 205.
23) Met het „Pensioenfonds van 1926 der Rotterdamsche Bankvereeniging, Rotterdam", Rb. 11 Mei 1938, no.
126R/82, G.S. 12 Mei 1938, no. 2.
24) Met de Rotterdamsche Bankver. N.V., Amsterdam, Rb. 11 Mei 1938, no. 125 R/83, G.S. 12 Mei 1938, no. 1
25) Met de Amsterdamsche Bank N.V., Amsterdam, Rb. 11 Mei 1938, no. 125R/84, G.S. 12 Mei 1938, no. 1.
26) Obligatieleening, Rb. 11 Mei 1938, no. 125 R/85, G.S. 12 Mei 1938, no. 1.
27) Met Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, te 's-Gravenhage, Rb. 15 Maart 1939, no. 71R/60, G.S. 22 Maart
1939, no. 122.
28) Met den Postchèque- en Girodienst te 's-Gravenhage, Rb. 27 Sept. 1939. no. 32R/104, G.S. 11 October
1939, no. 37.
29) Met de „Groot Noordhollandsche van 1845" te Amsterdam, 16 Maart 1945, no. 861, G.S. 21 Maart
1945, no. 36.
30) Met de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, Rb. 4 Juni 1941, no. 131 R/97, G.S. 2 Juli 1941 no. 1.
31) Met de Spaarbank te Leeuwarden, 21 Jan. 1943, no. 350, g.g.k. 27 Jan. 1943, no. 43.
32) Met de Alg. Friesche Levensverz.-Maatschappij, 21 Jan. 1943, no. 36.9, g.g.k. 3 Maart 1943, no. 31.
33) Met de Utrechtsche Verzekeringsbank, 29 Maart 1944, no. 1567, g.g.k. 5 April 1944, no. 6.
34) Met de St' Augustinus Vereeniging, Amsterdam, 12 Oct. 1944, no. 4367, g.g.k. 18 Oct. 1944, no. 14.
A. ƒ130.000,met de Spaarbank te Leeuwarden; 12 Nov. 1928, g.g.k. 21 Nov. 1928, no. 88.
B. ƒ200.000,met het Alg. Mijnw.fonds te Heerlen; 8 April 1930, g.g.k. 30 April 1930, no. 135.
C. 75.000,met de Nutsspaarbank te Stiens; 17 Juni 1931, g.g.k. 17 Juni 1931, no. 2.
D. 56.000,met de Nutsspaarbank te Franeker; 20 Sept. 1934, g.g.k. 26 Sept. 1934, no. 129.
E. 70.000,met de Spaarbank te Stiens; 18 Nov. 1936, g.g.k. 25 Nov. 1936, no. 92.
F. ƒ200.000,met de Coöp. Centr. Raiff. Bank te Utrecht; 9 Febr. 1937, g.g.k. 10 Febr. 1937, no. 115.
G. ƒ122.500,met de Spaarbank te Stiens; 9 Febr. 1937, g.g.k. 10 Febr. 1937, no. 134.
H. 200.000,met de Coöp. Centr. Raiff. Bank te Utrecht; 24 Juni 1937, g.g.k. 30 Juni 1937, no. 103.
I. 96.000,met idem; 24 Juni 1937, g.g.k. 30 Juni 1937, no. 103.
J. 72.000,met de Coöp. Zuivelbank te Leeuwarden; 21 Juli 1937, g.g.k. 28 Juli 1937, no. 98.
K. 87.288,92 met idem; 22 Juni 1944, g.g.k. 10 Juli 1944, no. 10.
L. 97.000,met de Spaarbank te Stiens; 30 Sept. 1937, g.g.k. 6 Oct. 1937, no. 76.
M. 20.000,met de Eerste Holl. Levensverz.bank te Amsterdam; 17 Mei 1938, g.g.k. 25 Mei 1938, no. 128.
N. 86.500,met de Spaarbank „Beerta"; 28 Juli 1938, g.g.k. 10 Aug. 1938, no. 77.
O. 80.000,met idem; 5 Sept. 1938, g.g.k. 15 Sept. 1938, no. 146.
P. ƒ133.500,met de Coöp. Zuivelbank te Leeuwarden; 26 Jan. 1939, g.g.k. 31 Jan. 1939, no. 87.
Q. 33.000,met het Pensioenfonds v. Vollenhoven's Bierbrouwerij N.V.; 27 Mrt. 1939, g.g.k. 29 Mrt. 1939,
no. 118.
R. ƒ200.000,met de Alg. Friesche Levensverz.-Maatschappij, Leeuwarden; 20 Juli 1939, g.g.k. 28 Juli 1939,
no. 14.
S. ƒ175.000,— met idem; 20 Juli 1939, g.g.k. 28 Juli 1939, no. 14.
T. ƒ144.000,met de Spaarbank „Beerta"; 28 April 1943, g.g.k. 5 Mei 1943, no. 25.
Zie voorts den staat van schulden, opgenomen aan het slot der gemeentebegrooting.
51