BIJLAGE NO.15 van 1947. VERSLAG (V.) van rapporteurs van het verhandelde in de sectievergaderingen van den Gemeenteraad met MEMORIE VAN ANTWOORD (A.) van Burgemeester en Wethouders betreffende de ontwerp-begrootingen voor het dienstjaar 1947. Aan den Gemeenteraad. VAlgemeene beschouwingen a. Eenige leden uitten een woord van waardeering voor het op bouwend werk, door het College van Burgemeester en Wethouders verricht en constateerden, dat de samenwerking tusschen den Raad en dat College goed te noemen is. Een lid schreef dit mede toe aan de houding van den Burgemeester, ook als Voor zitter van den Raad. Ook werd dankbaarheid betuigd voor het feit, dat dit na den oorlog de eerste bogrooting is, die weer op democratische wijze kan worden behandeld. Een lid opperde bezwaren tegen de samenstelling van het College van Burgemeester en Wethouders en wenschte in de Raadszitting hierop terug te komen. b. Verschillende leden zeiden te betreuren, dat door de.fi- nancieele afhankelijkheid van het Rijk de zelfstandigheid der gemeenten ten zeerste is beknot. Volgens deze leden moest alles in het werk worden gesteld om deze zelfstandigheid te horvannen c. Enkele leden hadden den bij de begrootingen behoorenden aanbiedingsbrief gaarne wat uitgebreider gezien. Zoo zou men het op prijs gesteld hebben, indien daarin een vergelijkend overzicht met vorige jaren ware opgenomen. d. Een lid sprak zijn bezorgdheid uit over de hoogte van het geraamde tekort. Een ander lid zou gaarne vernemen, of Burge meester en Yfethouders naar middelen hebben omgezien om binnen het raam van. de bestaande mogelijkheden dekking te vinden. Een derde lid merkte op, dat de aanbieding van een begrooting als de onderwerpelijke pleit voor den moed van het College. e. Ten slotte gaf een lid te kennen, dat de schuldpositie der gemeente geen zorg behoeft te.baren In vergelijking met ge lijksoortige gemeenten is de schuld niet hoog, terwijl daar tegenover onderscheidene rendabele eigendommen der gemeente staan Voorts werden bij de algemeene beschouwingen de volgende vragen gesteld 1Heeft de vestiging van industrie in de gemeente de regel matige aandacht van Burgemeester en Wethouders en -zoo ja- wat geschiedt er door het College om die vestiging te be vorderen 2. In welk stadium verkeert het haven- en kanalenplan? 3. Kunnen Burgemeester en Wethouders inlichtingen verstrekken over het stadium, waarin de totstandkoming van het Van Harinxmakanaal verkeert? 4. Zijn door Burgemeester en Wethouders pogingen aangewend om de Zuivelschool te doen verplaatsen naar Leeuwarden? "A."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1947 | | pagina 232