Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947- BIJLAGE NO.79.
drage uit 's Rijks kas door de gemeente zal worden ontvangen,
een en ander onder de navolgende voorwaarden:
a. de voorschotten, waarvan de terugbetaling geheel voor
rekening der stichting blijft, moeten in onderscheiden
lijk 75 en 50 jaar, bij wijze van annuïteit, volgens de
door het Rijk voor de aan de gemeente verstrekte voor
schotten bedongen rente worden afgelost;
b. de bijdragen moeten worden terugbetaald overeenkomstig
hetgeen te dien aanzien is bepaald in artikel 25, lid 8
en lid 9, van het Woningbesluit
c. bij faillissement of bij opheffing van de Stichting,
alsmede indien de voorwaarden, waaronder de voorschot
ten zijn verleend, niet worden nageleefd, worden de
voorschotten of het onafgeloste gedeelte daarvan ter
stond opvorderbaarin welk geval de bijdragen, tot
welker betaling de gemeente zich nog in de toekomst
verbonden heeft, niet meer zullen zijn verschuldigd; de
voorschotten kunnen mede terstond opvorderbaar worden
verklaard, indien door het bestuur der Stichting de be
palingen der plaatselijke verordeningen ter zake van de
aanbouw, waarvoor de voorschotten strekken, niet worden
nageleefd
d. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen
der Stichting zonder goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders of, in geval van hoger beroep, zonder die van
Gedeputeerde Staten, zal het bestuur aan de gemeente
verbeuren een som van f. 5000,-, waarvoor de leden van
het bestuur hoofdelijk ieder voor het geheel aansprake
lijk zullen zijn, onverminderd het recht der gemeente
om, zo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete
schadevergoeding te eisen en om de vervreemding of be
zwaring niet als geldig te erkennen;
e. de gemeente zal, zolang de voorschotten niet geheel
zijn afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten,
of, bij weigering, met Koninklijke goedkeuring, het
recht hebben alle bezittingen, met de voorschotten ver
kregen, met de daarop rustende lasten en verplichtingen
en alle schulden der Stichting, voor zover die ten be
hoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over
te nemen tegen betaling van een bedrag, door Gedeputeer
de Staten goedgekeurd, of, bij weigering, door de Konin
gin vast te stellen, met dien verstande, dat, boven het
voor de verwerving of instandhouding van die bezittingen
aangewende deel van het eigen vermogen van de Stichting,
slechts een billijke vergoeding voor noodzakelijke, niet
met de eigendomsovergang verband houdende, kosten wordt
uitgekeerd
f. in de ter uitvoering van dit besluit op te maken akte
zal worden opgenomen de voorwaarde, dat de Stichting
zich verbindt aan de gemeente tot het bedrag van de voor
schotten met rente op kosten der Stichting een eerste hy
potheek te verlenen op de onroerende goederen, welke de
Stichting bezit of in de toekomst in eigendom zal ver
krijgen;
g. door de Stichting wordt aan de gemeente terugbetaald het
door haar aan het Rijk verschuldigde voor kosten van toe
zicht ad 0.1$ van de onder 11,1, bedoelde voorschotten;
h. de Stichting zal zorg dragen, dat personen, die de hun in
eigendom toebehorende woning vrijwillig hebben verkocht
of verhuurd, eerst in de laatste plaats voor een van de
in dit besluit bedoelde woningen in aanmerking komen en
dan alleen, indien zij een huur betalen, die de kostprijs
der woning dekt;
»i.n
Biilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO.79.
i. de gemeente zal het recht hebben op een bepaald aan
tal van de in dit besluit bedoelde woningen voor huur
door personen, door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen, zulks in verband met de noodzakelijkheid van
ontruiming van onbewoonbaar verklaarde woningen;
j. bij de uitvoering van de plannen, waarvoor de voor
schotten worden verleend, mogen bestuursleden der
Stichting niet middellijk of onmiddellijk zijn betrok
ken of voordeel genieten als aannemer, onderaannemer,
uitvoerder, arbeider of architect;
en voorts onder de voorwaarden, die Burgemeester en Wet
houders geraden zullen voorkomen;
III. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het aan
brengen van minder belangrijke wijzigingen in de onderdelen
I en II van dit besluit, welke noodzakelijk mochten blijken,
ter voldoening aan door de Regering gestelde voorwaarden.
Leeuwarden
De Raad voornoemd,
Verzonden 25 Juni 1947.