Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO.134. ONTWERP. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet houders d.d. 2 October 1947 (bijlage no.134); Gelet 00 artikel 19, vierde lid, der Lager- onderwijswet 1920; BESLUIT: vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING, houdende voorwaar den, waarop leerlingen uit andere gemeenten kunnen wor den toegelaten tot de scho len voor openbaar gewoon, voortgezet gewoon, buitenge woon en uitgebreid las:er on derwijs in de gemeente Leeu warden. Artikel 1 Leerlingen uit andere gemeenten kunnen niet worden toege laten tot de scholen voor openbaar gewoon, Voortgezet gewoon, buitengewoon en uitgebreid lager onderwijs in deze gemeente, dan nadat de gemeente van hoofdverblijf van de leerling (hier na aan te duiden als buitengemeentezich bereid heeft ver klaard een bijdrage in de kosten te verlenen overeenkomstig de in de hiernavolgende artikelen.gegeven regelen. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders, kunnen dezen van de bepaling van het eerste lid afwijken en leerlingen zonder de daarin bedoelde verklaring toelaten. Yoor deze leerlingen is de buitengemeente geen bij drage verschuldigd. Art2 De bijdrage, bedoeld in artikel 1, eerste lid, in de kosten van het onderwijs van de betrokken school wordt verleend door de buitengemeente voor leerlingen, die de ooenbare lagere scho len in deze gemeente bezoeken en is verschuldigd gedurende het tijdvak, dat hun ouders, voogden of verzorgers tijdens voor noemd schoolbezoek in het bevolkingsregister van eerstgenoemde gemeente staan ingeschreven. Art. 3. De door de buitengemeenten te betalen bijdrage per leerling wordt berekend naar de volgende grondslagen: a. de kosten per leerling, vastgesteld volgens artikel 55ter der Lager-onderwijswet 1920; b. het kostenbedrag per leerling, bedoeld bij artikel 101bis van genoemde wet; c. eep bedrag, uitmakend 5$ van de areschatte waarde der ter reinen en gebouwen, met inbegrip van de schoolmeubelente de len door het aantal leerlingen der school in het afgelopen jaar De geschatte waarde wordt voor de navolgende schoolgebouwen vastgesteld als volgt: Schoolstraat no.5 on f Gedempte Keizersgracht no.40a Oostersingel no.66b Wissesdwinger no.4 Menno van Coehoornstraat no.1 Arendstuin no.39 1 90.000,- 182.300,- 190.500,- 268.000,- 190.100,- 193.500,- "Ee-" Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1 947» BIJLAGE N0.134. Eestraat no.3 Sint Jobsleen no.201 Van Sijtzamastraat no.36 Tjerk Hiddesdwarsstraat no.1 Leeuwrikstraat no.99 Coornhertstraat no.8 Boerhaavestraat no.30 Emmanuel Murandstraat no.37 Ferdinand Bolstraat no.34 Huizumerlaan no.148 Goutum no.22 Wirdum no.325 00 f. 183.600,- 200.200,- 208.500,- 232.000,- 152.000,- 153.000,- 152.000,- 232.000,- 144.000,- 1 05000- 25.000,- 49.000,- 35.000,- 25.000,- Lekkum no.53 Hempens no.3^ De hiervoren vermelde waardebepaling zal na elke verbou wing der schoollokalen en na elke vernieuwing van het meubi lair der scholen door Burgemeester en- Wethouders opnieuw wor den vastgesteld, terwijl bij stichting van gebouwen, inrich ting van terreinen of uitbreiding van het meubilair het be drag der werkelijke kosten zal worden genomen, een en ander voor zover deze kosten niet volgens artikel 55ter der Lager- onderwi jswe t 1920 in rekening gebracht worden. De ingevolge het voorgaande lid nieuw vastgestelde bedra gen worden tot grondslag der berekening van de vergoeding ge nomen met ingang van de dag van ingebruikneming. Zijn in bovenvermelde gebouwen meer dan een school onder gebracht, dan wordt het bedrag per school vastgesteld in evenredigheid met het aantal in gebruik zijnde lokalen. Art. 4. Het vaststellen van de ingevolge artikel 3, sub a en b, door de buitengemeenten te betalen bedragen geschiedt met verrekening van het totale bedrag der schoolgelden voor de gezamenlijke leerlingen der buitengemeente, naar de onder-_ scheiding, genoemd in art. 3, eerste lid, der Lager-onderwijs wet 1920, verschuldigd over het jaar, waarover de bijdrage loopt, voor zover die schoolgelden niet oninvorderbaar zijn verklaard Art. 5- De bijdrage moet door de buitengemeente worden betaald binnen twee maanden, nadat het bedrag daarvan door Burgemees ter en Wethouders aan het bestuur dier gemeente is opgegeven. Art. 6. Dezp verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1944. Alsdan vervalt de verordening van 9 October 1941 (Gemeente blad 1941no.23) Leeuwarden, De Raad voornoemd,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1947 | | pagina 381