T I 1 Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuv/arden, 1947- BIJLAGE NO. 152* BIJLAGE NO. 152, Aan de Gemeenteraad. Ingevolge het bepaalde bij het eerste lid van artikel 22bis der lager-onderwijswet 1§20 besluit de Gemeenteraad tot opheffing van een school voor gewoon lager onderwijs, indien het aantal leerlingen, berekend naar de maatstaf van artikel 28 der wet, minder bedraagt dan de daar aange geven getallen, Bit aantal hangt af van het aantal inwoners der gemeente en bedraagt ~^oor deze gemeente 100. Aangezien het vorenbedoelde aantal leerlingen in 1947 aan de gemeentescholen nos. 26 (Gputum), 27 (Wirdum), 28 (Lekkum) en 29 (Hempensresp, 431/3» 63^/3, 83^/3 en 48 bedraagt, zou op grond van het vorenstaande tot opheffing van deze scholen moeten worden overgegaan. Het tweede lid van genoemd artikel 22bis bepaalt evenwel, dat niet tot opheffing.behoeft te worden overge gaan, indien de Gemeenteraad, vóór 1 Februari, beslist, dat de instandhouding van de hiervoren genoemde scholen ingevolge artikel 19 der wet wordt gevorderd. Bij laatst genoemd artikel is voorgeschreven, dat in elke gemeente voldoend lager onderwijs wordt gegeven in een genoegzaam aantal scholen, welke voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstigogezindheid toegankelijk zijn. Opheffing van een of meer van de genoemde scholen zou tot gevolg hebben, dat de leerlingen noesten worden overge plaatst of naar een andere dorpsschool óf naar de stadsscho len. Overplaatsing naar andere dorpsscholen is, afgedacht van het bezwaar van de afstanden, niet uitvoerbaar wegens gebrek aan plaatsruimte. Het overplaatsen naar de stads scholen levert eveneens verschillende moeilijkheden op. In de eerste plaats geldt ook hiervoor het bezwaar van de af standen en van de voor vele kinderen moeilijk begaanbare schoolpaden, Voorts is in deze aangelegenheid een factor van betekenis de plaats, welke de school in het dorpsleven inneemt. In de dorpsgemeenschap is de school een cultuur centrum, waarvan de waarde niet moet worden onderschat. Op grond van het vorenstaande zijn wij dan ook van oor deel, dat opheffing van een of meer van de hiervoren genoem de dorpsscholen een ernstige benadeling van het onderwijs in die delen der gemeente sou zijn en oorzaak zou wezen, dat in de gemeente geen onderwijs zou worden gegeven in een genoegzaam aantal scholen, zodat niet zou worden voldaan aan het voorschrift van artikel 19? eerste lid, der Lager- onderwijswet 1920. Wij stellen U mitsdien voor toesluiten: met toepassing van artikel 22bis, tweede lid, der Lager-onderwi jswe t 1920, te verklaren, dat op grond van artikel 19 dier wet de instandhouding wordt gevorderd van de gemeentescholen nos. 26 (Goutum), 27 (Wirdum), 28 (lek kum) en 29 (Hempens). Leeuwarden, 6 November 1947. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A .A.M. VAN DER MEUIEIT, Burgemeester. T. BAKKER Secretaris. Verzonden 12 November 1947- i'uki ^7/ ATA' M

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1947 | | pagina 405