Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO.165.
ONTWERP.
De Raad der Gemeente Leeuwarden,
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
Gelet op artikel 278 van de Gemeentewet;
Verordening tot heffing van brug geld.
Artikel 1.
Ten behoeve van de gemeente Leeuwarden wordt onder de
naam van bruggeld een belasting geheven voor het ten gerieve
van de scheepvaart openen van de bruggen, welke het eigendom
van de gemeente zijn en dienen voor het openbare wegverkeer.
Het bepaalde in hot eerste lid van dit artikel vindt
geen toepassing ten aanzien van de brug te ITuizum(dorp) en
van de brug te Hempens over het provinciale vaarwater de
Nauwe Greuns.
Art2
Het bruggeld bedraagt, telkens wanneer een brug moet
worden geopend, voor ieder vaartuig,
bij een watervernlaatsihg: des daags des nachts
van minder dan 50 m3 f.0,12^- f,0,35
van 50 m3 tot en met 99 m3 0,15 0,45
van 100 m3 tot en met 149 m3 0,20 0,60
van 150 m3 tot en met 199 m3 n 0,25 "0,75
van 200 en moer 0,30 0,90
en voor houtvlotten "0,20 "0,60
Yoor de toepassing van deze tarieven wordt gerekend,
dat de dag aanvangt om 5 uur gedurende het tijdvak 1 April
tot en met 31 October en om 6 uur gedurende het overige ge
deelte van het jaar en dat de nacht aanvangt om 22 uur.
Als grondslag voor de heffing gelden de gegevens, ver
meld in de ingevolge het Metingsbe sluit binnenvaartuigen
1927 (Staatsblad no.200) afgegeven meetbrief, waarbij als maxi
mum-wat er ver plaat sing wordt aangenomen het aantal kubieke
meters water, dat verplaatst wordt bij d~ ingevolge go-
noemde meetbrief grootst toegelaten diepgang.
Bij gebreke van een zodanige meetbrief of bij weige
ring om deze aan de gaarder of do pachter te vertonen, wordt
de waterverplaatsing door de gaarder of de pachter geschat
en is de belastingplichtige gehouden volgens die schatting
het bruggeld te betalen.
Het bruggeld is verschuldigd door de gezagvoerders,
schipoers of eigenaars der vaartuigen en houtvlotten of bij
afwezigheid van deze, door hen, die in hun plaats optreden.
Het bruggeld is niet verschuldigd:
a. voor vaartuigen, rechtstreeks in gebruik voor de gemeen
tedienst
b. voor baggermachines en daarbij behorende vaartuigen voor
het vervoer van baggerspecie, welke bij do provincie Fries
land in gebruik zijn ten behoeve van het baggeren van vaar
waters in de gemeente;
BESLUIT:
vast te stellen do volgende
Art.3.
Art4.
Art.5.
"0"