4.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLaGE NO.169.
Artikel 15
De toelating der kinderen geschiedt on de dag, volgende
op die waarop de zomervacantie is ge.-indigd.
Tussentijds kunnen kinderen worden toegelaten, indien de
ruimte zulks toelaat.
Artikel 16.
De aangifte van leerlingen geschiedt op door Burgemeester
en Wethouders vast te stellen en door middel van eén of meer
dagbladen tijdig bekend te maken dagen en uren.
Bij de aangifte kan worden opgegeven de school, waar men
de kinderen bij voorkeur ziet geolaatst.
Na afloop van de termijn van aangifte wordt, voor zoveel
mogelijk met inachtneming van het te kennen gegeven verlangen,
de plaatsing der kinderen op de onderscheidene scholen door
Burgemeester en Wethouders geregeld, waarbij zal worden gelet
op de leeftijd der kinderen en de afstand van huis tot school.
In elke klas worden in de regel 45 leerlingen geplaatst. In
bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders hiervan
afwijking toestaan.
Artikel 17.
De leermiddelen worden door de gemeente verstrekt.
Artikel 18.
Buiten de vacantiën wordt elke werkdag school gehouden:
a. des voormiddags van 9 tot 11 uur;
b. des namiddags van 2 tot 4 uur, met uitzondering van het
tijdvak van 15 November tot 1 Februari, gedurende welke periode
school wordt gehouden van 1? tot 32 uur. 's Woensdags- en 's Za
terdagsmiddags wordt geen school gehouden.
Artikel 19.
Op iedere school wordt jaarlijks een openbare les gehouden.
Artikel 20.
De regeling van de vacantiën en van de buitengewone vacan-
tiedagen is gelijk aan die voor de scholen voor ooenbaar ge
woon lager onderwijs (1e tot en met 6e leerjaar).
Overgangsbepalingen
Artikel 21
Zij, wier inkomsten krachtens deze regeling zouden dalen
beneden het bedrag, dat zij voor de inwerkingtreding van deze
verordening genoten, blijven haar aanspraken behouden.
Artikel 22.
Op de volgens deze verordening vast te stellen salarissen
zijn niet van toepassing de Voorlopige Maatregelen ter verbe
tering van de financiële positie van het gemeentepersoneel
(Gemeenteblad 1946 no.6), zoals die nader zijn gewijzigd.
Slotbepalingen.
Artikel 23.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden
op 1 Januari 1 947.
Op dat tijdstip wordt geacht te zijn vervallen de verorde
ning op de gemeentelijke bewaarscholen (Gemeentebladen 1936
no.19; 1939 no.3; 1941 nos.14 en 25 en 1 942 no.8).
De Raad voornoemd,
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO. 170,
BIJLAGE NO. 170.
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 2 Juli 1947, no.1927, is vastge
steld de verordening tot wijziging van de verordening tot
heffing van rechten in het openbaar slachthuis en ter zake
van het keuren van vee en vlees in de dorpen Wirdum en
Wijtgaard (Gemeenteblad 1946 no.11).
Ons verzoek om de goedkeuring van dit besluit te willen
bevorderen is, blijkens de hierbij overgelegde brief d.d.
29 September j.l., voor Gedeputeerde Staten van Friesland
aanleiding geweest, om over de verhoogde tarieven het oor
deel te vragen van de Directeur-Generaal van de Prijzen.
Aangezien bij de Directeur-Generaal voornoemd tegen de
verhoogde rechten, voorkomende in de wijzigingsverordening,
behoudens enkele, bezwaar bestond, verzochten Gedeputeerde
Staten te bevorderen, dat alsnog rekening zou worden gehou
den met de in de mede hierbij overgelegde brief d.d. 28 Au
gustus "1 947, door de Directeur-Generaal van de Prijzen ge
geven richtlijnen.
Wij hebben zowel mondeling als schriftelijk de billijk
heid en de rechtmatigheid van de door de wijzigingsverorde
ning beoogde verhoging der tarieven bepleit en het resultaat
van een en ander is geweest, dat, zoals blijkt uit bijge
voegde brief d.d. 14 November j.l., de Directeur-Generaal
van de Prijzen met de in de wijzigingsverordening opgenomen
tarieven accoord gaat, met uitzondering echter van de bedra
gen ad f. 6,- en f. 3,-, onder e genoemd, waarvoor in over
weging wordt gegeven te bevorderen, dat deze onderscheiden
lijk op f. 5,20 en f. 2,60 worden bepaald.
Vermits een verhoging van 30$ van de slacht- en keurlonen
als maximum wordt gesteld en een verhoging tot onderscheiden
lijk f. 6,- en f. 3,- van laatstgenoemde bedragen tot gevolg
zou hebben, dat dit maximum wordt overschreden, zijn wij van
mening, dat aan deze door de Directeur-Generaal van de Prij
zen aangevoerde bezwaren dient te worden tegemoet gekomen.
Onder mededeling, dat de Bedrijfscommissie zich hiermede
kan verenigen, geven wij Uw Vergadering in overweging te be
sluiten
het bepaalde in artikel 1, sub _e ,van Uw besluit d.d. 2 Ju
li 1947, no.1927, te wijzigen en te lezen als volgt:
"e. vermeld onder VI ad f. 4,-, f. 2,-, f. 0,50, f. 2,50 en
f, 0,40, gewijzigd in onderscheidenlijk f. 5,20, f.2,60,
f. 0,60, f3,- en f0,50.
Leeuwarden, 3 December 1947.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.VAN DER MEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 6 December 1947.