Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. - BIJLAGE NO. 182.
BIJLAGE NO. 182.
Aan de Gemeenteraad.
Zoals Uw Raad bekend is, namen reede vóór de laatste
oorlog de verschillende autobusondernemingen, welke het
interlocarl busverkeer verzorgder', met haar bussen, ver
spreid over de stad, standplaats in op de openbare straat.
In die tijd voelde men reeds, dat deze toestand op den duur
niet kon worden gehandhaafd. Ue ontoelaatbare verkeersdrukte
op de punten van aankomst en vertrek der bussen (vooral bij
het station, waar de verkeersfrequentie uit den aard der
zaak reeds zeer hoog is), de moeilijkheid voor het publiek
om de gezochte bussen te vinden en het feit, dat de bestaan
de toestand het maken van enige accommodatie voor het pu
bliek (zoals gebouwtjes die tegen slecht weer beschutting
geven) in de weg stond, deden de behoefte aan een centrali
sering van de begin- tevens eindpunten van de interlocale
autobuslijnen steeds meer toenemen. Het behoeft dan ook
geen verwondering te wekken, dat in die tijd reeds het
vraagstuk van de totstandkoming van eon centraal autobus
station, waardoor aan alle bovengenoemde bezwaren een eind
zou worden gemaakt, aan de orde gesteld werd. Laarbij is
toen aanvankelijk wel gedacht aan de bouw van een zodanig
station met emplacement op het Wilhelrainaplein, aan welk
plan echter, afgezien nog van enkele andere bezwaren, het
overwegende bezwaar kloofde, dat dit stadsplein, dat reeds
'sedert onheuglijke tijden voor verschillende doeleinden
(volksfeesten, kermissen enz.) gebruikt was, niet geheel
aan zijn oorspronkelijke bestemming kon worden onttrokken
door de bouw van een vaste inrichting.
Tengevolge van de oorlog zijn de plannen sedert 1940
blijven ruston. Na de bevrijding echter drong in verband
met de sterke toename van het aantal autobussen het vraag
stuk zich als vanzelf naar voren. Reeds zeer spoedig na
de oorlog werd deze aangelegenheid dan ook weer in beschou
wing genomen, waarbij bleek, dat tengevolge van het verdwij
nen van dn trams uit het interlocaal verkeer en het daar
door (gedeeltelijk) vrijkomen van het voormalige tramstation
met emplacement vermoedelijk ter plaatse een zeer goede
oplossing zou kunnen worden gevonden. Leze plaats toch
biedt zeer vele voordelen; ze ligt in de onmiddellijke na
bijheid van het station der Nederlandse Spoorwegen en is
vanuit dat station te bereiken zonder het oversteken van
de rijweg; zij heeft voorts een wacht gele genhe id voor reizi
gers en verdere accommodatie en kan daarom op betrekkelijk
eenvoudige wijze worden omgebouwd tot een aan de eisen
voldoend centraal autobusstation. In verband hiermede
heeft ons College dan ook terzake onderhandelingen gevoerd
met de Lirectie van de Nederlandse Spoorwegen, aan welke
de voor dit doel nodige gronden toebehoren. Leze onderhande
lingen hebben tenslotte tot volledige overeenstemming ge
leid omtrent do hoofdpunten, zodat thans het ogenblik is
aangebroken, waarop de voorlopige nlannon aan Uw College
ter goedkeuring kunnen worden voorgelegd.
Leze nlannen komen, in grote lijnen weergegeven, neer
op hot volgende
1Op hot aan de Nederlandse Spoorwegen toebehorende terrein,
gelegen ten Zuiden van de Zuidersingel, zal een Centraal
Autobusstation met emplacoment worden aangelegd, Le
oppervlakte van het emplacement zal bedragen rond
14.000 m2, Het op het emplacement staande voormaliga
tramstation zal enigszins verbouwd worden en (met uit
zondering van de lokaliteiten, welke de Ned. Tramweg
- Maatschappij -