Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO. 55.
Volgens de bestaande financiële verhoudingsregeling van
15 Juli 1943 is in de begroting voor 1947 geraamd:
a. jaarwedde-uitkering
b. formule-uitkering
c. uitkering per inwoner naar f.2,80
per inwoner
in de loop van 1947 is in verband
met hogere inkomsten van het ge
meentefonds een aanvullende uitke
ring van f.3,75 por inwoner ver
strekt, hetgeen aan het dienstjaar
1947 een extra inkomst deed toeko
men van f.284. 490,
3.000,—
534. 000,—
210.000,—
284.490,--
f.1. 031-4 9 0,--,
Totaal
zodat de uitkeringen voor 1948 f. 1.045 203,90 hoger worden
geraamd dan die over 1947.
Het genoemde wetsontwerp bevat voorts nog de bepaling,
dat, volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen
regelen, een bijdrage uit 's Rijks kas beschikbaar zal wor
den gesteld ter tegemoetkoming in of tot goedmaking van de
gemeentelijke kosten ter zake vjin de politie. De financiële
gevolgen hiervan worden bij Hoofdstuk III, hierna te noemen,
toegelicht.
Ten slotte mag niet onvermeld blijven, dat in de reeds
genoemde circulaire van 2 December 1947 de Minister mede
deelt, dat er, in verband met het vaststellen van de bij
zondere uitkering, rekening mede moet worden gehouden, dat
bijv. voor onderhoud van wogen, straten en andere gemeente
lijke eigendommen als regel geen hogere bedragen kunnen wor
den aanvaard dan ongeveer twee en een half maal het gemid
delde van de overeenkomstige bedragen van 1937, 1938 en
1939. Deze mededeling houdt in, dat het vo.or een gemeente,
alwaar in bedoelde jaren een zuinig beheer is gevoerd en
ten gevolge van veel door de oorlogsomstandigheden uitge
steld onderhoud, hoge onderhoudskosten voor het in goede
staat houden van genoemde eigendommen zullen moeten worden
gemaakt, voer de duur van de Noodvoorziening, slechts mo
gelijk is de door de Minister voornoemd gestelde limiet
te overschrijden, indien^de gemeente zelf de middelen tot
financiering in een accres van de inkomsten vindt.
Nu de financiële positie van de gemeente voor de komen
de jaren nog niet geheel duidelijk en het vaststellen van
een zo groot mogelijke bijzondere uitkering uitermate ge
wenst is, hebben wij ter zake van de onderhoudsposten in
de ontwerp-begroting in het algemeen aan de gestelde eis
voldaan.
Tekorten Zoals uit de Memorie van Toelichting bij volgno.188 mo
ver ige "ïïigt-ge blijken, bedraagt de raming van de geaccumuleerde tekor-
sten. ten tot en met 1947 f.3.491.246,26. Hierin is begrepen het
vermoedelijke tekort van 1947 ten bedrage van f.1.599.255,73*
Aanvankelijk werd bij rondschrijven van de Minister van.
Binnenlandse Zaken van 4 Juli 1946, no.13701 afd.B.B.,Bur.
Financiën, aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat.de ge
meenten een dekkingsplan voor de geaccumuleerde tekorten
van vorige dienstjaren zouden kunnen opstellen, waarbij als
algemene noim zou moeten gelden, dat dekking plaats vindt
in 10 jaren. Bij aanschrijving van 20 Mei 1941, no.21777
afd.B.B.Bur. Fin., deelt de Minister mede, dat bij nader
inzien dekking in 30 jaar wenselijk wordt geacht. Uiteraard
wil dit geenszins zeggen, dat de Minister dekking in een
"ge-"
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO. 55.
geringer aantal jaren niet zou toejuichen. Integendeel,het
streven der gemeentebesturen zal er voortdurend op gericht
moeten zijn, deze tekorten in een geringer aantal jaren te
doen verdwijnen. De bedoeling van de 30-jarige dekkings
termijn is dan ook slechts deze, dat het Rijk in de eventu
ele bijzondere uitkering niet meer dan 1/30 deel der tekor
ten zal kunnen aanvaarden.
In de Memorie van Toelichting bij deze ontwerp-begroting
is onder volgno.188 een uitgewerkte berekening vermeld van
het gedeelte van de geaccumuleerde tekorten, hetwelk ten
laste van 1948 wordt geraamd.
In de meergenoemde circulaire van 2 December 1947 deelt de
Minister mede, dat het in het voornemen ligb binnenkort de
totstandkoming van een incidentele wijziging van de Begrotings-
en Rekeningsvoorschriften 1931 te bevorderen.
In de U aangeboden ontwerp-begroting zijn deze wijzigingen
reeds aangebracht, t.w.
a. de uitkeringen uit het gemeentefonds worden niet meer
geraamd op Hoofdstuk II, doch op Hoofdstuk XII par.2;
b. Hoofdstuk XII wordt getiteld "Dekkingsmiddelen van al
gemene aard" en gesplitst in een tweetal paragrafen,
waarvan de eerste luidt: "Belastingen"en de tweede
"Algemene uitkeringen en bij.dragen"
c. de omschrijving, van Hoofdstuk IX, tot en met de dienst
1947 gesplitst in twee paragrafen, wordt gewijzigd
in "Maatschappelijke steun en voorzorg", terwijl de
verdeling in paragrafen komt te vervallen;
d. de met d.e dekking van de oude tekorten verband houden
de posten van de gewone dienst komen met ingang van
1948 voor op Hoofdstuk I.
De verschillen tussen de ramingen totalen per hoofdstuk
voor 1947 en voor 1948 gelieve TJ aan te treffen op bijlage
een overzicht van de batige of nadelige saldi der hoofd
stukken over de jaren 1945 t/ra 1948 op bijlage B.
Voor zover niet reeds in de Memorie van Toelichting op
genomen, gelieve U hierna van de voornaamste afwijkingen
van de voor 1948 opgenomen bedragen ten opzichte van die van
1947 een nadere motivering aan te treffen.
De inkomsten van dit Hoofdstuk vertonen een zeer belang
rijke afwijking van die over 1947ten gevolge van de reeds
genoemde gewijzigde boeking van de uitkeringen uit het ge
meentefonds (volgnos.4 on 5
Aangezien in 194^ verkiezingen van leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal zullen worden gehouden, wordt op
volgno.23 f.3000,-- geraamd. Voor deze verkiezing verricht
de gemeente Leeuwarden de functie van "hoofdstembureau" en
verstrekt als zodanig aan andere Friese gemeenten verkie
zingsmateriaal, waarvoor zij van die gemeenten een vergoe
ding ontvangt,' te ramen op f.3000,
Voor de gemeentelijke drukkerij worden in ontvangst en
in uitgaaf gelijke bedragen geraamd (zie vLgnol5 en 198)
aangezien het afgeleverde drukwerk ten laste van de betref-
fende posten der verschillende hoofdstukken en op volgno.15
op Hoofdstuk II wederom in ontvangst wordt gebracht.
De verlaging van volgno.199.is voornamelijk het gevolg
van de omstandigheid, dat in I~947 een bedrag voor buiten
gewoon onderhoud ad f.10.056,— is uitgetrokken, terwijl
voor 1948 hiervoor f.600,is geraamd.
Volgno. 221 is f.11.200,— hoger uitgetrokken, aangezien
het spoedig ter hand nemen van de werkzaamheden ten be
hoeve van het uitbreidingsplan hoogst noodzakelijk moet
"wor-"