I:
Hi;? If#
m
•Ml
<11
i r: n
1 f
<n 1:$i|
Biilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1948» BIJLAGE NO.101.
ONTWERP VII.
KINDERBIJSLAGVERORDENING
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
a. ambtenaren:
1ambtenaren in de zin van het Algemeen Ambtenarenreglement,
gewezen ambtenaren daaronder niet begrepen;
2. werknemers in de zin van 5.9 Arbeidsovereenkomstenverorde -
ning, voor zover hun loonvoorwaarden niet zijn geregeld op
de wijze,als aangegeven in artikel 11lid 1, onder a, d
en a van die verordening.
b. kinderen:
1wettige en gewettigde kinderen;
2. kinderen, gesproten uit een vroeger huwelijk van de echtge
noot van de ambtenaar;
3. pleegkinderen, die deel uitmaken van het gezin van de ambte
naar en geheel als eigen kinderen door hem worden onderhouden
en opgevoed.
c. bezoldiging
1indien het betreft ambtenaren, hiervoor bedoeld onder a, punt
1hetgeen in artikel 16 van het Algemeen Ambtenarenreglement
daaronder wordt verstaan, met uitzondering van de toelage,
welke bij deze verordening wordt geregeld;
2. indien het betreft de overige ambtenaren, onder a bedoeld: de
inkomsten, welke uit hoofde van de arbeidsovereenkomst worden
genoten, zonder kindertoelage,
een en ander met dien verstande, dat, indien de in artikel 16 van
het Algemeen Ambtenarenreglement genoemde, respectievelijk de in
dit lid onder 2 bedoelde inkomsten uit meer dan één betrekking
worden genoten, het totaal dezer inkomsten als bezoldiging wordt
beschouwd
Artikel 2.
1Bij wijze van tijdelijke toelage genieten ambtenaren, boven en
behalve hun bezoldiging, voor hun kinderen beneden de leeftijd
van achttien jaar, en voor hun kinderen van achttien, negen
tien of twintig jaar, die het dagonderwijs volgen aan een in
richting voor algemeen vormend of vakonderwijs, een en ander
gerekend naar de toestand op de eerste Januari van het jaar,
een kindertoelage.
2. Eveneens genieten zij een kindertoelage voor kinderen,als be
doeld in het vorige lid van dit artikel, die in de loop van het
jaar te hunnen laste komen; de aanspraak hierop gaat in op de
eerste dag van de maand of, indien de bezoldiging in weekloon
is uitgedrukt, op de eerste dag van de eerste werkweek, volgen
de op de maand, respectievelijk de week, waarin het kind ten
laste van de ambtenaar komt.
Artikel 3.
Deze toelage bedraagt per kind 3 ten honderd van de bezoldiging,
voor zover deze wordt genoten op de eerste Januari van het jaar,
of, bij latere indiensttreding, op de datum van indiensttreding,
een en ander met dien verstande: t»0 n
1
I
CL