Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE N0«108.
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van de Secretaris-Generaal van het Depar
tement van Binnenlandse Zaken d.d. 29/30 Januari 1941 B.Z.
no.IV, betreffende de bestrijding van wandgedierte, werd be
paald, dat:
1. het vanaf 1 April 1941 verboden was als verhuurder rf uit
anderen hoofde een woning of- gedeelte daarvan, al dan niet
gemeubileerd of gestoffeerd in gebruik te geven zonder dat
tevoren een deskundige verklaring was ingeleverd, waaruit
bleek, dat noch in de woning noch in het daarin eventueel
aanwezige huisraad wandgedierte is aangetroffen;
2. het eveneens vanaf 1 April 1941 verboden was bij het als
huurder of uit anderen hoofde betrekken van een woning of
van een gedeelte daarvan daarin huisraad te plaatsen, waar
van niet op de wijze als sub 1 bedoeld van tevoren is ver
klaard, dat daarin geen wandgedierte is aangetroffen.
Daast dit landelijk besluit golden voorts nog vanaf 15 No
vember 1941 de bepalingen van artikel 102 lid 2 van de Bouw
verordening Leeuwarden, luidende als volgt:
"Indien een woning door ongedierte is besmet, is:
a. de eigenaar verplicht die woning na aanschrijving van Bur
gemeester en Wethouders binnen de daarbij gestelde termijn
op de wijze, door hen te bepalen, te zuiveren of te doen
zuiveren
b. de bewoner, hoofd van een gezin of afzonderlijk levend per
soon verplicht het onder zijn beheer zijnde huisraad, dat
zich in die woning bevindt, na aanschrijving van Burgemees
ter en Wethouders binnen de daarbij gestelde termijn op de
wijze, door hen te bepalen, te zuiveren of te doen zuiveren".
Deze beide regelingen, waarvan de landelijke moest worden
beschouwd als een zeer nuttige aanvulling van de gemeentelijke
bepalingen, hebben in de practijk uitstekende diensten bewezen,
waar zij de gemeentelijke reinigingsdienst cyaneringsdienst
de mogelijkheid boden om de ongedierteplaag hier ter stede tot
een minimum te beperken.
Op grond van het bepaalde in artikel 15, lid 1, van het
"Besluit bezettingsmaatregelen" is echter het vorenbedoelde
besluit van de Secretaris-Generaal van 29/30 Januari 1941 voor
lopig geschorst. Blijkens een circulaire van de Minister van
Openbare Werken en Wederopbouw van 12 Maart 194 6, gericht aan
de Colleges van Gedeputeerde Staten der verschillende provin
cies -en door het Priese College te onzer kennis gebracht-
ligt het niet in de bedoeling de schorsing van de evenbedoelde
Rijksregeling op te heffen. Zulks -aldus de Minister- impliceert
intussen niet, dat er geen voldoende aanleiding zou bestaan tot
het treffen van maatregelen ter bestrijding van wandgedierte in
die gemeenten, waar bedoeld euvel zich in meer of mindere mate
voordoet. Naar 's Ministers oordeel moet er evenwel de voorkeur
aan gegeven worden, dat maatregelen te dezer zake van gemeente
wege worden genomen.
Waar nu -in het bijzonder in verband met de huidige huis
vestingsmoeilijkheden en de daaruit voortvloeiende samenper
sing van de bevolking in de beschikbare woningruimten- een
krachtige bestrijding van ongedierte meer dan ooit te veren
noodzakelijk is, schijnt het een gebiedende eis om de geschors
te landelijke regeling, thans belichaamd in een gemeentelijke
ver-"