3
-
1949.
VI. 365. UITGAVEN
Transport8.672,95
Ingevolge overeenkomst dd. 7 Maart 1938 heeft het Rijk eveneens uit het
Werkfonds een crediet van ƒ147.698,14 beschikbaar gesteld voor de ver
betering van het bruggencomplex TuinenVliet. (Plan no. 1254). Ook op
dit voorschot heeft de laatste betaling in 1941 plaats gehad, zodat gedurende
50 jaren, aanvangende in 1942, voor rente (4 en aflossing een annuïteit
verschuldigd is (vervaldag 31 December), groot 4.656 van het voorschot,
met dien verstande, dat de Departementen van Financiën en Binnenlandse
Zaken ieder jaar zullen vaststellen hoeveel de gemeente, met het oog op
haar financiële toestand, van de verschuldigde annuïteit in werkelijkheid zal
hebben te voldoen. Over 1947 is het verschuldigde bedrag ad 6.876,83 in
rekening gebracht. Voor 1949 wordt derhalve geraamd- 6.876,83
Voorts heeft het Rijk ten behoeve van de vernieuwing van de Wirdumer-
poortsbrug (Plan no. 1701) een crediet van ƒ205.335,59 beschikbaar gesteld
(overeenkomsten van 18 November 1938, 10 April 1940, 16 Juli 3 September
1942). Aangezien de laatste betaling op dit voorschot in 1942 heeft plaats
gehad, zal gedurende 35 jaren, aanvangende in 1943, voor rente (21/.,
en aflossing een annuïteit verschuldigd zijn (vervaldag 31 December), groot
4.321 van het voorschot- 8.872,55
Ten slotte heeft de gemeente ingevolge de Grenswijzigingsbeschikking
overgenomen van Leeuwarderadeel het restant per 1 Januari 1944 ad
ƒ43.844,43 van het aan die gemeente uit het Werkfonds verstrekte crediet
ad 49.823,25 voor de verbetering van de Huizumerlaan, de Tijnjedijk en
de ophaalbrug te Huizum (overeenkomst van 19 September 1935). (Plan
no. 802).
De aflossing bedraagt in de jaren 1938 tot en met 1986 ƒ996,47 per jaar;
in 1987 ƒ996,22. Voor 1949 dus - 996,47
Gedurende de eerste vijf jaren is het voorschot renteloos; daarna zal rente
betaling slechts worden gevorderd, indien de financiële toestand der gemeente
zulks toelaat. Over 1947 moest rente worden betaald, naar een percentage
van 3,03. Voor 1949 wordt aan rente op deze post geraamd- 1.177,52
Totaal26.596,32
106
1949.
VII. 366—367. UITGAVEN
HOOFDSTUK VII.
Eigendommen, niet voor de openbare dienst bestemd.
Grondlasten en straatbelastirfg Begroting Rekening
1945 34.450,— 1945 34.427,22
1946 - 34.365,80 1946 - 35.293,07
1947 - 35.233,55 1947 - 37.203,78
1948 - 37.144,25
1949 - 37.129,52
Voor 1949 worden de grondlasten geraamd op ƒ28.356,21. Bovendien worden ten laste
van deze post gebracht de aanslagen in de straatbelasting, voorzover deze van gemeente
lijke eigendommen worden geheven, ten bedrage van ƒ8.773,31.
Een groot deel dezer uitgaven zal worden terugontvangen. Zie volgno. 78.
De uitgaven zijn als volgt te verdelen:
Gasfabriek
Electriciteitbedrijf
Gemeentereiniging
Woningbedrijf
Grondbedrijf
Gemeentewerken
Ten laste van diverse particulieren en instellingen
Ten laste van de algemene dienst
Totaal
Grond
Straat
belasting
belasting
1.958,47
716,24
165,35
61,79
27,10
-J
- 18.453,14
- 6.952,77
- 5.376,49
315,09
- 1.494,18
478,92
719,40
247,92
162,08
0,58
28.356,21
8.773,31
Onderhoud, verlichting, verwarming en schoonhouden van het gebouw Groot Schavernek,
waarin gevestigd de Rijkskweekschool voor onderwijzers
Begroting Rekening
1945
3.302,—
1945 1.869,91
1946
-
3.302,—
1946 - 3.186,45
1947
-
5.217,—
1947 - 4.458,80
1948
-
7.671,—
1949
-
10.085,—
onderhoud gebouw
600,—
verzekering tegen brandschade
-
68,—
waterlevering
-
55,-
onderhoud meubelen
-
300,—
centrale verwarming
-
240,—
kosten schoonhouden en stoken
-
1.330,—
vergoeding gereedschap
-
44,—
verlichting en verwarming
-
960,—
schoonmaken glasruiten
-
160,—
vervangen gebroken ruiten
-
60,—
grond- en straatbelasting
-
90,-
wit- en sauswerk
-
320,—
herstelling dak en goten
-
300,—
nieuwe ketels verwarming
-
3.800,—
8.327,—
bedrijfskosten Gemeentewerken
1.758,—
10.085,—
107