Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE NO. 34. BIJLAGE NO. 34» Aan de Gemeenteraad Tot dusver was het gebruikelijk bij de zogenaamde eindwijziging de raming van de posten der gemeentebegroting en bedrijfsbegrotingen in overeenstemming te brengen met de rekeningscijfers van het betrekkelijke dienstjaar. Wij hebben gemeend, dat het van belang is vóór de afslui ting van het dienstjaar, zij het dan ook in grote trekken, te weten, welk resultaat het dienstjaar zal opleveren, wes halve wij voor 1948 de raming van de begrotingsposten ge toetst hebben aan de thans bekende cijfers en gegevens en het resultaat hiervan in enige begrotingswijzigingen hebben ver werkt. De te zijner tijd op te maken slotwijzigingen kunnen nu aanmerkelijk worden bekort, waardoor een opeenhoping van werk wordt voorkomen. Voor een gedetailleerd overzicht van de vermoedelijke uit komsten van de dienst 1 948 mogen wij IJ verwijzen naar de ter inzage gelegde concept-wijzigingen der onderscheidene begro tingen. Ter nadere toelichting hiervan moge nog het volgende dienen Ten behoeve van een innerlijke versterking van de financi ële positie der gemeente ware o.m. een extra afschrijving op te nemen op die buitengewone werken, welke in de afgelopen jaren ten laste van de kapitaaldienst zijn gebracht en waarop jaarlijks ten laste van de gewone dienst door middel van een bijdrage aan de kapitaaldienst wordt afgeschreven. Hierdoor wordt bereikt, dat de afschrijving op deze kleine kapitaals uitgaven, in het verleden gedaan, niet meer drukken op begro tingen voor de komende jaren, waardoor een gunstiger begro tingspositie wordt verkregen. Een voorzichtig beleid, mede in verband met de conjunctuurgevoeligheid der huidige begrotingen, is ongetwijfeld op zijn plaats. Om deze reden menen wij dan ook, dat de in 1948-ten laste van de kapitaaldienst gebrachte credieten ten behoeve van het onderwijs, voor zover dit binnen het raam der begrotingscijfers mogelijk is, ten laste van de gewone dienst in dat jaar behoren te worden gedekt. Voorts zijn wij van oordeel, dat een voorzichtig financieel beleid vergt, dat, nu de uitkomsten van de gemeentelijke licht- bedrijven voor 1948, in vergelijking tot de raming, niet ongun stig zijn, een extra afschrijving dient plaats te vinden op hot nieuwe kantoorgebouw, aangezien de boekwaarde hiervan in verband met de bijzondere omstandigheden, waaronder deze bouw heeft plaats gevonden, abnormaal hoog is en mitsdien een zware last legt op de exploitatie van de oedrijven in de komende jaren. Overeenkomstig artikel 26 der beheersverordening voor het elec- triciteitsbedrijf stellen wij U voor aan het bedrijf f.1 00.000,- van de winst 1948 te restitueren ter vorming van een reserve en deze reserve aan te wenden voor afschrijving op het nieuwe kan- toorge bouw De bij het gasbedrijf aanwezige reserve ad f. 56.001,69 ware eveneens aan te wenden voor extra afschrijving op het kantoorge bouw, nu deze reserve niet voor dekking van het verlies over 1948 behoeft te worden aangewend. De opbrengst van de vermakelijkheidsbelasting heeftvoorname- lijk ten gevolge van de verhoging van het heffingspercentage met ingang van 1 April 1948, de raming met rond f.34.000,- over schreden. Ingevolge het rondschrijven van de Minister van Bin nenlandse Zaken van 19 November 1947, no.U 59283, afdB.B., Bureau Einanciè'n, geeft de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de gemeentebesturen ernstig in overweging, om "waar"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 254