Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1949- BIJLAGE NO. 88. ter uitvoering van een door een publiekrechtelijk lichaam gegeven concessie worden gemaakt- hetzij in het belang der openbare orde of der veiligheid van het verkeer, wij ziging van het beloop van een hoofdleiding nodig achten, is de concessiehoudster verplicht tot zodanige wijziging over te gaan, binnen een door Burgemeester en Wethouders aan te geven voldoende termijn. 2. De gevallen, waarin concessiehoudster het recht heeft tot wijziging van het beloop van een hoofdleiding over te gaan, worden als volgt onderscheiden: a. Indien wijzigingen in de aan de gemeente in eigendom toebehorende of door de gemeente beheerde wegen, gron den of wateren worden aangebracht, waardoor die hoofd leiding meer dan 1 .25 m of minder dan 0.90 m dekking verkrijgt of in geval boven die hoofdleiding een ge sloten wegdek, een gefundeerde weg, een brug of een an der kunstwerk wordt aangebracht; b. In geval concessiehoudster zulks nodig acht als gevolg van door of vanwege de" gemeente uit te voeren of uitge voerde werken, beplantingen of wijzigingen in het gebruik of de bestemming van gronden of wateren in eigendom of beheer der gemeente; c. In alle andere gevallen, waarin concessiehoudster zulks nodig acht. 3. De gemeente zal van alle door haar voorgenomen veranderin gen in wegen, gronden of wateren, bij haar in eigendom of beheer, tijdig aan concessiehoudster kennis geven, voor zo ver deze geacht kan worden daarbij belang te hebben in ver band met de aanwezigheid aldaar van bedrijfsmiddelen. 4. Indien wijziging van het beloop van een hoofdleiding volgens het bepaalde in lid 1 2a of 2b van dit artikel plaats vindt, zal zowel ten aanzien van de afstand, waarover het beloop van een hoofdleiding wordt gewijzigd, als wat de wijze van uit voering betreft, rekening worden gehouden met hetgeen de con cessiehoudster voor een goede uitvoering nodig acht. 5. De kosten van wijziging van het beloop van een hoofdleiding volgens de leden 12a of 2b van dit artikel worden door de gemeente aan concessiehoudster vergoed volgens de formule 50-x maal het bedrag van de werkelijke kosten tot wijziging 50 van het beloop dier hoofdleiding, verminderd met de waarde van de .eventueel vrijkomende materialen, waarbij x het aan tal volle kalenderjaren aangeeft, dat de te wijzigen leiding in de grond ligt, evenwel onder bepaling, dat: a. de concessiehoudster volledige vergoeding ontvangt voor de bijkomende kosten voor het wegnemen en her-plaatsen van dienstkranen en het wijzigen van dienstleidingen, na aftrek van de waarde der eventueel vrijkomende materialen; b. alle extra kosten als gevolg van door concessiehoudster bij de wijziging van het beloop van een hoofdleiding tot stand te brengen vergroting van de transportcapaciteit, hetzij door in het nieuwe beloop een leiding van grotere diameter te leggen, hetzij door aanleg van een parallel leiding, voor rekening van concessiehoudstor komen. Artikel 8. Eisen aan de watcrleiding De gehele aanleg, inrichting en exploitatie van het waterlei dingbedrijf behoort tot de bevoegdheid en geschiedt onder de "ver-u Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1 949. BIJLAGE NO. 88. verantwoordelijkheid van concessiehoudster, met inachtneming van het navolgende: a. de gehele aanleg en inrichting, met inbegrip van het lei dingnet, alsmede de exploitatie, moeten, zowel voor het tegenwoordige als voor het toekomstige, beantwoorden aan alle eisen, welke naar redelijk inzicht aan een goede waterleiding kunnen worden gesteld; b. het te leveren water moet steeds van een goede hoedanig heid zijn; c. het water zal in het hoofdleidingnet verdeeld moeten wor den onder een zodanige bedrijfsdruk, dat ook op de ongun stigste plaatsen, onder gewone omstandigheden, nog een voldoende druk voor de levering overblijft. Artikel 9. E^hdlóJane_n L 1De concessiehoudster is verplicht op de buizen der water leiding binnen de gemepnte brandkranen aan te brengen op de plaatsen, welke door Burgemeester en Wethouders nauw keurig zullen worden aangegeven. 2. De plaatsing, het onderhoud en zo nodig de vervanging van deze brandkranen geschieden door en voor rekening van de concessiehoudster. De gemeente zal echter aan de concessie - houdster de kosten van herstelling of vervanging van deze brandkranen vergoeden, indien de concessiehoudster kan aan tonen, dat de herstelling of vervanging nodig is ten gevol ge van onachtzaam of onoordeelkundig gebruik van de brand kranen door de gemeente. 3- Burgemeester en Wethouders kunnen te allen tijde vorderen, dat op reeds gelegde leidingen op door hen aan te wijzen plaatsen door de concessöehoudster brandkranen worden ge plaatst; in dat geval zal de gemeente aan de concessiehoud ster de door deze te maken kosten, met uitzondering van de kosten van aankoop van de brandkranen, vergoeden. 4. De gemeente heeft het recht aan de brandkranen kosteloos water te onttrekken: a. ten behoeve van brandblussingte allen tijde en zo lang zij zulks nodig acht; b. ten behoeve van de beproeving van brandblusmiddelen, aan elke brandkraan vier maal per jaar gedurende ten hoogste een kwart uur. 5. De gemeente betaalt jaarlijks aan de concessiehoudster voor elke geplaatste brandkraan een bedrag, waarvan de grootte door de vergadering van aandeelhouders van laatstgenoemde wordt vastgesteld of gewijzigd. Artikel 10 Staking^ van_ de_ water Ie ve ri ng 1De concessiehoudster is bevoegd de waterlevering te sta ken, indien de afnemer handelt tegen de met hem of met de eigenaar van het perceel overeengekomen voorwaarden. 2. Tijdelijke staking van waterlevering wegens het maken van aansluitingen of herstellingen, moet, zoveel doenlijk, ten minste acht uren te voren door de concessiehoudster aan de afnemers worden bel end gemaakt. 3. Tijdelijke staking van waterlevering, in de gehele gemeente of in een gedeelte daarvan, wegens andere dan de in het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 320