Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE'ITO. 109.
BiJjliGE ITO. 109.
Aan de Gemeenteraad.
Bij de vaststelling van de primitieve begroting van
inkomsten en uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1949
werd bij de raming van de salarissen voor het openbaar kleu
teronderwijs (volgno. 436) reeds rekening gehouden met de
voorgenomen verbetering dier wedden. De nieuwe salarisrege
ling zelf diende echter nog door Uw college te worden vast
gesteld en wel in de vorm van een wijziging van de "Veror
dening op de gemeentelijke kleuterscholen" (Gemeenteblad
1947, no. 19), welke U hierbij in ontwerp (zie artikel 10
daarvan) wordt aangeboden.
Van deze gelegenheid hebben wij gebruik gemaakt om nog
enkele andere, wenselijk gebleken, wijzigingen in de genoem
de verordening voor te stellen. Ter toelichting van de wij
zigingen moge hot volgende dienen.
Artikel 1Deze toevoeging is in de praktijk noodzakelijk
gebleken; zij behoeft, naar het ons voorkomt, geen nadere
toelichting.
Artikel 2. Aangezien door de Pensioenraad urijs wordt ge
steldoop nauwkeurige vastlegging van de datum van ontslag
voor de huwenden, is artikel 9 der verordening in de aange
geven zin gewijzigd.
Artikel 3. Dit artikel bevat de voorgestelde nieuwe bezol-
digingsrege1ing voor het personeel van de kleuterscholen.
Op grond van het huidige artikel 11 hebben tijdelijk
aangestelden geen recht op periodieke verhogingen. Het
wordt dezerzijds echter billijk geacht, zulks in overeen
stemming met de regeling voor het lager onderwijs, ook aan
tijdelijk aangestelde en bevoegde krachten verhogingen toe
te kennen. In verband hiermede kan dan ook het bepaalde
in artikel 11 vervallen. Voor onbevoegden achten wij het
toekennen van periodieke verhogingen niet nodig. Voor haar,
die vallen onder het bepaalde bij het nieuw voorgestelde
lid van artikel 7, achten wij de in artikel 10 (nieuw),
sub d en e, voorgestelde bezoldigigen voldoende.
Artikel 4. Dit artikel behoeft, naar het ons voorkomt,
geen toelichting
Artikel 3. Opdat zij, die als plaatsvervangend hoofd moe-
Ten optreden, direct de nodige maatregelen kunnen treffen,
is het wenselijk, voor te schrijven, dat de hoofdonderwij
zeres ook haar vervangster van haar afwezigheid onmiddel
lijk kennis geeft.
Artikel 6. Aangezien soms prijs wordt gesteld op een ver
vroeging van de middagschooltijden in het tijdvak van
15 November - 1 Pebruariwordt de mogelijkheid hiertoe
in dit artikel opengelaten. Voorts is het in de praktijk
nodig gebleken, dat voorgeschreven wordt, op welk tijdstio
het personeel op school aanwezig moet zijn.
Artikel 7. In verband met de voortschrijdende ontwikkeling
van het kleuteronderwijs achten wij het van belang, dat
met betrekking tot ouderbijeenkomsten, tentoonstellingen
"en"