Bijlage tot het verslag van Leeuwarden, 1949- der handelingen van de gemeenteraad BIJLAG® IT0.118, steld en meer var ve zowel van deze geschreven ten name van de Bouwkas De jaarlijkse bijdrage, bedoeld in hoofdstuk II van de F.W. 1948, welke in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas wordt uitgekeerd, wordt door deze voor zo veel nodig aangewend ter voldoeningnamens de bouw spaarder, van'de rente, verschuldigd voor dat gedeelte van het bedrag der geldleningen, overeenkomende met de onrendabele bouwkosten, zoals deze laatstelijk docr de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting zijn vastge- waarvan de gemeente de tijdige betaling onder deze rente heeft gegarandeerd, zullende derhal- de bouwspaarder als de gemeente voor betaling rente gekweten zijn, als de uitbetaling der bij drage aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel jaarlijks ten hoogste tot het bedrag der uitbetaalde bijdrage, zulks met dien verstande, dat de jaarlijkse bijdrage in de eerste plaats wordt aangewend voor voldoening van de rente der geldlening, groot f. 5850,-, zijnde het op de onrendabele kosten betrekking hebbende gedeelte van de geldlening onder verband van e erste hypotheek, en voor het eventueel resterende gedeelte voor de rente van de geldlening, groot f. 1540,-; b. de ui+kering ineens, bedoeld in artikel 14 d.er F.W. 1948, welke in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas wordt uitgekeerd, wordt door deze, voor zoveel nodig, aangewend ter (c.q. gedeeltelijke) aflossing namens de bou«vspaarder van het bedrag der geldleningen, waarvoor de gemeente de tijdige betaling onder meer van deze aflos sing heeft gegarandeerd, zullende derhalve zowel de bouw spaarder als de gemeente voor betaling van deze aflossing gekweten zijn, als de uitbetaling der uitkering ineens aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel ten hoogste tot het bedrag dezer uitkering, zulks met dien verstande, dat de uitkering ineens in de eerste plaats wordt aangewend ter aflossing van de lening, groot f. 5850,-, zijnde het op de onrendabele kosten betrekking he' de geldlening onder verband van eerste het eventueel resterende gedeelte voor de lening, groot f. 154O,-; c. wanneer bij nadere beschikking van de Minister, om welke reden dan ook, het onrendabele gedeelte der bouwkosten op een lager bedrag dan f. 7400,- wordt vastgesteld, zal de bouwspaarder verplicht zijn op het daardoor toegenomen bedrag der rendabele kosten af te lossen op dezelfde voor waarden als op het oorspronkelijke bedrag der rendabele kosten en binnen de dan nog resterende tijd van de voor aflossing van het oorspronkelijke bedrag der rendabele kosten bepaalde periode d. de Bouwkas heeft zorg te dragen, dat het pand, waarvoor de te garanderen geldlening wordt aangegaan, tijdens de duur van de overeenkomst zodanig tegen brandschade is en blijft verzekerd, dat de kosten van herbouw of restauratie ten gevolge van brand, welke herbouw of restauratie, zo lang de gemeente garant is, verplicht wordt gesteld, vol ledig worden betaald door de verzekeringmaatschappij. Bij de verzekering moet het beding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel, worden gemaakt; e. indien de gemeente op grond van deze overeenkomst aan haar verplichtingen als borg heeft voldaan, en derhalve in de rechten der Bouwkas is getreden, verleent de Bouwkas haar nu voor alsdan de bevoegdheid om desgewenst tot executie van het onderpand over te gaan, onder gehoudenheid van de gemeente om uit de opbrengst van het onderpand in de eer ste plaats te voldoen de bedragen wegens hoofdsom, rente en kosten, welke de Bouwkas ten tijde van de executie ter zake van bovenomschreven hypothecaire geldleningen van de bouwspaarder heeft te vorderen en zo deze opbrengst niet toereikend mocht zijn, het ontbrekende voor zover de ge- 3oenae gedeelte van hypotheek, en voor de aflossing van de Biilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1 949. BIJLAGE 10,113. geven garantie haar daartoe verplicht, tegelijkertijd aan de Bouwkas te voldoen; f. de gemeente doet afstand van het recht van uitwinning,door de wet aan borgen toegekend^ alsmede van de in artikel 1887 van het Burgerlijk Wetboek aan borgen verleende be voegdheid aan de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te ver zoeken het Rijk te doen deelnemen in een eventueel uit de garantie van de onder A, sub I, van dit besluit genoemde geldlening ontstaand verlies tot het ingevolge artikel 27, lid 2, der Financieringsregeling Woningbouw 1948 hoogst toe gelaten bedrag. Leeuwarden, De Raad voornoemd, Voorzitter Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 363