Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1949- BIJLAGE NO. 156. dat deze geldleningen zullen worden verstrekt onder de volgende voorwaarden: a. over het bedrag der bedoelde geldleningen, dat door de gemeente zal worden gegarandeerd, zal een rente verschuldigd zijn van 3% per jaar gedurende de eerste 10 jaren en daarna van 3'2% per jaar; b. de aflossingen op de bedoelde geldleningen zullen zodanig worden geregeld, dat de schulden na 30 jaren zullen zijn gedelgd; dat er voldoende aanleiding is om ter bevorde ring van de uitbreiding van woongelegenheid binnen deze gemeente aan de Bouwkas, overeenkomstig het verzoek van de bouwspaardereen garantie te verlenen, zoals deze hierna zal worden oms chreven BES LUIT: A. met de Bouwkas aan te gaan een overeenkomst, waarbij de gemeente zich tegenover deze verbindt, rechtstreeks te waarborgen de tijdige betaling van rente en aflossing van: I. een zodanig gedeelte van de hiervoor bedoelde geldlening, groot f. 16.764,55, door de Bouwkas aan de bouwspaarder te verstrekken onder verband van eerste hypotheek (hypo thecair onderpand van de te bouwen woonhuizen met erf op het perceel, kadastraal bekend gemeente Virdum, Sectie A, nummer 434), dat, vermeerderd met het sub II genoemde be drag van f. 2.958,45, gelijk is aan de onrendabele bouw kosten, zijnde dit gedeelte derhalve f. 12.200,-- f. 2.958,45 f. 9.241,55 _II.de hiervoor bedoelde onder verband van tweede hypotheek (hypothecair onderpand de hicrbovenvermclde woonhuizen met erf) te verstrekken geldlening, groot f. 2.958,45; zulks onder de volgende voorwaarden: a. met toepassing van artikel 16, derde lid, sub c, van de P.W. 1948 behoort het recht op de daar bedoelde jaar lijkse bijdrage in de door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting ingestelde administratie te worden overgeschreven ten name van de Bouwkas. De jaarlijkse bijdrage, bedoeld in hoofdstuk II van de P.W. 1948, welke in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas wordt uitgekeerd, wordt door deze, voor zoveel nodig, aangewend ter voldoening, namens de bouwspaarder, van de rente, verschuldigd voor het bedrag van f. 9-241,55, deel uitmakende van de onder verband van eerste hypotheek tc verstrekken geldlening, alsmede van de rente voor het bedrag van f. 2.958,45, zijnde de onder verband van tweede hypotheek te verstrekken geldlening, van welke leningen de gemeente de tijdige betaling onder meer van deze rente heeft gegarandeerd, zullende derhalve zowel de bouwspaarder als de gemeente voor betaling van deze rente gekweten zijn, als uitbetaling dor bijdrage aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wol jaarlijks ten hoogste tot het bedrag der uitbetaalde bijdrage, zulks met dien verstande, dat de jaarlijkse bijdrage in do eerste plaats wordt aange wend voor voldoening van de rente voor het deel, grcot f. 9-241,55, van do onder verband van eerste hypotheek te verstrekken geldlening en voor het eventueel reste rende gedeelte voor de rente van de geldlening, groot f. 2.958,45, te verstrekken onder verband van tweede hypotheek b. de uitkering ineens, bedoeld in artikel 14 der P.W. 1948, welke in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas wordt uitgekeerd, wordt door deze, voor zoveel nodig, aangewend ter (c.q. gedeeltelijke) aflossing, namens de bouwspaarder van het bedrag der geldleningen, waarvoor de gemeente de tijdige betaling onder meer van deze af lossing heeft gegarandeerd, zullende derhalve zowel de "bouw-'' Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1949- BIJLAGE 110.156. bouwspaarder als de gemeente voor betaling van deze af lossing gekweten zijn, als de uitbetaling der uitkering ineens aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel ten hoogste tot het bedrag dezer uitkering, zulks met dien verstande, dat de uitkering ineens in de eerste plaats wordt aangewend ter aflossing van het door de gemeente gegarandeerde deel, groot f. 9-241,55, van de onder ver band van eerste hypotheek te verstrekken geldlening en voor het eventueel resterende gedeelte voor de aflossing van de lening, groot f. 2.958,45, te verstrekken onder verband van tweede hypotheek; c. indien het bedrag, waarmede d^ bouwspaarder blijkens het spaarcontract in de bouwkas hoeft deelgenomen, tot uitkering is gekomen, zal dat gedeelte van het door de bouwspaarder bij de Bouwkas gespaarde bedrag, dat ge lijk is aan 20van hot verschil tussen de stichtings- kosten en het onrendabele gedeelte der bouwkosten, der halve f. 1.504,60, worden gebruikt ter aflossing van de door de Bouwkas onder verband van tweede hypotheek te verstrekken geldlening, thans groot f. 2.958,45» Zodra genoemde aflossing heeft plaats gevonden, wordt het door de gemeente gegarandeerde gedeelte van de geld lening, te verstrekken onder verband van eerste hypotheek, welk gedeelte thans f. 9*241,55 bedraagt, met f. 1.504,60, derhalve tot f. 10.746,15 verhoogd; d. wanneer bij nadere beschikking van de Minister van Weder opbouw en Volkshuisvesting, om welke reden dan ook, het onrendabele gedeelte der bouwkosten op oen lager bedrag dan f. 12.200,-- wordt vastgesteld, zal de bouwspaarder verplicht zijn op het daardoor toegenomen bedrag der rendabele kosten af te lossen op dezelfde voorwaarden, als op het oorspronkelijk bedrag der rendabele kosten en binnen de dan nog resterende tijd van de voor de aflos sing van het oorspronkelijk bedrag der rendabele kosten bepaalde periode e. de Bouwkas verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de panden, voor de bouw waarvan de volgens dit besluit te garanderen geldleningen worden verstrekt, ten genoege van het College van Burgemeester en Wethouders tegen brand zijn verzekerd, bij welke verzekering het beding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel, moot wor den gemaakt f. indien de gemeente op grond van deze overeenkomst aan haar verplichtingen als borg heeft voldaan, en derhalve in de rechten der Bouwkas is getreden, verleent de Bouwkas haar nu voor alsdan de bevoegdheid om desgewenst tot execu tie van het onderpand over te gaan, onder gehoudenheid van de gemeente om uit de opbrengst van het onderpand in de eerste plaats te voldoe;n de bedragen wegens hoofdsom, rente en kosten, welke de Bouwkas ten tijde van de execu tie terzake van bovenomschreven hypothecaire geldleningen van de bouwspaarder heeft te vorderen en, zo deze opbrengst niet toereikend mocht zijn, het ontbrekende, voorzover de gegeven garantie haar daartoe verplicht, tegelijker tijd aan de Bouwkas te voldoen; g. de gemeente doet afstand van het voorrecht van uitwinning door de wet aan de borgen toegekend, alsmede van de in artikel 1887 van het Burgerlijk Wetboek aan borgen verleen de bevoegdheid. 3. Aan de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te verzoeken tot deelneming van het Rijk in een eventueel uit de garantie van de onder A, sub 1, van dit besluit ge noemde geldlening ontstaan verlies tot het ingevolge artikel 27, lid 2, der financieringsregeling Woningbouw 1948 hoogst toelaatbare bedrag. Leeuwarden, De Raad voornoemd, 3eeretaris .Voorzitter.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 405