IIA I'! tfe Mi! Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1949- bijlage no.177. bijlage NO.177. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel lOlbis der Lager-onderwijswet 1920, zoals dit luidt na de daarin aangebrachte wijziging bij de wet van 25 Juni 1948 (Staatsblad no.I 254), bepaalt de Gemeenteraad, die ten behoeve van een of meer openbare scholen onderscheidenlijk voor gewoon-, voortgezet gewoon- en uitge breid lager onderwijs vakonderwijzers heeft aangesteld, voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van scholen het getal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit getal wordt berekend door deling van het totaal getal per week te geven uren vakonderwijs door het getal onder wijzers, hetwelk volgens artikel 28 der wet aan die scholen moet zijn verbonden. Aan de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs wordt geen vakonderwijs gegeven. Het totaal per week te geven uren vakonderwijs aan de drie scholei voor voortgezet gewoon lager onderwijs bedroeg geduren de het tijdvak van 1 Januari tot en met 29 Augustus 1949 83 en bedraagt vanaf 30 Augustus 1949 110, terwijl het aantal verplichte leerkrachten aan die scholen samen 16 is, zodat het aantal wekelijkse lesuren op respectievelijk 83 16 is 5 3/16 en 110 16 is 6 7/8 moet worden bepaald. Voor het uitgebreid lager onderwijs beliep het totaal per week te geven uren vakonderwijs gedurende het tijdvak van 1 Ja nuari tot en met 5 September 1949 116 3/4 en bedraagt vanaf 6 September 1949 119 7/12, terwijl het aantal verplichte leer krachten aan de drie scholen voor uitgebreid lager onderwijs samen 30 is, zodat hiervoor het aantal wekelijkse lesuren op respectievelijk 116 3/4 30 is 3 107/120 en 119 7/12 30 is 3 71/72 moet worden bepaald. De besturen van de in de gemeente gevestigde gelijksoortige bijzondere scholen kunnen voor 1949 voor beloning van hun vak leerkrachten aanspraak maken op een vergoeding uit de gemeente kas, welke wordt bepaald met inachtneming van de bovenbedoelde getallen wekelijkse lesuren, vermenigvuldigd met het getal verplichte leerkrachten aan hun scholen en een beloning tot een bedrag, waarop de vakonderwijzers aanspraak zouden hebben gemaakt, indien zij in dienst der gemeente waren geweest. Alle besturen van de scholen voor voortgezet gewoon- en uitgebreid lager onderwijs, waaraan vakonderwijzers werkzaam zijn, hebben gebruik gemaakt van de hun bij het 5e lid van artikel 101bis der wet geboden gelegenheid op vorenbedoelde vergoeding een voorschot aan te vragen, welk voorschot op ge lijke wijze wordt berekend als de vergoeding, terwijl na afloop van het kalenderjaar de afrekening met de schoolbesturen plaats vindt onder overlegging van de nodige bewijsstukken. De indiening van dit voorstel is vertraagd tengevolge van de late verschijning van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks ambtenaren 1948, bevattende in hoofdstuk V, bijlage G, artikel 11, de voorgeschreven minimum-salarissen der vakonderwijzers. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging het hierna opgenomen ontwerp-besluit vast te stellen. Leeuwarden, 27 October 1949* Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.m.VAN DER MEULEN, Burgemeester. T.BAKKER, Secretaris, erzonden 3 November 1949. hontwerp"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 427