w m Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1 949» BIJLAGE ITO.21 6. iii j I In. Ü.u ii1 vi li ui 1,1 I!' l|j d' b. d De curator Bruins had aan de discussie in het curatorium over zijn zoon niet mogen deelnemen. Op de leraarsverga dering zou het algemeen usance zijn, dat een leraar zich niet mengt in de discussie over een zijner kinderen. De opmerking van curator Bruins, dat afwijzing van zijn zoon diens carrière zou breken, is onjuist, omdat deze als leerling in de vijfde klasse van een ander gymnasium of langs de weg van het staatsexamen zijn doel zou kunnen trachten te bereiken. De door curatoren "verkondigde theorieën" zijn funest voor iedere school en geven een vrijbrief voor lanterfanten. Bovendien is in een vorig jaar in een soortgelijk geval (afwijzing na doubleren) door curatoren geen bezwaar ge maakt 7. Vergadering 1949. van curatoren met rector en leraren op 1 4 Juli Ingevolge art.21lid 1, laatste zin, der Verordening voor het gymnasium werd op 14 Juli 1 949, na de in punt 4 vermelde vóórvergadering van rector en leraren,de voorgeschreven ver gadering van curatoren met rector en leraren gehouden. Op de ze vergadering hebben de standpunten elkaar ontmoet en zijn de argumenten te berde gebracht, doch van toenadering is geen sprake geweest. Ten aanzien van het geval Bruins Jr. merken curatoren op, dat diens oververmoeidheid daar ter sprake is geweest en dat Prof.Wagenaardie als leraar aanwezig was, deze heeft bevestigd. Tevens zou de wiskunde-leraar De Vries deze hebben opgemerkt, terwijl een derde leraar, door niemand weersproken, heeft opgemerkt, dat, als de leraren van deze oververmoeidheid kennis hadden gedragen, zij de leerling Bruins anders zouden hebben beoordeeld. Op deze vergadering hebben, volgens curatoren, de leraren hun afkeuring te kennen gegeven over het feit, dat curatoren een bevoegdheid gingen hanteren, die hun niet behoorde toe te komen en dat deze verouderd was. Verder constateerde het curatorium bij de leraren een grote weerstand tegen hun op vatting, welke zij niet geheel konden begrijpen. Curatoren hebben ook op deze vergadering nog aan de lera ren gevraagd hun advies te willen wijzigen in deze zin, dat de leerlingen Bruins en Vis zouden worden bevorderd, alsmede nog één leerling, die daarvoor naar hun oordeel het meest in aanmerking kwam, terwijl de overige judicia (dus de taken en herexamens) daarmee in overeenstemming moesten worden ge bracht. De leraren meenden hieraan niet te kunnen voldoen, omdat hun voorstel met nauwgezetheid was overwogen. Zij achtten het onverenigbaar met hun eer en geweten, aan een andere be slissing mede te werken. Curatoren merkten daartegenover op, dat het curatorium de verantwoordelijkheid zou dragen voor de wijzigingen en dat van de leraren slechts technische medewerking werd verlangd, doch ook deze werd door de leraren geweigerd, omdat iedere medewerking verantwoordelijkheid in zou sluiten. 8. De beslissing van curatoren. Omdat ter vergadering een vereniging van de beide stand punten onmogelijk bleek, hebben de curatoren de zaak tot een beslissing moeten brengen. Zij deden dat als volgt, door, in afwijking van het advies van de leraren, de leerlingen: Riemersmaniet af te wijzen, doch met een herexamen voor Grieks A en Latijn voorwaardelijk te bevorderen; Hoengeen herexamen te geven voor Latijn A, maar taken voor Latijn A en Latijn; Tis: in plaats van de voorgestelde herexamens voor Latijn en Algebra, taken voor deze vakken op te dragen. "Aan" Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE HO.21 6. Aan de leerling Bruins hadden curatoren herexamens willen opdragen, maar zij achtten zich door de weerstand der lera ren gedwongen om die herexamens te vervangen door taken, te weten voor Latijn A eh Grieks A. Yoor het overige werd het advies van de leraren gevolgd. In deze beslissing wordt de aandacht getrokken door het feit, dat de leerling Riemersma met een betere cijferlijst dan de leerling Bruins een ongunstiger judicium kreeg. 9Verder verloop van het conflict. De bevordering van de leerlingen was bepaald op Vrijdag 15 Juli 1949 en op deze dag heeft het conflict zich toegespitst. Vóórdat de leerlingen van klasse V, welke klasse volgens tra ditie het eerst wordt bevorderd, werden binnengeroepen, oefen de de leraar de heer d'Angremond, die met ingang van 1 Septem ber 1949 elders was benoemd, scherpe critiek uit op het cura torium en ook op het gemeentebestuur, dat o.a. van schrielheid werd beschuldigd. Nadat de heer d'Angremond uit protest de vergadering had verlaten, verklaarde de heer E.J.Veenstra, le raar in de klassieke talen, zich niet met de beslissing van curatoren te kunnen verenigen en aan de uitvoering daarvan niet te willen meewerken. Deze houding van de heer Veenstra was van te voren weloverwogen; hij wenste tegenover de leerlingen niet de schijn te wekken, dat hij de z.i. onjuiste beslissing van curatoren dekte. Hij vroeg en verkreeg verlof de vergadering te verlaten en werd gevolgd door mevrouw Ebels en de heer Dijk stra. (Volgens de lezing van rector en leraren is de heer d'Angremond na de heer Veenstra vertrokken). Toen de bevorde ring van de vijfde klasse had plaats gehad, zoals de rector het uitdrukte "conform het advies van rector en leraren, zo als dat door curatoren was gewijzigd", wilden genoemde lera ren de vergadering verder bijwonen, waarop de president-cura tor te kennen gaf, daarop geen prijs te stellen. De eerder ge noemde leraren gingen daarop weer heen en werden gevolgd door de dames Douma en Van der Meulen en de heer Van Huystee. Dien tengevolge bleven ter vergadering slechts aanwezig de rector, de heer Buisman, de conrector, de heer Van den Berg, en de he ren Hijmans, Maschmeijer en De Vries. Andere leraren dan de hierboven genoemde hadden zich blijkbaar niet ter vergadering gemeld. De bevordering van de overige klassen geschiedde daar na, zoals de rector zeide, "conform het voorstel van rector en leraren" 10.Publiciteit van het conflict. Geruchten over het conflict breidden zich snel uit over de stad. Deze verspreiding is vanzelfsprekend in de hand gewerkt, doordat een groot aantal leerlingen er mede bekend was. Ook de leraren hebben uiteraard veel over het geval gesproken, even als de ouders. Sen en ander vond zijn weerslag in de plaatse lijke kranten en ook elders in Nederland trok de zaak' de aan dacht. In de geruchten, die door de stad gingen, kwamen de cu ratoren in een ongunstig daglicht te staan. Geruchten plegen voor de spraakmakende gemeente in hun ergste vorm het meest aantrekkelijk te zijn en hebben de neiging, al voortgaande, van de waarheid steeds verder af te wijken. De commissie heeft echter de indruk, dat ook rector en leraren, bij wie uiteraard een van de bronnen van de ruchtbaarheid van deze zaak is ge legen, niet altijd een zuiver obje.ctieve weergave van het con flict hebben gegeven en de zuiverheid van de motieven van het curatorium niet altijd boven verdenking hebben gesteld. Een en ander is echter onmogelijk na te gaan en te reconstrueren, zo dat de commissie zich in dit onderdeel niet bijzonder is gaan verdiepen. "11 'ti I ill' II

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 485