I
iltl
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1952. Bijlage no. 46.
Leeuwarden, 6 Maart 1952.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 36, 1ste lid, van het Besluit buiten
gewoon lager onderwijs 1949 bepaalt de gemeenteraad, die ten
behoeve van een of meer openbare scholen, onderscheiden naar
de in artikel 1 bedoelde soorten, vakonderwijzers heeft aan
gesteld, voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van
scholen het getal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vak
onderwijs zal worden gegeven. Lit getal wordt berekend door
deling van het totaal getal per week te geven uren vakonder
wijs door het getal verplichte leerkrachten aan die scholen.
Sinds 14 Augustus 1951 is aan de openbare school voor
buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen een
vakleerkracht in de logopaedie werkzaam. Het aantal door de
ze vakleerkracht per week te geven uren bedraagt 11, terwijl
het aantal verplichte leerkrachten aan die school, de klassen
voor imbecillen overeenkomstig artikel 36, lid 2, slotzin,
van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 buiten be
schouwing latende, 8 bedraagt, zodat het aantal wekelijkse
lesuren voor 1 952 op 11 8 is 1 3/8 moet worden bepaald.
Het bestuur van de in de gemeente gevestigde bijzondere
school voor buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kin
deren heeft eveneens een vakleerkracht in de logopaedie aan
gesteld en verzoekt in verband daarmede in aanmerking te ko
men voor een voorschot op de in artikel 36 van bovenaange
haald besluit bedoelde vergoeding voor het jaar 1952.
Aangezien aan deze school vijf verplichte leerkrachten-
zijn verbonden, kan het bestuur aanspraak maken op een ver
goeding van maximaal 5x1 3/8 is 6 7/8 uur vakonderwijs per
week, op basis van dezelfde beloning, als welke de gemeente
aan haar vakleerkracht toekent, n.l. f. 156,- per jaar voor
elk wekelijks lesuur van zestig minuten, vermeerderd met de
toelagen op grond van de Toelageverordening 1951, met dien
verstande, dat de vergoeding in geen geval het bedrag der
werkelijke uitgaven mag overschrijden. Het voorschot wordt
op gelijke wijze berekend als deze vergoeding. Na afloop van
het kalenderjaar vindt de afrekening met het schoolbestuur
plaats onder overlegging van de nodige bewijsstukken.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging
je besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
AA.M. van der heulen, Burgemeester.
M.D. de Jong, 1.-Secretaris
Verzonden 8 Maart 1 952.