Artikel 7.
De rechten zijn verschuldigd onmiddellijk nadat de toegang
tot de beurs gevraagd is of de toewijzing van de vaste plaats
of de nis heeft plaats gehad.
Artikel 8.
1De invordering van de rechten geschiedt door of namens i
directeur van de markt- en havendienst tegen afgifte van een
kwijtingsbewijs
2. Het kwi jtingsbewi js moet op eerste vordering van de hier
mede belaste ambtenaren worden getoond.
3. De kwijtingsbewijzen, met uitzondering van die, betrek
king hebbend op de rechten, vermeld in artikel 3> lid 1, onder
a, en in artikel 4, lid 1, onder a, dragen een persoonlijk ka
rakter en kunnen alleen dienen als bewijs van betaling door
hen, te wier name zij zijn gesteld.
Artikel 9.
Het recht, vermeld in artikel 3, wordt niet geheven voor
het verkrijgen van toegang tot de beurs door de burgemeester,
de wethouders, de leden van de gemeenteraad en de ambtenaren
en bedienden, die voor de uitoefening van hun functie toegang
tot de beurs nodig hebben.
Artikel 10.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 Mei
1952. Op hetzelfde tijdstip vervallen de Verordeningen op de
heffing en de invordering van beurs- en waagrechren in be ge
meente Leeuwarden, vastgesteld bij besluit van 28 September
1 920.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1952. Bijlage no.57.
Leeuwarden, 20 Klaart 1952.
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur der Vereniging tot stichting en instandhou
ding van scholen met de Bijbel te Huizum, verzoekt, krach
tens artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, gelden uit de
gemeentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van lees
boeken, ter vervanging van verouderde, voor de school voor
gewoon lager onderwijs in de Borniastraat te Huizum.
Uit een ingesteld onderzoek, waarbij rekening is ge
houden met de normen, die bij de verstrekking van extra cre-
dieten voor de aanschaffing van taal- en leesmethodes aan
openbare scholen zijn gesteld, is ons gebleken, dat door de
bovenbedoelde aanvrage de normale eisen, aan het geven van
lager onderwijs te stellen, niet worden overschreden.
Voor het overige is ook geen der weigeringsgronden als be
doeld in artikel 75tweede lid, der wet aanwezig, zodat
naar ons oordeel de gemeente medewerking behoort te verle
nen.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten over
eenkomstig het hierachter afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker Secretaris.
'-rzonden 26 Maart 1952