houdende met het aantal graven, dat jaarlijks op de begraaf plaats wordt uitgegeven, blijkt zelfs, dat op sommige afdelin gen nog slechts voor 1 of 2 jaar grafruimte beschikbaar is, zodat de uitbreiding op korte termijn zal dienen plaats te vinden In verband hiermede hebben wij reeds geruime tijd geleden aan de directeur der gemeentewerken opdracht gegeven plannen voor uitbreiding van de Noorderbegraafplaats gereed té maken. Op 11 September 1951 diende de directeur een drietal plannen bij ons in. Het eerste plan (plan I) gaat uit van een uitbreiding van de begraafplaats in noordelijke en oostelijke richting en voorziet in een behoefte aan grafruimte voor naar schatting 25 jaar. Dit plan is groots van opzet en biedt een fraaie oplos sing voor het vergroten van de begraafplaats. De kosten van dit plan zijn echter begroot op f. 2.085.000,-, zodat het, ge let op de huidige financiële positie van de gemeente, niet verantwoord is de uitvoering van dit plan in overweging te ne men. In plan II en III is de uitbreiding alleen gezocht in oostelijke richting. Plan II voorziet in de behoefte aan graf ruimte voor 8 jaar; het aantal graven, dat bij uitvoering van dit plan beschikbaar komt, bedraagt 305O, terwijl de kosten worden geraamd op f. 755.OOO,-. Plan III voorziet in de behoefte aan grafruimte voor 5 jaar; het aantal graven bij uitvoering van dit plan zal 2040 bedragen en de kosten f. 540.000,-. Een voordeel van de laatste twee plannen is, dat zij bei de in feite een gedeeltelijke uitvoering betekenen van het grote plan voor 25 jaar, zodat de mogelijkheid open blijft te zijner tijd het grotere plan, hetzij~in eén keer, hetzij in twee of meer gedeelten, uit te voeren. Een ander voordeelis, dat bij uitvoering van de plannen II of III aangesloten kan worden op de bestaande bemaling, zodat een kostbare voorzie ning voorshands achterwege kan blijven. Na overweging van de plannen hebben wij gemeend aan het plan voor 8 jaar de voorkeur te moeten geven boven dat voor^ 5 jaar. In de eerste plaats achten wij een tijdsruimte van 5 jaar voor de behoefte aan grafruimte te kort en verder geeft dit plan een meer afgerond geheel, dat beter bij de bestaande begraafplaats aansluit. Voor deze uitbreiding zal moeten worden beschikt over de percelen kadastraal bekend sectie D, nos. 1673 en 1149, teza men groot 3.01.28 ha. Deze percelen zijn eigendom van de ge meente en destijds ingebracht in het grondbedrijf. Wat de inrichting van het thans aan te leggen gedeelte van de begraafplaats aangaat, menen wij U te mogen verwijzen^ naar de bij de stukken overgelegde tekeningen, welke een dui delijk inzicht hieromtrent geven. Ten slotte vestigen wij er Uw aandacht op, dat bij het tot stand komen van de uitbreiding van de Noorderbegraafp-a«-- een herziening van de Verordening op de inrichting en het ge bruik van de Hoorderbegraafplaats noodzakelijk is. Te zijner tijd zullen wij een voorstel daartoe bij U indienen.^ Op 26 November j.l. hebben wij het plan tot uitbreidm3 van de begraafplaats bereids aan gedeputeerde staten toege-'-- den, ten einde dit aan de investeringscommissie voor te lec gen 113," k a 3Het aanleggen van het Harlingerplein met inbegrip van het verbeteren van de Harlingërstraatweg tussenuit plein en de spoorlijn Lee"uwarden-Stiens In verband met de voortschrijdende stadsuitbreiding in de omgeving van het geprojecteerde Harlingerplein en in verband met het doortrekken van de Valeriusstraat en de Leeuwrik- straat, verdient het ten zeerste aanbeveling, mede met het oog op het zware en intensieve verkeer ter plaatse, over te gaan tot het aanleggen van het Harlingerplein. De indeling en vormgeving van dit plein is het resultaat van een langdurig overleg. Nog in de loop van het vorige jaar hebben wij ter zake het advies ingewonnen van de K.N.A.C. en de A.N.W.Bten einde het oordeel van deskundigen op het ge bied van verkeersvraagstukken hierover te vernemen. De uitge brachte rapporten liggen uiteraard bij de stukken voor U ter inzage De moeilijkheden met betrekking tot dit kruispunt zijn on der andere een gevolg van het feit, dat op het geprojecteerde plein in totaal acht straten zullen uitkomen, die uit ver- keersoogpunt bezien een verschillende betekenis hebben. De beide gedeelten van de Harlingërstraatweg, de Valeriusstraat en de Heliconweg, welke beide laatste wegen deel uitmaken van de toekomstige ringweg, zijn te beschouwen als hoofdverkeers- banen. De Bildtsestraat en de leeuwrikstraat zijn echter van minder belang, maar nemen als zogenaamde hoofdwijkaders toch een belahgrijke plaats in het stadsverkeer in. De twee andere straten zijn van ondergeschikte betekenis, In verband met het bovenstaande is uitgegaan van de ge dachte, dat het verkeer uit straten van verschillend karakter ook verschillend moet worden behandeld. Daarom zijn de hoofd- njbanen van de Harlingërstraatweg en de toekomstige ringweg samengebracht en zijn de andere straten, alsmede de parallel wegen, hiervan gescheiden gehouden. Ook in de verharding van ie verschillende banen zal het onderscheid merkbaar zijn. De "-oofdverkeersbanjn zijn ontworpen van asfaltbeton op een ge elste fundering, de andere wegen van klinkerbestrating. Het gedeelte van de Harlingërstraatweg tussen het aan te *®6gen plein en de overweg over de spoorlijn Leeuwarden- •v.ipns dient tegelijk met de aanleg van het plein te worden ^roeterd. Het profiel van dit gedeelte zal bestaan uit een rijweg ter breedte van 9 m van asfaltbeton, met aan weers zijden een rijwielpad, een trottoir en een parkeerstrook. £et verbeteren van de Harlingërstraatweg tussen het Harlin- ggtplein en de Engëlsestraat oog^ gedeelte van de Harlingërstraatweg behoeft met het q rre^ zware en intensieve verkeer dringend verbetering, ^orspronkelijk lag het in de bedoeling de rijweg een breedte van 12 meter. In verband met de ligging van de voor- wonina etl-^e b°egangspaden naar de aan deze straatweg liggende nu „L-en.ls echter een ander profiel gekozen. Het plan omvat van m mei: aan weerszijden een parkeerstrook 3^20 een rijwielPa<i van 2.10 m en een trottoir van bii»' Proiiel kunnen de bestaande tuinmuren in stand handhaaf611 bestaande zandbed grotendeels worden ge- lii?=4"n ®oven<3.ien komt nu het rijwielpad vrij van de weg te nio?"l behoeven narkerende auto's het verkeer over de weg ex te belemmeren." 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1952 | | pagina 387