I iistsrTt hiervoor reeds hebben opgemerkt is in eerste
Wo. 3523-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
28 Maart 1952, bijlage no. 68;
Gelet op de artikelen 170 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT
per 1 Mei 1952 een onderhandse geldlening groot f.100.000,-
aan te gaan met het Spoorwegpensioenfonds, bedoeld in de Pen
sioenwet voor de spoorwegambtenaren 1925 (Staatsblad no.294)
te Utrecht, rentende 4 's jaars, parikoers, onder de vol
gende voorwaarden:
1. Geldgever verbindt zich om het bedrag der geldlening aan
de gemeente tegen ontvangst van een door de burgemeester
ondertekende schuldbekentenis te voldoen op 1 Mei 1952
tegen een koers van 100 alzo tot een netto bedrag van
een honderd duizend gulden (f. 100.000,-) en wel door
storting bij de Coöp. Zuivelbank te Leeuwarden ten gunste
van de gemeente Leeuwarden.
2. De gemeente- verbindt zich cm:
a. over het nominaal bedrag een rente te betalen berekend
naar 4 (vier ten honderd) per jaar, vervallende in
halfjaarlijkse termijnen, telkens op 1 Mei en 1 Novem
ber, voor het eerst op 1 November 1952 over het alsdan
verstreken tijdvak, te rekenen van de datum van opne
ming der gelden. Voor de berekening van de rente wordt
een maand op 30 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.
b. het bedrag der lening ineens af te lossen na 15 jaar,
alzo op 1 Mei 1967. Tussentijdse aflossingen zijn niet
toegestaan.
3. Alle betalingen van rente en/of aflossing zullen zonder
kosten voor geldgever worden gedaan te zijner kantore te
Utrecht of te zodanige plaatse als door hem tijdig zal wor
den opgegeven, terwijl geen kwijting zal kunnen worden gs'
vorderd voor en aleer de verschuldigde bedragen in het te-
zit van geldgever zijn.
4. Indien enige termijn van rente en/of aflossing niet op de
verschijndag als vorenomschreven mocht zijn betaald, dan
vermeerdert het niet-betaalde bedrag met een boete van
2 per maand, een ingetreden maand als een volle gerekend,
en wordt al het verschuldigde terstond en ineens opvordsr-
baar. De gemeente zal in gebreke zijn door het enkel ver
loop van de bepaalde termijn, zonder ingebrekestelling-
Geldgever blijft daarentegen geheel vrij, indien enige voo.
rente en/of aflossing verschuldigde som niet op de daarvc^-
bepaalde termijn mocht worden betaald, onverwijld alle zc
danige maatregelen te nemen tot behoud van zijn rechten 01
tot verhaal van zijn vordering, als de wet te zijner be-
schikking stelt en hem nodig of nuttig voorkomen.
5. Alle kosten van sluiten en tenuitvoerlegging deze 0V®re)leE.
komst, nu en later, alsmede alle belastingen, waarmede --
tebetalingen van deze lening mochten worden getroffen,
voor rekening van de gemeente.
Aldus vastgesteld in de openbare vergad0-1"-
van
voorzitter.
Secretaris-
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van leeusvarden, 1952. Bijlage no. 69-
Leeuwarden, 29 Maart 1952.
Aan de Gemeenteraad.
Blijkens de door U vastgestelde begroting voor het
dienstjaar 1951 bedraagt het tekort f. 465.271,-, waarvan
een bedrag van f. 68.280,- te dekken door verhoging van de
bijzondere uitkering, zijnde de kapitaals last, voortvloeien
de uit de investeringen ten behoeve van de kanalenplannen,
en een bedrag van f. 397-291,- door beschikking over de al
gemene reserve, ontstaan uit overschotten van vorige dienst
jaren.
Bij de becijfering van dit begrotingstekort zijn, naar
de destijds bekende gegevens, de algemene en bijzondere uit
kering uit het gemeentefonds en de vervangende uitkering uit
her gemeentefonds wegens het niet meer heffen van de onder-
nemingsbelasting aangehouden op respectievelijk f. 2.073*455,
I f- 465.500,- en f. 1.050.000,-.
ï/egens verrekening in verband met een nadere voorlopige
I ^aststelling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds
I over 1949, zomede uit hoofde van een 5 na-uitkering over
I zetzelfde jaar, kan de hiervoor vermelde algemene uitkering
I (ll Semsentefonds rond f. 122.845,- hoger worden geraamd
I en mitsdien worden uitgetrokken cp f. 2.196.300,-, te vermin-
I 3ie'k een bedrag van f. 22.680,- wegens in vorige ramin-
I te.ho°g geraamd aantal inwoners op 1 Januari 1950. De
I '^jl-^elijke hogere raming bedraagt derhalve f. 122.845,-
-. 22.680,- f. 100.165,-.
-je raming van de bijzondere uitkering kan wegens de 5 na-
storing over 1949 f. 16.625,- hoger worden geraamd,
v °?^rengs"t van de ondernemingsbelasting over 1950 is bij
'l^ven van de Minister van Financié'n van 10 December 1951>
gnerale thesaurie, dienst der rijksbegroting, afdeling gem.
kePaaM op f. 1.313.424,-. Voor I§51 kan ter com-
5gn I? van het vervallen van de ondernemingsbelasting tot
hedrag een uitkering uit het gemeentefonds worden
aan-2ien van de primitieve begroting geeft deze
i-m-verstelling van de ondernemingsbelasting een hogere
i-r-vV van rond f. 2 63.425,-. Resumerende is de totale
f ion °P°renSsi van de rijksuitkeringen te stellen op
f« 16.625,- f. 263-425,- f. 380.215,-.
lagi* hogere rijksuitkeringen staat echter een ver-
s?en+f-pva5 de ramlnS van de belasting-uitkering uit het ge-
het besnVi!-v>.0Ver ^51 van -• 19-575,-, verband houdende met
ten fio'V ar s1:ellen van een lager bedrag aan voorschot
kan 0(Jt?rfmefin'fce te zijner tijd bij de definitieve afrekening
ring overl95o8n 6611 res'ti'tui::ie van 1:0 veel ontvangen uitke-
I uit he+ Seiracht een verhoging van de bijzondere uitkering
lijk 'aap1s?rne0n"fclr:f'onds 1e bewerkstelligen tot een bedrag ge-
Sen'ten hph üaalslastvoortvloeiende uit de investerin-
°P de bee-r +^Ve van.de haven- en kanalenverbetering. Gelet
de arg'omfn+ ,jlnësP°sitie zijn hiervoor thans geen steekhouden
dere bin-n meer aan te voeren. De aanvankelijk geraamde
zaldan 0o>° re bijdrage uit het gemeentefonds ad f.68.280,
van de begroting moeten worden afgevoerd.
In"