zijn en de productiviteit opvoeren", doch het beschikken over inkomsten, ten minste gelijk aan die van het vorige jaar, is noodzakelijk cm de taak uit te voeren, die de" plaatselijke overheid op zich heeft genomen en die niet kan worden ingekrompen zonder bijzondere belangen van de burgerij te schaden. Zelfs kan met gelijk blijvende in komsten niet worden volstaan. Zo zullen b.v. tegenover de in de laatste jaren, ten gevolge van de uitvoering van talrijke kapitaalswerken, sterk gestegen rente en af schrijving, gelet op het vrijwel bevroren inkomstenpeil der gemeente, naar onze mening slechts hogere uitkeringen uit het gemeentefonds als dekking kunnen gelden. Er kan toch niet van het gemeentebestuur worden verwacht, dat bij lagere of gelijkblijvende uitkeringen en bij stijgende kosten voor de dienst 1952 een sluitend budget wordt ver kregen. Uiteraard dient bij het gemeentelijk beheer de effi ciency zo hoog mogelijk te worden opgevoerd. Immers de beperktheid van de middelen dwingt een gemeentebestuur er toe uit de steeds toenemende behoeften een zodanige keuze te doen, dat steeds de belangrijkste behoeften worden be vredigd. Openbare veiligheid. Zoals bekend, krijgt de gemeente, ingevolge het Be sluit vergoeding politiekosten 1950, de ten behoeve van de politie te maken kosten tegen vaste normen van het Rijk vergoed. Kon in de afgelopen jaren uit deze vergoeding een reserve worden gekweekt, voor 1 952 worden de kosten f. 14.845,- hoger geraamd dan de te ontvangen vergoeding, welk bedrag ten laste van de bedoelde reserve wordt gebracht. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft medegedeeld de klacht, dat de normen te laag zijn, ernstig te zullen onderzoeken. De nadruk werd er op gelegd, dat het de bedoe ling is de vergoeding met het kostenpeil in overeenstem ming te houden. Bij het bepalen van haar beleid ten aanzien van de burgerlijke verdediging is de Regering er van uit gegaan, dat ook de gemeenten grote belangen hebben bij de bescher ming van de bevolking en dat de gemeenten bereid zullen zijn hiervoor financiële offers te brengen. Volgens het bij de Tweede Kamer in behandeling zijnde wetsontwerp zijn dé kosten, voortvloeiende uit de bescherming van de bevolking en de voorbereiding daarvan, verplichte uitga ven in de zin van artikel 24Ö van de Gemeentewet. Bij alge mene maatregel van bestuur zullen regelen worden gesteld volgens welke aan de gemeenten een bijdrage uit 's Rijks kas beschikbaar wordt gesteld ter tegemoetkoming in of tot goedmaking van de hier bedoelde kosten. In afwachting van het tot stand komen van bedoeld wetsontwerp is, voorname lijk als tegemoetkoming in de personeelslasten, een ril-.1®" bijdrage geraamd overeenkomstig de normen, zoals deze dij schrijven van de vioc-Minister-PresidentMinister zonder portefeuille, te onzer kennis zijn gebracht. Volkshuis ves t i ng Met betrekking tot de woningvoorziening leggen wij U hierbij een staat over van de geregistreerde aanvragen v woonruimte per 31 December 1951 (bijlage I), alsmede een "over-" overzicht van de in 1951 gereedgekomen en per 31 December 1951 in aanbouw zijnde woningen, onder vermelding van de complexen, waarvan de bouw in de laatste weken is aange vangen (bijlage II). Het stemt tot voldoening, dat dank zij de door de in gezetenen getoonde burgerzin in 1952 met de bouw van een behoorlijk aantal woningen kon worden gestart. Verwacht mag worden, dat onze gemeente, naast de opbrengst van de zo goed geslaagde burgerzinlening, een op de plaatselijke wo ningnood gebaseerde toewijzing uit de door de centrale over heid aangetrokken en voor de woningbouw bestemde gelden zal ontvangen. Op grond van de overgelegde cijfers mag worden verwacht, dat in 1952 meer woningen voor bewoning gereed zullen komen dan in 1 951 Zeer binnenkort zullen wij U plannen voorleggen tot de bouw van een aantal woningen ter vervanging van af te breken krotwoningen. Onderwijs Zoals reeds bij de aanbieding van de begroting van 1951 onder Uw aandacht is gebracht, heeft de Regering het voorne men belangrijke verlagingen van de schoolgelden, waaronder de invoering van een gezinsreductie, in te voeren. Tot op heden is nog slechts de regeling van het schoolgeld voor de rijksscholen voor middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs gewijzigd, waarbij het schoolgeld is verlaagd. Aangezien nog niet bekend is in hoeverre de gemeente, bij aanpassing van de gemeenteregeling aan die van het Rijk, schadeloos zal wor den gesteld voor de ten gevolge hiervan te derven inkomsten, is tot op heden een wijziging van de gemeentelijke regeling voor deze schoolgelden achterwege gebleven. De gehele schoolgeldheffing vervult ons overigens met zorg. Enerzijds kan slechts over de door de rijksbelasting administratie te verstrekken schoolgeldmaatstaven worden be schikt, nadat de rijksbelastingaanslagen zijn opgelegd, - en zoals bekend is, is de hier bestaande achterstand nog niet ingehaald - anderzijds zal wellicht met terugwerkende kracht een gezinsreductie worden ingevoerd. Wij verwachten, dat de in te voeren gezinsreductie bijzondere administratieve moei lijkheden zal medebrengen, aangezien dan immers voor elk ge zin bekend moet zijn, hoeveel kinderen, die onderwijs aan verschillende onderwijsinstellingen kunnen genieten, zowel in,als buiten de gemeente, voor reductie in aanmerking komen Hoewel van de in te voeren maatregelen de juiste omvang nog niet bekend is, mag wel worden aangenomen, dat de perceptie kosten, aan de schoolgeldheffing verbonden, zeker zullen stijgen. Verhoging van verschillende uitgaven van hoofdstuk VIII is niet te ontgaan, in verband met het toenemen van het aan- tai leerlingen en de nog steeds stijgende kosten (b.v. voor verwarming e.d.). De stijging van het aantal leerlingen komt tot uitdruk king in de op bijlage III vermelde cijfers. ^Op de door de Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten- iqcpP^en opgestelde urgentielijst-scholenbouw staat voor vooronze gemeente de bouw van een school ten behoeve vn bijzonder lager onderwijs vermeld. Bij de post "on- -ia-Ü??"e.ne uitgaven" is bereids de hieruit voortvloeiende J drlijkse last geraamd. "Enkele"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1952 | | pagina 395