stig het voor dit gebied geldende uitbreidingsplan, dat ter j plaatse voorziet in open bebouwing. Ru in afwijking van dit uitbreidingsplan zijn perceel bij de onderhavige herziening wordt bestemd voor bebouwing met flatwoningen, voelt hij zich ernstig in zijn belangen benadeeld. Ten eerste omdat zijn woning bij verwezenlijking van deze bestemming zal moe ten verdwijnen en ten tweede omdat hem daardoor de mogelijk heid wordt ontnomen als veehandelaar te midden van zijn lan derijen te wonen. Bovendien zal het naar zijn mening zeer moeilijk zijn om in de naaste toekomst elders een soortgelij ke woning te bouwen. Inderdaad zal de woning van adressant te zijner tijd, wanneer deze herziening wordt verwezenlijktmoeten verdwij nen. Vastgesteld kan dan ook worden, dat het algemeen belang en het bijzonder belang hier botsen. Het algemene belang eist langs deze brede toegangsweg tot de gemeente een bebouwing van enigszins dominerend karakter, welke bebouwing in een juiste verhouding dient te staan tot de breedte van de straat Uit een oogpunt van een goede stedebouwkundige ontwikkeling zou het derhalve onjuist zijn ter plaatse laagbouw te hand haven. Wij zijn dan ook van mening, dat het particuliere be lang hier moet wijken. De heer Koopmans zal echter, voorzover hij in zijn belangen wordt geschaad, schadeloos dienen te wor den gesteld. Het tijdstip, waarop het herziene plan kan worde: verwezenlijkt,is echter nog niet gekomen. Voordat hiermede kan worden begonnen zal door koop of door onteigening de be schikking moeten zijn verkregen over het huis en de grond van de heer Koopmans. Bij verkoop kan deze zelfde voorwaarden stel len, die hij dienstig acht ter verzekering van zijn belangen, terwijl bij onteigening de wettelijke bepalingen de nodige waarborgen en rechtszekerheid geven. Bovendien kan adressant altijd een beroep doen op de Schadevergoedingsverordening, indien hij naar zijn oordeel ernstige schade lijdt. Het andere bezwaar van adressant is naar onze mening minder steekhoudend. Ook indien het thans geldende uitbrei dingsplan wordt verwezenlijkt, zal adressant niet meer te midden van zijn landerijen wonen. Met deze omstandigheid kan hij destijds op de hoogte zijn geweest. Verder zal het naar onze mening in de toekomst zeker mogelijk zijn een ongeveer gelijke woning te bouwen op een andere plaats in de gemeente. Op grond van het vorenstaande zijn wij dan ook van me ning,dat er geen voldoende gronden aanwezig zijn om op ae ir; het ontwerp aangegeven bestemming terug te komen en bieden u mitsdien bijgaand ontwerp-besluit ter behandeling aan. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarder., a.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker Secretaris. Verzonden 7 Mei 1952 No. 5059. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethou ders van 7 Mei 1952 (bijl.no. 87) BESLUIT I, het uitbreidingsplan der gemeente Leeuwarderadeel vastgesteld bij besluit van de raad dier gemeente van 20 Januari 1941 en goedgekeurd door gedeputeerde sta ten van Friesland bij besluit van 25 Februari 1942, no. 29, laatstelijk gewijzigd, met betrekking tot de kern Huizum, bij besluit van de raad van 25 April 1951no. 3671goedgekeurd door gedeputeerde staten bij besluit van 3 September 1951 no. 127, te her zien met betrekking tot de gronden, gelegen in de om geving van het kruispunt Julianalaan - Overijsselse- straatwegovereenkomstig de bij dit besluit behorende tekeningen; II. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING tot wijziging van de verordening, regelende de bebouwing van de gron den, waarvan de bestemming in onderdelen is bepaald in het uitbreidingsplan voor het dorp Huizum. Artikel 1 In artikel 3a, lid 1onder a, wordt de punt-komma aan het slot vervangen door een punt en wordt de volgende zin toegevoegd ^Onder flatwoning wordt verstaan een woning, die deel uitmaakt van een meergezinshuiswaarvan de woningen in ae regel om centraal gelegen trappenhuizen voorkomen, van welke woning de vertrekken in de regel in een verdieping zijn gelegen. Artikel 2. Artikel 3a lid 4, wordt vervangen door een nieuw lid luidende: 4. Onderverdieping. Bij de in het eerste lid bedoelde gebouwen, waarin uit sluitend woningen zijn toegelaten, kunnen de bouwblokken ®en onderverdieping worden uitgevoerd, waarin vertrek- 'on Kunnen worden opgenomen, behorende tot de daarboven ge- 8§en woningen, met dien verstande dat dit geen woonver- ekken mogen zijn. Onder onderverdieping wordt verstaan een en onder de begane grondvloer van een flat bevindende ruim- welke geheel of gedeeltelijk onder het maaiveld is ge- Sen en welke voor diverse in deze voorschriften nader te emen doeleinden kan worden gebruikt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1952 | | pagina 420