"i «jfe li lip; 'i ml Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1952. Bijlage no. 112. Leeuwarden, 5 Juni 1952. Aan de Gemeenteraad. De Nederlandse Israëlitische Gemeente te Leeuwarden heeft in eigendom twee percelen grond, gelegen ten noorden van de Groeneweg en. de Boterhoek alhier. Deze percelen, welke op de tij de stukken overgelegde tekening roodgekleurd zijn aangege ven, waren vroeger bestemd, voor het begraven van lijken van personen, behorende tot de Israëlitische gemeente. Tot het jaar 1940 werden deze oude begraafplaatsen dan ook alszodanig door de Joodse gemeente beheerd en onderhouden. Begravingen vonden aldaar echter reeds sedert lang niet meer plaats. In de jaren 1940-1945 werden de bedoelde oude begraafplaatsen tengevolge van de Duitse bezetting geschonden en geheel ver waarloosd. Hierdoor was het noodzakelijk geworden, dat na de bevrijding ter plaatse voorzieningen werden getroffen, waar toe de Israëlitische gemeente evenwel financieel niet in staat bleek te zijn. In verband hiermede en vanwege het feit, dat het bezit van de beide begraafplaatsen voor de gemeente van belang is - onder andere met het oog op een eventuele verbreding van de Groeneweg tussen Nieuweburen en Oldehoofsterkerkhof - hebben "ij destijds met de Israëlitische gemeente besprekingen ge voerd omtrent het overnemen in eigendom van de oude begraaf plaatsen door de gemeente. Daarbij werd overeengekomen, dat zulks zou kunnen geschieden zodra de begraafplaatsen waren i geruimd. De kosten van het ruimen zouden alsdan ten laste van de gemeente komen, terwijl de meerwaarde van de grond alsnog zou moeten worden bepaald. Het bestuur van genoemde gemeente heeft zich thans na hernieuwde onderhandelingen bereid verklaard de onderhavige Percelen in de binnenstad aan de gemeente in eigendom over Ie dragen tegen de kosten van het ruimen van de oude begraaf plaatsen, vermeerderd met de kosten, welke ten laste van de Israëlitische gemeente zijn gekomen voor het uitbaggeren van ue sloten, gelegen aan de noord- en westzijde van de begraaf plaats aan de JelsumerstraatDeze werkzaamheden vonden plaats ~n 1951; de kosten hiervan bedroegen voor de Joodse gemeente r. 840,--. De kosten van de grond kunnen dan als volgt worden berekend uuimingskosten van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeu warden, sectie C, no. 1224, groot 1110 ca, f. 3.872,27 idem perceel no. 1641, groot 505 ca,2.410,55 oosten uitbaggeren sloten 84 0- - f. 7.122,82 Uit het vorenstaande valt af te leiden, dat de gemeente J?or de bedoelde percelen een bedrag van ruim f. 4,40 per ca va s "k0 betalen, hetgeen naar onze mening, gezien de ligging n de percelen, als gemiddelde prijs billijk en voor de gemeente aanvaardbaar moet worden geacht. hp+ JM stellen U dan ook voor te besluiten overeenkomstig -1 hierbij gevoegde ontwerp. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meuien, Burgemeester. ---°nden 7 Juni 1952. T.Bakker, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1952 | | pagina 470