alsdan, met inachtneming van artikel 13, tot de schoolbevolking
behoren, ingericht overeenkomstig het door de controleur der ge
meentebelastingen vast te stellen model. In deze lijst worden
de in de loop van het schoolgeldjaar plaats hebbende veranderin
gen in de schoolbevolking dadelijk en nauwkeurig aangetekend.
Artikel 15
1. Binnen 10 dagen na de aanvang van het schoolgeld jaar
zenden de directrice, de directeur en de rector voornoemd een
door haar/hem voor deugdelijk verklaard afschrift van de in ar
tikel 14 bedoelde lijst aan de controleur der gemeentebelastingen]
2. De in artikel 14 bedoelde veranderingen in de schoolbevolJ
king worden op de door de controleur der gemeentebelastingen te
bepalen wijze en tijdstippen te zijner kennis gebracht.
Artikel 16.
1. De controleur der gemeentebelastingen maakt uit de vol
gens artikel 15 ontvangen opgaven zo spoedig mogelijk lijsten van
aanslagen op en zendt deze, ter invordering van de daarin uitge
trokken bedragen, aan de gemeente-ontvanger.
2. De in het eerste lid bedoelde controleur kan aan de school
geldplichtigcn een voorlopige aanslag opleggen, welke uitsluitend
met betrekking tot de invordering als een aanslag in de zin van
deze verordening wordt beschouwd
Artikel 17.
Binnen 14 dagen na ontvangst van een lijst van aanslagen
zendt de gemeente-ontvanger een gedagtekend aanslagbiljet, waar
van het model door de controleur der gemeentebelastingen wordt
vastgesteld, aan de daarop voorkomende schoolgeldplichtigen.
Artikel 18.
1. Het schoolgeld is invorderbaar in zoveel gelijke termijnen]
als er na de maand, die in de dagtekening van het aanslagbiljet i
is vermeld, nog maanden van het schoolgeldjaar overblijven. Op de I
laatste dag van elke dier maanden vervalt een termijn. Vermeldt
de dagtekening van het aanslagbiljet een latere maand dan de zeven
de van het schoolgeld jaardan is de aanslag invorderbaar in vijf
gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van
de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagj
biljet is vermeld, de tweede een maand later en zo vervolgens.
2. Het schoolgeld is terstond en ineens invorderbaar, wanneer
de aangeslagene het Rijk in Europa metterwoon verlaat, in staat
van faillissement is verklaard of op zijn roerende of onroerende
goederen executoriaal beslag is gelegd
Artikel 19.
1. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen
termijnen geschiedt de invordering der schoolgelden overeenkomstig
de artikelen 291 tot en met 295 der Gemeentewet.
2. In dat geval zijn burgemeester en wethouders, de commissie
van toezicht op het middelbaar onderwijs, of, wat het stedelijk Ei"
nasium betreft, het college van curatoren gehoord, bevoegd de toe
lating op de school van de leerling, die het betreft, in te trekks
Artikel 20.
Indien een schoolgeldaanslag tot een te laag bedrag is opge
legd, anders dan door een te lage schoolgeldmaatstaf, wordt het tei
weinig geheven bedrag nagevorderd, zolang niet vijf jaren zijn ve -
streken sedert het einde van het schoolgeld jaarwaarover het
schoolgeld was verschuldigd
"Ar-"
Artikel 21.
Onjuist vastgestelde aanslagen kunnen door de controleur
der gemeentebelastingen binnen vijf jaren na het einde van het
schoolgeldjaar ambtshalve worden verlaagd.
Artikel 22.
1. Indien een leerling in de loop van het schoolgeldjaar
overlijdt of de school verlaat, wordt entheffing van schoolgeld
verleend over zoveel volle maanden, als er nadien nog in het
schoolgeldjaar overblijven, tenzij over de maand, waarin de
leerling de school verlaat, schoolgeld voor een andere school
wordt verschuldigdin welk geval mede over deze maand onthef
fing wordt verleend. Ontheffing van schoolgeld wegens het verla
ten van de school wordt niet verleend, indien de ontheffing op
niet meer dan twee maanden betrekking zou hebben.
2. Indien een leerling wegens ziekte de school gedurende
langer dan drie maanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken,
wordt ontheffing van schoolgeld verleend over zoveel volle
kalendermaanden, als de school niet is bezocht.
3. Indien een leerling wegens het sluiten der school haar
gedurende langer dan drie maanden achtereen niet heeft kunnen
tezoeken, zonder dat op andere wijze in het geven van onderwijs
is voorzien, wordt ambtshalve ontheffing van schoolgeld ver
leend over zoveel volle maanden, als de school gesloten is ge
weest
4. De in dit artikel bedoelde ontheffingen worden verleend
door de controleur der gemeentebelastingen. Een daartoe strek-
sende aanvrage moet in het geval, bedoeld in het eerste lid,
binnen twee maanden, nadat de leerling is overleden of de school
Weit verlaten, en in het geval, bedoeld in het tweede lid, bin-
nenvier maanden, nadat de leerling wegens ziekte het schoolbe
zoek heeft gestaakt, bij die controleur worden ingediend.
Artikel 23.
In gevallen van bijzondere hardheid of indien de school-
geldplichtige niet anders dan met buitengewoon bezwaar in staat
13 de opgelegde aanslag tc voldoen, kan de controleur der ge
meentebelastingen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de op
wiegde aanslag verlenen.
Artikel 24.
Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 van de Ge-
a®®iitewet treedt in de plaats van de raad van burgemeester en
wethouders of van de burgemeester, de controleur der gemeente
belastingen.
Artikel 25.
Deze verordening vindt, met inachtneming van het be-
WAlde in het tweede lid, voor het eerst toepassing voor het
schoolgeld j aar 1949/1950.
Over het schoolgeldjaar 1949/1950 blijft het bepaalde
jaj. ^el buiten toepassing. De berekening van het over
x ®cl19°lgeldjaar verschuldigde schoolgeld geschiedt volgens
tariefdat voor het schoolgeldjaar 1948/1949 werd toegepast.
2- Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag
ordf61106 waar°P de Koninklijke goedkeuring van deze ver
maning ter kennis van burgemeester en wethouders is gekomen.
»4»