3- Het vaoantieverlof wordt aan ambtenaren verleend door het 1
hoofd van dienst en aan hoofden van dienst door Burgemeester en
Wethouders
4. Burgemeester en Wethouders stellen telken jare algemene
regelen vast omtrent de toekenning ener jaarlijkse vacantie-
toelage
Artikel 26.
1. De duur van het vaoantieverlof van een ambtenaar bedraagt
ten minste 14 dienstdagen per jaar.
2. Burgemeester en Wethouders geven algemene regelen ter vast
stelling van de duur van het vaoantieverlof voor de ambtenaren
met inachtneming van het door hen beklede ambt.
3. Bij de in het vorige lid bedoelde algemene regelen wordt
voorts ten aanzien van de ambtenaren of bepaalde groepen van
ambtenaren voorzien in een vermeerdering van hot krachtens het
tweede lid geregelde vaoantieverlof op grond van volbrachte
diensttijd.
Artikel 27.
1. Van ambtenaren, werkzaam in afwisselende dienst, storings
dienst hieronder begrepen, wordt het hun volgens art.26 toeko
mende vaoantieverlof vermeerderd met 2 dagen.
2. Ten aanzien van ambtenaren, die continu- of daarmede door
Burgemeester en Wethouders gelijk te stellen arbeid verrichten,
wordt in acht genomen dat het hun volgens art.26 toekomende va
oantieverlof wordt vermeerderd met zoveel dagen als er in het
betreffende kalenderjaar feestdagen zijn, als bedoeld in art.24,
4e lid, welke niet op een Zondag vallen.
3. Ten aanzien van bepaalde ambten of ambtenaren kunnen Bur
gemeester en Wethouders ten voordele van de ambtenaren een van
art. 26 afwijkende regeling treffen.
Artikel 28.
Voor de ambtenaar, die niet gedurende het volle kalenderjaar
werkelijk dienst zal hebben gedaan, wordt de duur van het vaoan
tieverlof, zo mogelijk van het lopende en overigens van een vol
gend kalenderjaar, naar evenredigheid verminderd, met dien ver
stande dat het resterend gedeelte tot hele dagen naar boven
wordt afgerond en dat zodanige vermindering in geval van afwe
zigheid wegens ziekte of wegens verblijf onder de wapenen, an
ders dan voor eerste oefening, niet zal worden toegepast.
Artikel 29
1. Is aan de ambtenaar in enig kalenderjaar het vacantieverloi
om redenen van dienstbelang niet of niet geheel verleend, dan
wordt hem dit nog niet genoten verlof zoveel mogelijk verleend
in het volgende kalenderjaar.
2. In bijzondere gevallen kunnen, indien en voor zover het
dienstbelang zich daartegen niet verzet, Burgemeester en Wethou
ders de ambtenaar toestaan het in enig voorafgaand kalenderjaar
niet genoten vaoantieverlof boven zijn gewoon verlof te genieten
Artikel 30.
1. Het vaoantieverlof wordt zoveel mogelijk gedurende het vol
le aantal dagen onafgebroken verleend met dien verstandedat
van het minimum vaoantieverlof, bedoeld in artikel 2 6, eerste
lid, in de regel 12 dagen aaneengesloten worden genoten. Wanneer
de ambtenaar dit verzoekt en de dienst het toelaat, kan het ;va_
vaoantieverlof worden gesplitst. Bij splitsing van dit verlof
wordt in elk geval ten minste 2/3 deel daarvan aaneensluitend
verleend. Vaoantieverlof van minder dan een dag kan slechts
bij uitzondering worden gegeven.
2. De beslissing omtrent de tijdstippen, waarop het vaoantie
verlof zal ingaan, alsmede die omtrent de tijdvakken, waarin
het de ambtenaar toekomende vaoantieverlof eventueel zal wor
den gesplitst, berust bij de autoriteit, die het vaoantieverlof
verleent. Daarbij wordt, voor zover de belangen van de dienst
en die van de andere ambtenaren dit toelaten, zoveel mogelijk
rekening gehouden met de wensen van de ambtenaar.
Artikel 31-
1. Het vaoantieverlof zal desverlangd zoveel mogelijk, en in
elk geval voor wat betreft de aaneengesloten periode, bedoeld
in het eerste lid van artikel 30, verleend worden in het tijd
vak, lopende van 1 klei tot 1 October.
2. Indien naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders het
belang van de dienst het onvermijdelijk maakt dat het vaoantie
verlof of het aaneengesloten gedeelte daarvan wordt genoten in
de maanden October t/m April, kan de duur van het vaoantiever
lof of het aaneengesloten gedeelte daarvan met 1/3 worden ver
lengd
Artikel 32.
1. Verleend vaoantieverlof kan worden ingetrokken, wanneer
dringende redenen van dienstbelang zulks noodzakelijk maken.
In zodanig geval komt een dag, waarop de ambtenaar dientenge
volge slechts gedeeltelijk vaoantieverlof genoot, niet in aan
merking bij het berekenen van het aantal genoten dagen.
2. Indien de ambtenaar ten gevolge van de intrekking van het
vaoantieverlof geldelijke schade lijdt, wordt deze schade hem
vergoed.
Artikel 33-
Aan de ambtenaar, die tijdens zijn vaoantieverlof bepaalde
voordelen, welke aan zijn ambt zijn verbonden en in zijn
schriftelijke aanstelling zijn vermeld, derft, kan deswege een
■tijdelijke vergoeding worden toegekend.
Artikel 34
Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten,
jVordt aan de ambtenaar door het hoofd van dienst en aan het
noofd van dienst door Burgemeester en Wethouders buitengewoon
verlof met behoud van het genot van zijn bezoldiging verleend:
a. voor de uitoefening van kiesrecht, voor zoveel dit niet in
vrije tijd kan geschieden of verzetting van dienst niet moge-
v lijk is;
voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, tenzij deze
is ontstaan door schuld of nalatigheid van de ambtenaar en
voor zoveel zulks niet in vrije tijd kan geschieden of ver
zetting van dienst niet mogelijk is;
c- voor het bijwonen van vergaderingen of zittingen van of het
verrichten van werkzaamheden voor publiekrechtelijke colle
ges, waarin de ambtenaar is benoemd of verkozen, en voor
zoveel zulks niet in vrije tijd kan geschieden;
voor het bijwonen van algemene vergaderingen van vakvereni
gingen, of, voor zover het algemene organisaties betreft,
welke ook andere groepen van ambtenaren dan gemeentepersoneel